TivoliVredenburg is een gebouw als een festival. ontelbare podia, bars, een café en een restaurant, honderden mensen aan het werk, duizenden binnen op een avond. Ik kwam er altijd te weinig. Maar als ik er kwam was het feest. Een gebouw gerund door en bezocht door supergemotiveerde mensen met maar één doel: zoveel mogelijk muziek voor zoveel mogelijk mensen. Tot 12 maart 2020.
Ik dacht even dat alles over de lockdown al geschreven en gezegd was. Ik merk zelfs een stevige coronamoeheid. Bij mezelf, maar ook bij de bezoekers van deze site. We willen weer uit, en het kost steeds meer moeite begrip te hebben voor de inconsequenties in het beleid, dat festivals en volle winkelstraten gelijkschakelt met musea en theaters. Dus lezen over wat niet kan is deprimerend. Schrijven ook, dat mag u gerust weten.
Comfort
Maar nu is er dus een boek dat op de een of andere manier troost biedt: ‘OFF/ON, concertpodium tijdens een pandemie’, geschreven door journalisten Nicoline Baartman en Jos Stoopman, featuring Jeroen Bartelse, directeur en baas van de taskforce van de culturele sector. Het is het verhaal van het gebouw als een festival dat plotseling dicht ging, waar het levensbloed uit verdween in de vorm van de kilometers bierleiding die op de eerste lockdownavond geleegd werd door het personeel. Maar het is ook het verhaal van mensen die met een absurde hoeveelheid creativiteit en vooral doorzettingsvermogen iets totaal nieuws hebben ontwikkeld.
Zou Corona ooit tot iets nieuws leiden? Dat vroeg iedereen zich af en het werd het cliché van deze pandemie: never waste a good crisis. En al wil ik deze vet neoliberale dooddoener liever niet herhalen: TivoliVredenburg heeft de crisis gebruikt om te overleven, en heeft al doende iets nieuws ontwikkeld. Inmiddels is het festivalpaleis niet alleen in staat door te werken met miniconcerten zolang dat kan, in de tussentijd is het een mediapaleis geworden.
Never waste?
Wat begon als streamen uit noodzaak, met ter elfder ure ingevlogen materiaal en techniek, is nu, in een dik jaar, uitgegroeid tot een geoliede culturele multimedia-organisatie, die ruimte biedt aan een ongelooflijk breed scala aan online cultuur.
Dit boek beschrijft hoe het zover kon komen, en het is goed om te lezen dat dat niet is vanwege slimme koppen die eens lekker onder het motto van ‘never waste…’ bij elkaar gingen zitten, maar door pure paniek, doodsstrijd, menselijke moed en inventiviteit, dankzij een organisatie die daar op alle niveaus ruimte voor biedt. En waarom is dat goed om te lezen? Het laat zien hoe de mensen elkaar opzochten en vasthielden, terwijl alles tegenzat.
Taskforce
Directeur Jeroen Bartelse, die zijn dagboek deelt als directeur, maar ook als baas van de Taskforce die lobby voerde voor steun en routekaarten, leren we kennen als iemand die ‘zijn’ minister soms achter het behang wil plakken, maar diplomaat genoeg is om ook in te zien wanneer het even niet wil lukken. De strijd om de miljoenen is keihard geweest, zoveel wordt duidelijk.
Een culturele sector in een bitter gevecht om te overleven, in een wereld die per dag probeert uit te vinden hoe een wereldwijde pandemie het hoofd te bieden. Het boek Off/On zou, in het beste geval, een mooie afsluiting hebben kunnen betekenen voor een absurd jaar, waarin dit gebouw staat voor een sector, een land, een bevolking die uit overlevingsdrang zichzelf herdefinieert.
Het is nu – helaas – een tussenstand: een herinnering voor verderop in deze crisis, als de hoop ons weer eens in de schoenen is gezakt: in dat eerste jaar hebben we zo ontzettend veel voor elkaar gekregen. Ondanks alles.
Dat moeten we vasthouden.