In de serie In Perspectief kijkt Erik Akkermans terug en vooruit naar ontwikkelingen in cultuurbeleid en -praktijk. Vandaag: het Cultureel Forum in Budapest in 1985 en een hernieuwde koude oorlog.
Dit jaar is het 35 jaar geleden dat de Berlijnse muur viel. Nog maar kort daarvoor werd er tussen Warschaupact en NAVO-landen intensief gesproken over veiligheid, ontwapening en vrije culturele uitwisseling. Anders dan verwacht is na de val van de Muur niet een permanente weg van ontspanning ingeslagen. Veiligheid én bewapening zijn als onderwerp weer hoogst actueel. Voor vrije culturele uitwisseling staan soms politieke of commerciële manipulatie in de weg en bezwaren die tot cancelen leiden.
Glas en hout uit het Oostblok
De zaal was zoals een conferentiezaal in Oost Europa moest zijn: van alles veel. Veel glimmend hout, veel licht uit veel glazen lampen, veel en dikke vloerkleden. Tweemaal meterslange tafels, tegenover elkaar geplaatst. Op de pseudo damasten tafelkleedjes stonden zware waterkaraffen en grote glazen asbakken. Aan de tafels aan overzijde zaten de Oost-Europese delegaties. Aan ‘onze’ kant de vertegenwoordigers van het NAVO- blok.
Hier in de zaal vond een van de sessies plaats van het Europees Culturele Forum, Boedapest 1985. De conferentie duurde zes weken. Conferentiegangers losten elkaar af en draaiden één of twee weken mee. Nu eens was de beeldende kunst aan de beurt, dan weer de film, enzovoorts. Tot dit ‘Cultureel Forum’ onder Hongaars gastheerschap was besloten in Madrid. Daar kwamen in 1983 de landen bijeen van de CVSE, de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa die de spanningen tussen Oost en West moest verminderen. En Madrid vloeide weer voort uit de akkoorden van Helsinki die de CVSE in 1975 had opgeleverd1. ‘Helsinki’ ging bijvoorbeeld over ‘het zich onthouden van dreiging met of gebruik van geweld’, ‘onschendbaarheid van de grenzen’ of ‘niet -inmenging in binnenlandse aangelegenheden’.
Oude kost dus, van vijftig jaar geleden! Helsinki sloot af met vier zogenoemde ‘manden’: het akkoord ging niet alleen over ontwapening en veiligheid, maar ook over economie, wetenschap en technologie, milieukwesties én over de vrije uitwisseling van informatie en cultuur. In Madrid, vijf jaar later, kwamen de landen nogmaals overeen om zich maximaal in te spannen voor herstel van vertrouwen en stabiliteit In de wederzijdse relaties. Over twee jaar moest er daarom een expert meeting plaatsvinden in Ottawa, Canada, over mensenrechten en fundamentele vrijheden. Een jaar eerder al zouden de landen elkaar in Stockholm treffen over veiligheid en ontwapening. In dit rijtje afspraken paste de conferentie in Boedapest.
Grass en Bernlef
Alle 35 landen van de CVSE hadden delegaties gestuurd, diplomaten, maar ook ‘leidende persoonlijkheden op het terrein van cultuur’: vertegenwoordigers van culturele organisaties, architecten, beeldend kunstenaars, schrijvers, filmers, museumdirecteuren. Onder hen bijvoorbeeld de Italiaanse cineast Fellini, de Franse politiek filosoof Régis Debray, de Duitse auteur Günter Grass. Uit ons land namen onder meer schrijver, dichter (en jazzkenner) Henk Bernlef deel en museumdirecteur Liesbeth Brandt Corstius. Zelf was ik aangezocht voor het bredere onderdeel ‘wederzijdse culturele kennisuitwisseling’. Dat ik juist deelnam in de week waarin de Nederlandse regering – ‘Helsinki’ of niet – het plaatsingsbesluit voor de Amerikaanse kruisraketten ondertekende2 was naar mijn gevoel bizar.
