Terwijl het rommelt in de Amsterdamse dans- en performancewereld vanwege een totaal gebrek aan degelijke ondersteuning van ontwikkeling en experiment (zie Alarmbrief), toont choreograaf Ola Maciejewska dit weekend het indrukwekkende Bombyx Mori at Veem House of Performance.
Maciejewska is een mooi voorbeeld van een talentvolle maker die vanwege het afbrokkelende kunstklimaat in Nederland de wijk heeft genomen naar elders. Na een tweede dansstudie in Rotterdam, een carrière als performer met o.a Bruno Listopad en Nicola Unger en een master theaterwetenschap in Utrecht, vertrok Maciejewska in 2013 naar Frankrijk, waar zij met Phillipe Quesne ging werken en nu als ‘associated artist’ verbonden is aan het Centre chorégraphique national de Caen en Normandie. En op zich is er natuurlijk niets mis met een fijne Frans-Nederlandse coproductie. Bombyx Mori wordt ondersteund door Productiehuis Rotterdam en Veem, en is volgende maand ook tijdens de Nederlandse Dansdagen te zien. Bombyx Mori is een van de beste en mooiste voorstellingen die in de afgelopen jaren mede op Nederlandse bodem is ontwikkeld. Maciejewska heeft echt een eigen choreografische stem, en het blijft daarom pijnlijk dat opkomende kunstenaars van dit kaliber uiteindelijk hun basis elders moeten zoeken.
Zijdevlinder
De voorstelling is vernoemd naar de zijdelarf, die na verpopping een even kwetsbare als indrukwekkende zijdevlinder wordt. Maar hij lijkt meer op een mot, zo’n beestje dat ’s avonds tegen het raam vliegt en waar mensen bang voor zijn, omdat het met zijn tere lichaampje in je nek zou kunnen vliegen. Virginia Woolf vereeuwigde een mot, door zijn plotse levenseinde te beschrijven in The Death of a Moth. Is het iets, of is het niets? Op die grens, zo eigen aan het theater, beweegt Bombyx Mori.
Uit al het werk van Ola Maciejewska – ooit studeerde ze met lof af aan de Nationale Ballet Academie in Polen – spreekt een diepe afkeer van het in de dans gebruikelijke narcisme en de verheerlijking van het mensenlichaam. Niet zozeer de heroïsche presentatie van menselijke gestaltes of een menselijke expressie, maar de materialiteit van hoe dingen elkaar bewegen en bewogen worden, staan bij haar centraal. Maciejewska verwijst zelf naar de intieme relatie tussen beeldhouwer en beeld. In het gevecht om het werk voor elkaar te krijgen, worden materiaal én maker gevormd.
Overrompelend is het wanneer Ola Maciejewska en haar collega’s de enorme hoeveelheid stof die in rust stomweg langs het lichaam valt, in beweging zetten. Hevig draaiend en zwaaiend verdwijnt de performer in en onder haar kostuum en maakt plaats voor een in zijde getekend volume- en lijnenspel, dat vragen oproept over wie nu door wat wordt bewogen. Het is fascinerend en beeldschoon. Maar Maciejewska gaat verder dan circus en esthetiek.
Waanzinnige transformaties
At Bombyx Mori maakt menselijke maat plaats voor een vreemd soort gestaalde expressie, larger than life. De energie die de performers moeten investeren om de zijde hoog te houden en van gedaante te laten veranderen, is continu voelbaar. Tegelijkertijd verbergen de tientallen meters stof de gestalte van de performer. De dansende zijde vervangt het opgepompte, über-esthetische danserslichaam. De in dans vaak gebezigde pathetiek van menselijke vrijheid, onbevangenheid en spontaniteit maakt plaats voor een dynamiek tussen mens en materie. De zijde vertaalt elke speling tussen die twee. De concrete situatie van het werken met de zijde levert waanzinnige transformaties op, oogverblindende abstracte formaties waar zo nu en dan nog een voetje, een hoofd of een hand uitsteken.
