Skip to content

Arts sector comes up with its own interpretation of culture cuts: more money to venues and assessment by 'professionals' on 'objective grounds'.

Philips radio receiver model 930A, made in 1931
Image via Wikipedia

Na de schreeuw nu het ambtelijke stuk. Met een bijpassende, tikje Den Uyl/Van Agt-achtige titel: ‘Minder waar het kan, beter waar het moet.’

Maar laten we niet te hard lachen. Het is best dapper wat ze hebben gedaan. Gitta Luyten, Marianne Versteegh, Joke Hubert, Henk Scholten, Siebe Weide en Ben Holvast, samen als bazen van kunstkoepels en culturele sectorinstituten ook bekend als ‘de tafel van zes’ hebben een eigen bezuinigingsplan geschreven.

‘Wij onderkennen dat het risico bestaat dat onze voorstellen worden gebruikt om bezuinigingsplannen door te voeren’, stellen ze in hun inleiding, en dat lijkt eerder een uitnodiging aan de kunststaatssecretaris Halbe Zijlstra, dan een waarschuwing. Met een advies van de Raad voor Cultuur, later dit voorjaar, dat naar verwachting eenzelfde toon zal hebben als dit stuk, is het invuloefeningetje een eitje voor het kabinet. Maar ze hebben wel een addertje ingebouwd, de bende, sorry, tafel van zes: als het kabinet dit stuk overneemt, neemt het ook de als grondwetsartikel geformuleerde stelling over cultuur en het belang daarvan over:

“Cultuur staat in het hart van de samenleving. Cultuur draagt bij aan de samenhang, de identiteit en het democratisch functioneren van Nederland. Om dat publieke belang te waarborgen bewaakt de overheid de pluriformiteit van culturele uitingen, garandeert de (geografische) toegankelijkheid daarvan, stimuleert de ontwikkeling en draagt zorg voor het behoud en de ontsluiting van de geschiedenis van het land en zijn bewoners.”

En als je dat wilt, moet je dus wel betalen. En de BTW niet verhogen. Nu ja. Daar zit dus een probleempje. Want dat willen ze niet meer. Nog belangrijker voor Rutte en Zijlstra was overigens dat ze de kunstwereld van vriendjespolitiek verdenken. Kunstenaars bepalen onderling wie wel of geen geld krijgt, en dat is niet handig als je een volk hebt, dat ook wel eens wil weten wat er met hun dure belastingcenten gebeurt. En geef ze eens ongelijk. Daarom moet het systeem transparanter. En daar begint het stuk van de Tafel van Zes ook meteen wat wolliger te worden.

“Bij de beoordeling van plannen wegen de meerwaarde (ten opzichte van het gehele bestaande aanbod), het aandeelhouderschap (zijn er relevante partners betrokken) en de mate van creativiteit (originaliteit en eigenzinnigheid) het zwaarst. De beoordeling wordt naast peer review gebaseerd op meer objectieve criteria en bredere expertise, bijvoorbeeld op het terrein van communicatie en innovatie.”

Die leggen ze verderop in het stuk wat beter uit:

“De vanzelfsprekendheid waarmee de overheid en de professionals traditioneel bepaalden wat wel en wat niet ondersteuning verdient, kan niet op veel waardering rekenen en gaat ook deels voorbij aan nieuwe omstandigheden en ontwikkelingen. Grenzen tussen hoge en lage cultuur vervagen, het artistieke oordeel verandert daarmee en andere belangen en andere dan uitsluitend intrinsieke eigenschappen van artistieke presentaties gaan meer en meer een rol spelen bij de afweging van wat overheidssteun verdient. Daarmee wordt het oordeel over artistieke uitingen in de toekomst niet meer alleen op peer review gebaseerd, maar voor een belangrijk deel ook op te objectiveren eigenschappen van presentatie of verrichting. Beoordelingen zullen plaatsvinden op basis van professional review: experts op allerlei terrein (communicatie, innovatie, economie en cultuur) vellen in wisselende samenstelling een oordeel over het totale plan van een culturele instelling.”

