Live muziek in het theater, ik verlang daar steeds meer naar. Voorstellingen waarin acteurs, al dan niet met zendermicrofoons versterkt, begeleid worden door een geluidsband, boeien altijd maar half. Je kijkt al snel naar een soort live uitgevoerde film. Maar dan zonder het comfort van een bioscoop en de technische mogelijkheden van de camera..
Zondag 9 juni zat er in ITA, de vroegere Stadsschouwburg van de hoofdstad, een live drummer op het toneel en klonken de stemmen van de vier acteurs op het toneel opvallend natuurlijk. Het was een essentiële meerwaarde aan de voorstelling ‘Dans la Mesure de l’Impossible’, die in alles veel weg had van een indringende televisiedocumentaire. Zo bleef het theater en kwam het dichtbij. Het bood ook alle gelegenheid om je allerlei dingen af te vragen over nut en noodzaak van zulke kunstwerken.
Artsen zonder grenzen
Tiago Rodrigues is een fascinerend theatermaker. Actualiteit en eerlijkheid staan bij hem hoog in het vaandel. Zo wist hij zelfs een met sterren overladen Tsjechov urgentie mee te geven, ook al dwong zijn hoofdrolspeelster isabelle Huppert af dat hij de Russische schrijver letterlijk intact zou laten.
Met Dans la Mesure de l’Impossible onderneemt Rodrigues een poging om de gruwelijke realiteit van oorlog en verwoesting tot ons door te laten dringen. In 2022, nog voor de Russen hun verwoesting van Oekraïne begonnen, en lang voordat we niet meer ver hoefden te klikken om ons al doomscrollend te laten overweldigen door de menselijke ramp in Gaza, interviewde Rodrigues samen met zijn acteurs een dertigtal hulpverleners van het Rode Kruis en Artsen zonder Grenzen.
Licht en speels
De vier acteurs verzamelden de geanonimiseerde interviews en ontdeden die van rechtstreekse verwijzingen naar plekken als Ruanda of Aleppo. Tegen een achtergrond van tentdoek, die eerst een berglandschap lijkt, maar tijdens de voorstelling door het manipuleren van katrollen verandert in een grote tent krijgen we de gecondenseerde verhalen te horen.
Het begint licht en speels, zoals de mensen die in hun dagelijkse praktijk gruwelen meemaken vaker doen wanneer ze in de gewone wereld rondlopen. Over hoeveel seks en drank er rondgaat in die organisaties, bijvoorbeeld.
De andere wereld, die noemt Rodrigues ‘Het Onmogelijke’. Dat is de wereld waar je als idealistische jongere heengaat om goed te doen, te helpen en te redden. Dat is de wereld waar je één zak bloed hebt en moet kiezen welk van drie kinderen je gaat laten leven. Het is ook een wereld waar strijdende partijen je vijf minuten stilte gunnen om een 12-jarige jongen te redden.
Twee werelden
De hulpverleners, wier verhalen de acteurs overbrengen, leven in twee werelden. In de ‘onmogelijke’ wereld redden en redderen ze op dezelfde adrenaline die de strijdende partijen in gevecht houdt, in de ‘mogelijke’ wereld thuis ontdekken ze hoe onmogelijk het is iets van je ervaringen te delen. Zodra het moeilijk wordt, draaien je gesprekspartners weg en gaat het over de nieuwe badkamer.
Voor zover er al een boodschap is, is dat een boodschap van totale zinloosheid. Mensen redden in oorlogsgebied doe je, zo vertelt een van de acteurs, tegen beter weten in. Wat overblijft is een overweldigend gevoel van machteloosheid.
En die machteloosheid wordt zichtbaar in die drummer, die twee uur lang zorgde voor een hartenklop van in de verte ontploffende bommen, en aan het eind alleen overblijft. Zijn trommels maken nog steeds het geluid van oorlog, zijn spel is één grote poging die waanzin te stoppen. In die onmogelijkheid delft hij uiteindelijk uitgeput het onderspit.
Na afloop klappen we. In de foyer gaat het gesprek over de laatste perikelen rond de subsidieverlening aan de kunst.