Er is wel een klein wonder gebeurd, de afgelopen maanden. Het resultaat van dat wonder is nu te vinden in brief die Jet Bussemaker, minister van OCW, gisteren naar de kamer stuurde. En eigenlijk is het niet één wonder, maar zijn het er 3. We zetten ze voor u op een rijtje.
1: de kunstwereld trekt gezamenlijk op.
Kunstenaars vinden acteurs vaak maar hysterische aanstellers, terwijl acteurs schilders zien als egoïstische zelfbevlekkers. De filmer acht zichzelf beter dan kinderboekenschrijver en de schrijver wacht in de kroeg op een Nobelprijs, en vindt zichzelf beter dan iedereen. Hoezeer alle partijen ook gelijk hebben, het werkt niet prettig samen. En dat is in tijden van guur bezuinigingsklimaat nu net hard nodig. Daarom is het zo prachtig dat al die kunstenaars een paar weken geleden samen met de minister zijn gaan praten, en ook samen met een wensenpakket kwamen dat onderling overeenkwam. Als dat een gevolg is van de sardonische opstelling van de VVD in het vorige kabinet: elk nadeel heb zijn voordeel. [Edit:]Jammer alleen dat de Volkskrant op zaterdag 25 oktober weer spreekt van een initiatief van 300 acteurs en daarbij vergeet te melden dat ook het Platform Beeldende Kunst prominent aanwezig was bij het gesprek met de minister. Voor je het weet is het weer ruzie in de tent.[/edit]
2: de minister geeft toe dat haar plannen niet deugden
Meestal hebben politici gelijk. Ook als ze het niet hebben. Bussemaker beloofde de kunstwereld 8 miljoen euro, te besteden in 3 jaar aan ’talentontwikkeling’. Nog los van het feit dat die 8 miljoen bestaat uit 3 miljoen ‘sigaren uit eigen doos’, want afkomstig uit de pot die was gereserveerd om uitkeringen en afvloeiingsregelingen te financieren die waren ontstaan door de bezuinigingen, had het ministerie er een geweldig bureaucratisch ding van gemaakt. Zo bang als ze in Den Haag zijn voor fraude, zo makkelijk besteden ze het grootste deel van het geld aan managers, adviseurs en extra bestuurslagen die alles moeten managen, regelen en controleren. Zo bleef er van die 8 miljoen dus maar een paar duizend euro over om aan de kunst te besteden.
Dat was niet goed, en dat vertelde de verenigde kunstwereld haar: er zijn genoeg bestaande organisaties die hun hele leven al niets anders hebben gedaan dan op de centjes letten en kijken wie er met de poet vandoor gaat: daar hoef je geen nieuwe managers voor aan te stellen.
De minister heeft dus geluisterd, vertelt ze de kamer nu. Dat betekent dat het grootste deel van het beschikbare geld nu in handen komt van kunstenaars die er mooie of lelijke dingen van gaan maken. De adviesbureau’s die eerder al dachten hun volgende wintersportvakantie te kunnen financieren met de zoveelste ministeriële ‘bezuiniging’, moeten elders op zoek naar geld.
3: talentontwikkeling gaat niet meer alleen over ‘jong’.
Terwijl de vergrijzing al volop aan de gang is, dreigde elk extra centje uit den Haag weer te verdwijnen in de vettige knuistjes van pas afgestudeerde kunstenaars van wie we nog maar moeten afwachten of ze überhaupt talent hebben. Er zijn ook ervaren kunstenaars van 50 die graag eens een ander terrein van hun talent willen verkennen. Sterker nog: er zijn waarschijnlijk meer kunstenaars van 50 die hun koers willen verleggen dan jonge afgestudeerden met een ontwikkelingsprobleem. In de brief zegt Bussemaker nu precies dat: “Doelgroep van deze maatregelen is nieuw talent, dat wil zeggen niet alleen talent dat zijn eerste stappen zet na een kunstvakopleiding, maar ook talent dat een switch maakt. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een talent dat zich vanuit een ander vakgebied ontwikkelt tot documentairemaker of om een danser met talent voor choreografie.”
Mooi dus, al deze kleine wonderen, maar er zijn natuurlijk nog steeds beren op de weg. Die 5 miljoen euro is en blijft een schijntje ten opzichte van de 700 miljoen die de kunstwereld is kwijtgeraakt en er is een probleem met de ZZP’ers in het kunstvakonderwijs. In haar brief zegt Bussemaker dat het essentieel is dat kunstenaars uit de beroepspraktijk lesgeven op kunstvakopleidingen. Maar die mogen niet meer met freelancers werken, omdat het kabinet de jacht heeft geopend op ZZP’ers. Worden de kunstenaars in spe voortaan toch weer opgeleid door duffe ambtenaren die al twintig jaar geen doek meer hebben verkocht.
Puntje van aandacht. Of zijn we er nog een paar vergeten? Deel ze in de comments.
De brief vindt u here.