Kortgezegd: omdat de commissies met ‘peers’ (collega’s) een beetje uit zijn, gaan we het lidmaatschap uitbreiden naar journalisten, captains of industrie, mediatypes, bestuurders. Interessante ontwikkeling, vooral ook als het gaat om die objectiveerbare criteria: dan denken we toch al gauw aan publieksaantallen, subsidie per bezoeker en hoeveelheid volgers op twitter.

En dat is ook een beetje aan de hand, want de markt van vraag en aanbod klopt niet meer in de kunst. Nooit een probleem geweest, nu dus wel. Daarom moet de overheid nu ophouden met het vergroten van het aanbod, maar alles gaan richten op het vergroten van de vraag. En daar gaan de podia over.

“De keuzes die podia maken (in de meest brede zin van het woord) spelen immers in het samengaan van pluriformiteit, toegankelijkheid en publiek belang een cruciale rol. Zij koppelen professionele kennis (via de programmeur, curator of criticus) aan een lokaal, regionaal of (inter)nationaal publiek. Het commerciële en het publieke gefinancierde aanbod plooien daar over elkaar heen en overaanbod wordt door de markt geëlimineerd. Daarom stimuleert de overheid meer dan voorheen via de vraag: bijvoorbeeld door financiering van programmering en presentatie, maar ook via het faciliteren van crowdfunding en fiscale maatregelen.”

Dat moeten we letterlijk nemen. Waar een klein theatergezelschap niet met Philips om de tafel kan gaan zitten, moet Halbe Zijlstra dat doen:

“Om een groter maatschappelijk bereik te stimuleren gaat de rijksoverheid partnerschappen aan met andere overheden, markt- en sectorpartijen, private financiers en maatschappelijke organisaties, vrijwilligers- en amateurinitiatieven.”

Het stuk loopt over van moderne bedrijfsleventaal, en dat is grappig: je kunt vandaag de dag in Den Haag niet meer aankomen met filosofen en kunstenaars. Vandaar dat we het niet meer hebben over vernieuwing, maar over innovatie, en is het begrip ‘Multipliereffect‘ uit de kast gehaald. Leuk voor mensen met een 7 voor economie op de lijst. Maar er is nog iets groters aan de hand. De regels voor subsidie zijn inmiddels zo beperkend, dat je eigenlijk niet meer met goed fatsoen van ‘instandhouding’ of ‘stimulering’ kunt spreken. We hebben het inmiddels over ‘opdrachtgeverschap’, erkent ook de Tafel van Zes:

“Daarom kan de overheid subsidies voortaan ook als opdracht verstrekken en zal het opdrachtgeverschap breed worden gestimuleerd. Kunstenaars moeten de gelegenheid krijgen om zelf geformuleerde projecten en onderzoek te ontwikkelen mits dat een meerwaarde heeft of van uitzonderlijk belang is of kan worden.”

En als het om opdrachtgeverschap gaat, is er een andere adder: bij bedragen van boven de honderddertigduizend euro moeten die Europees worden aanbesteed. Staat opeens een orkest uit Slovenië te toeteren bij het Nationale Ballet.

Download hier het hele stuk: Minder waar het kan beter waar het moet

Wijbrand Schaap

Cultural journalist since 1996. Worked as theatre critic, columnist and reporter for Algemeen Dagblad, Utrechts Nieuwsblad, Rotterdams Dagblad, Parool and regional newspapers through Associated Press Services. Interviews for TheaterMaker, Theatererkrant Magazine, Ons Erfdeel, Boekman. Podcast maker, likes to experiment with new media. Culture Press is called the brainchild I gave birth to in 2009. Life partner of Suzanne Brink roommate of Edje, Fonzie and Rufus. Search and find me on Mastodon.View Author posts

Small Membership
175€ / 12 Months
Especially for organisations with a turnover or grant of less than 250,000 per year.
No annoying banners
A premium newsletter
5 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Cultural Membership
360€ / Year
For cultural organisations
No annoying banners
A premium newsletter
10 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Participate
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Collaboration
Private Membership
50€ / Year
For natural persons and self-employed persons.
No annoying banners
A premium newsletter
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Own mastodon account on our instance
en_GBEnglish (UK)