De jeugd roept tegenwoordig vooral de gedachte aan gevaar op. De maatschappij heeft last van een verwrongen ideaalbeeld dat echte kinderen weinig speelruimte laat. Uiteindelijk komen die dan ook in opstand in Enfant. Maar tot die tijd hebben de hele jonge performers toch vooral de rol van bijzet of sluitstuk, aanvulling op of extensie van de negen volwassen dansers. De nieuwe grotezaalproductie van de Franse choreograaf Boris Charmatz en zijn gezelschap Musée de la Danse uit Rennes is vrijdag 8 en zaterdag 9 juni 2012 te zien in het Holland Festival.
Ingenieus laat Charmatz de grote en kleine mensen in een onstuitbare stroom van gedetailleerde bewegingen samenspelen. Geen van hen treedt werkelijk op als solist. Het is Charmatz niet te doen om sterren en sprekende voorbeelden. In plaats daarvan laat hij het ensemble als geheel schitteren door op een uiterst subtiele manier het alledaagse weefsel van onwillekeurige handelingen, gestes en verhoudingen choreografisch uit te vergroten.
Maar dit gaat niet op voor de openingsscène. Daarin wordt het theater als een apparaat voorgesteld, dat met minimale middelen groots drama schept. Met een spreekwoordelijke pennenstreek worden kaders geschapen, perspectief opgebouwd en de verbeelding geprikkeld. De afgemeten leegte en het stille halfduister van het begin lezen als een waar Genesis, met een elegante machine met hijskraanarm als de grote, zachtjes klikkende, roerganger. Drie roerloze lichamen liggen verspreid over de vloer. Als de machine uiteindelijk een duet uitvoert met twee van de lichamen hangend aan takels, is daar niet alleen het gruwelijke beeld van de ruiming, maar ook dat van de danser als marionet, die vergeefs tot leven wordt gewekt. Wat willen wij daar dan zien?
Tijdens een interview na de Belgische première in het Kunstenfestival in Brussel, twee weken geleden, zegt Charmatz dat hij niet de tegenstelling tussen mens en machine wil uitspelen, maar juist het complexe van die verhouding wil begrijpen. Wat beweegt ons en wat legt ons stil? Wie beweegt nu eigenlijk wat? Als we ons over reglementen in crèches druk maken en tegelijkertijd beperkende wetten schrijven voor gezinshereniging en minderjarige asielzoekers, welke (staats-) apparaten houden ons dan gaande en wat beweegt die apparaten dan weer op hun beurt?
Charmatz citeert in de eerste scène letterlijk een eerder werk, dat hij met de door hem zeer bewonderde Duitse choreograaf en performer Raimund Hoghe en de danseres Julia Cima maakte in 2005, Regí. Hoghe heeft een bochel en zet in zijn performances zijn ontwrichte lichaam zonder omhaal in. Dat leverde tot nu toe prachtige voorstellingen op die zonder onderscheid op een uiterst poëtische wijze over pijn en uitsluiting, – over de effecten van ideaalbeelden gaan. In Regí diende de zelf ontworpen hijskraanmachine als de remplaçant van de choreograaf, die zich immers op scène bevond en zich zo kon ontdoen van zijn reglementerende rol.
Maar Charmatz liet zich voor de opening van Enfant ook inspireren door de zeven weken nachtelijke op- en afbouw van het podium en de tribunes in de Cour d’honneur van het Palais des Papes van het Festival van Avignon, waarvoor hij de opening verzorgde. Avignon wil niet dagelijks 4000 dagjesmensen de deur wijzen, en dus vindt de op- en afbouw na sluitingstijd plaats, met hijskraan, en duurt meer dan twee keer zo lang als het festival zelf. Volgens Charmatz is dat bouwen eigenlijk een soort magische voorstelling op zich. Het werken aan de werkplaats voor de fabricatie van beelden en kaders spreekt tot zijn verbeelding en is niet voorbehouden aan alleen het theater of de Cour d’honneur.
