Wat gaat het worden vandaag? The Science of Laughter, The Improvised James Bond Film or The Naked Magicians? Of nog een van die honderden andere voorstellingen waarmee de dag van start gaat? De Edinburgh Fringe is aangenaam verslavend, maar er dreigt één gevaar: keuzestress. Daarom maar eens een experiment gedaan: gewoon meegaan met de flow.
Want dat kan ook. Mijn vrouw en ik laten ons eens een dag lang zonder vooropgezet plan leiden door wat we op straat krijgen toegestopt. Wie zich een weg door de mensenmassa in het hart van Edinburgh baant botst niet alleen op toeristen en straatartiesten, maar wordt om de paar meter aangeklampt door een folderaar die iets geweldigs in de aanbieding heeft. Soms vlak om de hoek, dus stap maar naar binnen.
Toegegeven, we beginnen met een valse start, want het kaartje voor de ochtendvoorstelling Expensive Shit in de Traverse had ik al gekocht. Krachtig, energiek, deels gedanst drama over uitbuiting, vernedering en hoop op bevrijding. En over hoe mannen naar vrouwen kijken, een sterke vondst die het publiek zeer van zijn eigen blik bewust maakt.
Condoomgebruik
Hierna mag het toeval regeren. Nog nauwelijks een voet op de Grassmarket gezet of een dame in regenjack geeft ons met een enthousiast verhaal een folder van Cat Call. We happen toe en het blijkt geen slechte keus. Het is een duo-standup van Cally Beaton en Catherine Bohart, met rake grappen over onder veel meer autisme en condoomgebruik, de complicaties van bi-zijn, over als enig meisje op een jongensschool zitten en de populairste beroepen op Tinder: piloot en manueel therapeute.
We ontdekken nu ook dat de folderaarster Cally Beaton zelf was. Want ja, zo vertelt ze me na afloop, spelen op de Fringe is geweldig maar je moet zelf heel veel energie in je marketing steken. Sociale media zijn het belangrijkst, maar zij en Catherine lopen iedere dag ook zo’n twee tot drie uur te folderen. Plus natuurlijk veel netwerken en stukjes laten zien in compilatieshows.
Strobalen
We steken de straat over richting Underbelly, maar voor we daar zijn zien we aan de overkant een groep jongelui met trompetten en saxen een swingend nummer inzetten. We volgen ze naar de Cowshed, een met strobalen gemeubileerde bar waar het Nottingham Youth Jazz Orchestra (zo heten ze dus) een fijn concert geeft.
Mooi meegenomen. De vraag ‘wat volgt?’ wordt razendsnel opgelost door een aardige jongeman die ons in het labyrint-achtige Underbelly-complex een folder in de hand stopt van In Our Hands. Het blijkt een vindingrijk en levendig vormgegeven poppenspel over een al even onverwacht serieus onderwerp: de problemen van de hedendaagse visserij. Die combinatie wringt soms wat, maar los daarvan laat ik me graag meevoeren door de oude visser Alf en zijn strijd met EU quota. Met een aanstekelijke zeemeeuw als sidekick.
Turbulentie
Snel even uit eten en dan naar de avondvoorstelling CUT, aangespoord door de veelbelovende film noir-achtige flyer die ons een spannende combinatie van installatie, theaterpoëzie en thriller belooft, met momenten van letterlijk totale duisternis. Dat laatste is altijd indringend, ook nu, in het piepkleine zaaltje dat is vormgegeven als een vliegtuigcabine. Nadat een charmante, maar ook een beetje enge stewardess ons welkom heet, neemt diezelfde actrice ons mee naar een andere werkelijkheid, die van een vrouw die al dan niet door een man wordt achtervolgd en bedreigd. Dit ‘psychologische equivalent van extreme turbulentie’ kan bogen op lovende recensies. Wij zijn niet echt overtuigd. Het is wel heel knap en bijzonder uitgevoerd, maar ook erg verbaal en mede daardoor weet het ons niet echt mee te slepen. Het blijft huiver op afstand.
Wat niet wegneemt dat dit experimenteel theater, samen met al het andere dat we vandaag hebben meegemaakt, wel mooi laat zien hoe groot de verscheidenheid aan talent en ideeën is die op de Fringe een podium vinden. Experiment geslaagd.