Onder de titel “Schrijven of Onderschrijven” publiceerde Bernlef na terugkeer een verslag in NRC Handelsblad. Hij schreef “Wat zou ik hier moeten doen? Er werd eigenlijk niets speciaals van mij verwacht. Als het maar constructief was, hadden ze in Den Haag gezegd. Ik mocht voorstellen doen die zouden bijdragen aan de intensivering van het contact tussen de verschillende landen van Europa.” 3
De val van de Berlijnse Muur zou niet lang meer op zich laten wachten, maar nu was de Koude Oorlog nog in het stadium van vrieskou. De vrije uitwisseling van gedachten die de regeringsleiders en diplomaten misschien wel naïef hadden beoogd of geraffineerd zeiden te beogen was in de praktijk grotendeels een partijtje volleybal.
Het Westblok besteedde veel spreektijd aan het gebrek aan vrijheid van meningsuiting. Er viel op de oostzijde, als werden er onophoudelijk rakketten afgevuurd, een permanente regen aan verwijten op dit vlak. De officials van het Oostblok antwoordden met een vernuftig repertoire aan ontkenning, niet begrijpen, jij- bakken, ‘opheldering van misverstanden’ of formalistische redeneringen. Omgekeerd spraken Oostbloklanden hun bezorgdheid, zo niet afkeer, uit over de macht van de commercie, de toenemende decadentie en het gebrek aan sociale samenhang in de Westerse cultuur.
Dat bleek ook uit de aard van een groot deel van de tientallen voorstellen die delegaties of individuele vertegenwoordigers indienden. De Duitse Democratische Republiek en de Sovjet Unie bepleitten bijvoorbeeld het waarborgen van culturele mensenrechten door middel van het ‘democratiseren van cultuur.’ Democratisering had hier een eigen definitie. De Sovjet Unie riep filmmakers op actief stelling te nemen tegen ‘alles wat de ziel van de kijker vervuilt en zijn waardigheid naar beneden haalt.’ Hongarije, Polen en nogmaals de Sovjet Unie wilden de diversiteit en eigenheid van de verschillende culturen waarborgen en hen beschermen tegen de schadelijke gevolgen van de cultuurindustrie. Van de Verenigde Staten, Luxemburg, Nederland en het Verenigd Koninkrijk lag er dan weer een oproep om niets In de weg te leggen van degenen die opkwamen voor de belangen van kunstenaars en kunstorganisaties.
Geen vrije uitwisseling over vrije uitwisseling
Dat het niet zo’n hele vrije uitwisseling van gedachten zou worden bleek al bij de start van de conferentie. Leden van de informele International Helsinki Delegation hadden ruimtes gereserveerd in het keurige Dunas Interconinental Hotel voor een open discussie tussen schrijvers uit oost en west. Maar bij aankomst bleken de reserveringen van hogerhand geannuleerd. De groep vond onderdak in een groot privé-appartement aan de Donau waar ze een schaduwconferentie liet plaatsvinden. Al had ze eerder een verbod op samenkomst uitgevaardigd, uiteindelijk gedoogde de Hongaarse regering dit. De gastheer zat klem tussen de verwachtingen uit West-Europa en de druk van de Sovjet autoriteiten,
Rembrandt bood een treffende illustratie van de bestaande spanning tussen het Oostblok en het westen en hoe die ook de cultuur raakte. “ De arme Rembrandt zou niet hebben kunnen geloven dat zijn werken uit Amerika zouden worden geweerd omdat zij uit de Hermitage van Leningrad afkomstig waren. Althans, dat geeft de Sovjetunie op als reden waarom een tentoonstelling niet is doorgegaan."4, schreef het Algemeen Dagblad in oktober 1985.
Je associeert dit onwillekeurig met het recente einde van de Amsterdamse Hermitage, na de inval in Oekraïne.
Oost of West, we deden allemaal heel erg ons best. We stelden resoluties en aanbevelingen op, gaven hoog op van de culturele prestaties in onze landen, straalden de verwachting uit dat Europa één zou worden – en liefst wel óns Europa- en dat we met het grootste gemak elkaars cultuuraanbod zouden gaan consumeren. Maar met name de Russen zeiden dat we hun ware en betekenisvolle kunstenaars helemaal niet kenden en dat wij achter de verkeerde personen aanliepen die gearresteerd of in hun werk gehinderd waren omdat ze nu eenmaal kennelijk iets crimineels op hun kerfstok hadden.