De zijde stelt Maciejewska in staat een uiterst fijnzinnig spel te spelen met de wetten van de zwaartekracht en de dynamica. Er ontstaat een vlerkende schriftuur of tekening van immer verder stapelende acties en beelden in zwart-wit. De transformaties spelen met verwachtingen over gerepresenteerde handeling of esthetiek, maar ondermijnen stelselmatig ook iedere heldere duiding. Soms doet Bombyx Mori daarom denken aan de onbewuste composities met inktvlekken van de dadaïsten, of aan een grillig afschaduwing van een wereld elders, of aan een absurd dromenspel dat zich niet laat lezen. Maar het appèleert ook aan de eeuwige strijd van levende wezens met de elementen, de overweldigende kracht van de materie en de tijd.
Zwarte doos
Sinds 2011 treedt Maciejewska op met haar solo performance LOIE FULLER: research, gebaseerd op de Serpentine Dance van Loie Fuller. Nu co-produceren Productiehuis Rotterdam, Veem House of Performance en het Parijse La Ménagerie de Verre een trio-opstelling gebaseerd op deze studie. Met Bombyx Mori, gedanst door Maciejewska, Amaranta Velarde Gonzalez en Keyna Nara, verplaatst de handeling zich van de ‘white cube‘, de galerie-omgeving waar Maciejewska haar solo liet zien, naar de ‘black box‘ van het theater.
Het materiaal van LOIE FULLER: research krijgt in de theatrale ruimte een hele andere lading. Niet alleen de vertaling x 3, maar ook de mogelijkheid van een verfijnde afstemming van licht en geluid – ontwikkeld met Thomas Laigle – staan een precieze regie van het perspectief van de toeschouwer toe. De inzet van licht en donker, van (gefeedbackte) stilte, noise en drone versterken de materialiteit van de ervaring. Waar de white cube van het solo-optreden vooral een fascinerend object maakt, dat heel langzaam vragen loslaat over de verhouding tussen beeldende kunst en dans, wordt in de wereld van de zwarte doos het verschijnen en verdwijnen van de drie figuren bespookt door vragen over tijdelijkheid en vergankelijkheid.
Humor
Bombyx Mori is als een marionettenspel van binnenuit, waarbij de poppenspelers poppen zijn geworden die zich ontpoppen door toe te geven aan de vloeibaarheid van de zijde. Al steken hun hoofdjes zo nu en dan boven de materie uit, de performers blijven ‘operators’, in gevecht met de elementen. De zijde heerst als stralende bemiddelaar. Dit levert soms ook komische momenten op. Maciejewska voedt heel welbewust de nieuwsgierigheid van de toeschouwer. Het ‘iets’ kan ieder moment weer in nietserigheid vervallen, het koddige of clowneske komt langs. Maar in het zwart-witte universum van Bombyx Mori ontwikkelen de overweldigende formaties een eigen dramatiek, voorbij de strijd van de spelers met de stof of met elkaar.
Bombyx Mori springt op een schijnbaar achteloze manier over allerlei artistieke hekjes en sociale verplichtingen in dans. Het schenkt bovendien liefdevol aandacht aan de erfenis van Loie Fuller, maar brengt die ook een stap verder. Voorbij de spectaculaire solo, speelt het stuk in de mis-en-scene en de timing van het drietal met mogelijke uitgangssituaties voor een sociale context of betekenisvolle beelden. Maar nooit lost de voorstelling die verwachtingen in. Beckett zou jaloers zijn. Zijn Quad haalt het niet bij Maciejewska’s even existentiële als principiële, maar ook speelse geste, over wat beweging doet en hoe wij bewogen worden, onze tijd doorbrengen tussen iets en niets.
Bombyx Mori bij Veem House of Performance, vrijdag 23 en zaterdag 24 september in Amsterdam, en tijdens Nederlandse Dansdagen in Maastricht op zaterdag 8 oktober. Voor meer informatie zie de websites van Veem and Nederlandse Dansdagen. Het eerste werk van Ola Maciejewska, de solo Tekton en de dansfilm Cosmopol, werden ondersteund door Productiehuis Rotterdam.