Overspannen of niet, de beelden houden ons gaande en bepalen voor een groot deel ons perspectief. Charmatz werpt vragen op, appelleert aan gangbare perspectieven en bevraagt ze door juist niet moralistisch te worden. In plaats van de vanzelfsprekendheid van de beweging, de vanzelfsprekendheid van de beelden en, in dit geval, de vanzelfsprekendheid van het levendige kind te tonen, laat Enfant zien hoe deze zekerheden tot stand komen en hoe ze functioneren.
Choreografie is hier niet langer een esthetisch handmiddel om een triomferend lichaam te eren en een leidend idee te huldigen. Bij Charmatz wordt choreografie een scherp wapen waarmee hij, zoals Jeroen Peeters in een voortreffelijk artikel over Regí schrijft,
“met zijn weerbarstige bewegingstaal en dramaturgische strategieën (..) dan ook gedurig dominante culturele idealen van het zichtbare lichaam onder spanning zet.”
Echter, er wordt in Enfant niets vernietigd. Wel worden er vanzelfsprekendheden “onder spanning gezet”. Juist kinderen worden omgeven met idealen en als gevolg daarvan is het tegenwoordig nog moeilijk buiten spelen. Voorschriften en reglementering moeten gevaren als pedofilie en ander misbruik voorkomen, maar onderwijl wordt het mannen onmogelijk gemaakt in de kinderopvang te werken, en lijkt het kind alsnog met het badwater te worden weggegooid.
Zo bekeken gaat Enfant over allerlei vormen van misbruik, ook die vormen die nu juist misbruik proberen te voorkomen. Volgens Charmatz zijn kinderen de afgelopen jaren steeds meer het voorwerp geworden van een politieke strijd rond veiligheid en orde, met onnodige juridisering tot gevolg. Dit lijkt verder weinig met interesse voor het individuele kind te maken hebben, maar meer met een slechts symbolisch, voor de politieke bühne bedoeld, ingrijpen en handhaven. Charmatz noemt Sarkozy die het had over het chemisch reinigen van de voorsteden van Frankrijk (waar een derde van de Franse jeugd woont). Hij verwijst naar een documentaire uit 1993 van Claire Simon, Recreations, over een speelplaats en hoe daar alle lol en wreedheid van het volwassen bestaan in mini-vorm voorbijkomen, ook al is de speelplaats perfect afgeschermd van de grote, vreselijke wereld. En hij verwijst naar de samenstellers van een tentoonstelling 12 jaar geleden in Bordeaux over de rol van het kind in de beeldende kunst-, Présumés innocents, die nog steeds in juridische procedures zijn verwikkeld vanwege aantijgingen omtrent pornografie.
Zoals de angst voor criminaliteit gestadig toeneemt, ook wanneer de criminaliteitscijfers dalen, zo zien we tegenwoordig ook overal pedofilie, ander misbruik en ongelukken en proberen we vooral elk risico bij voorbaat uit te sluiten.
Charmatz weet op een subtiele manier zijn publiek een spiegel voor te houden. Door de kinderen aanvankelijk op te voeren als verlengstukken van de volwassenen, die met hen kunst en vliegwerk uithalen dat voor velerlei interpretatie vatbaar is, speelt hij in op de hedendaagse obsessie met onveiligheid en misbruik. Zo zachtaardig en intelligent als er in Enfant met de zeer jonge dansers wordt omgesprongen, zo wild zijn vaak de reacties. Tijdens de opening van het Festival van Avignon in 2011 was de verontwaardiging groot. Men was bang dat de kinderen een ongeluk zouden krijgen of voor duistere machinaties werden ingezet. Hiervan was in Brussel weinig te merken, maar toch vatten weinig volwassenen de voorstelling op als een blik in de eigen spiegel.
Vrijdag 8 en zaterdag 9 juni 2012 is Enfant te zien in Westergasfabriek Zuiveringshal West. Ondergetekende verzorgt de inleiding om 19:45 in Bisocoop Het Ketelhuis en op zaterdagavond is er een nagesprek met Boris Charmatz aldaar.
Comments are closed.