Als Nederland consequent volhardt in eerder ingenomen PVV-standpunten, zegt de tweede kamer op 21 november 2012 ‘Nee’ tegen een Europese investering in cultuur, innovatie en media. Als het huidige kabinet Rutte echter vasthoudt aan de pro-Europese houding die in het regeerakkoord is opgenomen, staakt Nederland zijn verzet tegen de bijdrage van 1,8 miljard euro aan versterking van cultuur, die inmiddels door alle andere Europese lidstaten is goedgekeurd.
Belangenorganisaties doen via een brief een laatste beroep op de kamer om fouten uit dit voorjaar goed te maken.
Een aanbod van bijna 2 miljard euro in een versterking van de cultuursector afslaan, dat was het soort van grote gebaren waar het vorige kabinet in grossierde. In een culturele ideologie die enerzijds werd gevoed door Martin Bosma’s haat jegens de vermeende culturele elites en anderzijds bepaald werd door het kleineoverheids-credo van Halbe Zijlstra, nu fractieleider van de VVD, was zo’n ‘nee’ een halszaak. Nu zou een ‘Ja’ een halszaak zijn voor de PvdA, die immers zegt te gaan voor een herwaardering van de cultuur als zingevend element in de nationale politiek.
Waar het om gaat?
De 2 miljard is vrijgemaakt door elders geld weg te halen. Daarmee geeft de Europese Commissie aan cultuur belangrijker te vinden als samenbindend element dan bijvoorbeeld landbouw of bureaucratie. Een goede zaak, zou je zeggen, want als iets ons door de crisis kan helpen, dan is dat wel een gevoel van gemeenschappelijkheid.
In de brief van de lobby-organisaties staat het als volgt omschreven:
“Nederland haalt jaarlijks veel geld voor culturele en audiovisuele samenwerkingsprojecten uit Europa, en stimuleert daarmee professionalisering en internationalisering. Het slagingspercentage van Nederlandse hoofdaanvragers met 79% binnen het EU-Cultuurprogramma van 2011 en met 70% binnen het MEDIA-programma is bijzonder hoog te noemen.
Ook op exportgebied is Europa van belang: bijna tweederde van de Nederlandse internationale culturele activiteiten in 2011 vond plaats in West-Europa.1 Nederland behoort op het gebied van publieksbetrokkenheid tot de koplopers van Europa. Zo staat Nederland in de Europese top drie met theaterbezoek, het lezen van boeken en het bezoeken van historische monumenten, musea of galerieën.”
Nu maar afwachten wat de kamer op 21 november durft te beslissen.
De hele brief vindt u hier:
Click to access brief-Tweede-Kamer-Creatief-Europa-november-def.pdf