Bernlef in zijn verslag: “ Francis King, een Britse auteur, toneel criticus en voorzitter van de Engelse afdeling van de PEN- club5 vraagt zich af hoe het toch komt dat zoveel Russische schrijvers geestelijk gestoord blijken en behandeld moeten worden in inrichtingen. Zijn ironie is aan dovemans oren gericht. Het antwoord luidt dat de statistieken dit niet bevestigen.”
Intussen gaven de westerse landen hoog op van hun pluriforme media en cultuuraanbod, maar hadden ze niet zoveel weerwoord als het om de commercialisering ging, de verloedering en manipulatie die dat met zich meebracht. Had de West-Duitse filosoof Habermas ons daar al niet heel duidelijk voor gewaarschuwd?6 En dan wezen ze er nog niet eens op dat juist deze maand een voorstelling van Fassbinders “Het Vuil, de Stad en de Dood “ in Frankfurt wegens protesten moest worden afgebroken. 7 De West-Europese bevolking accepteerde kennelijk ook niet zomaar alles.
Twee maal één richting
De beoogde open dialoog kwam In de praktijk vaak neer op tweemaal eenrichtingsverkeer. Er kwam het moment dat ik genoeg kreeg van het wederzijds eenzijdig gedram. Ik stelde dus maar aan de orde dat ook in NAVO-landen de vrije uitwisseling van gedachten niet altijd was gewaarborgd. Ik wees op de situatie in Turkije. De Turkse delegatie zat ver van mij vandaan, helemaal links aan de lange tafel. Maar de ontstemming bereikte me al direct. Een dag later sprak de Nederlandse delegatieleider Jalink, voormalig Nederlands ambassadeur in Rome, mij vaderlijk vermanend toe. Hij had het van zijn collega’s flink voor zijn kiezen gekregen. De NAVO landen moesten hier eenheid uitstralen; je moest het eigen nest niet bevuilen.
Al bleef ik vinden dat kritische zelfreflectie juist een West-Europese kracht was en we dus ook openlijk naar onszelf moesten kijken, het weerhield me er niet van maar weer ijverig mee te doen met vingerwijzen in oostelijke richting en mee te schrijven aan de resoluties die de vrije uitwisseling bepleitten. Of ze zelf te schrijven, bijvoorbeeld de oproep aan regeringen om als hierom werd gevraagd, ‘in de geest van Helsinki’ tenminste open informatie te geven over kunstenaars die het vanwege hun werk met de overheid aan de stok hadden gekregen.
Ook zorgde ik dat alle delegaties foldertjes in handen kregen van AIDA, de vanuit Frankrijk door onder meer filmmaker Claude Lelouche en theatermaker Ariane Mnouchkine opgerichte organisatie die opkwam voor bedreigde kunstenaars. De Tsjechische toneelschrijver Václav Havel was een van de eerste en een van de weinig echt succesvol verlopen adoptiegevallen in de samenwerking van Amnesty, PEN-International en AIDA. Toen ik Havel tien jaar later op de binnenplaats van de theaterschool In Praag de hand mocht schudden was hij inmiddels president van zijn land.
Van Budapest naar Wenen
De resultaten van het Europees Cultureel Forum In Boedapest waren niet om over naar huis te schrijven. Bijna letterlijk niet: op het internetarchief van de CVSE is niet iets als een slotverklaring te vinden. Ook al was er zes weken gepraat. Ook al was er zoveel papier uitgedeeld. Nogmaals Bernlef: “De diplomaten lijken tevreden. Druk lopen ze heen en weer, papieren vergelijkend, formuleringen wijzigend, alsof dit de werkelijkheid is en woorden gelijk staan aan daden. Misschien moet je dat ook wel geloven, wil je diplomaat blijven.” De delegaties hadden elkaar echter niet bereikt.
Er was nog het sympathiek ontvangen voorstel van Günter Grass om een Europees Cultureel Instituut voor permanente uitwisseling op te richten, te vestigen in Boedapest, met kantoren in Amsterdam en Wenen en met eigen tijdschrift en mediaprogramma’s. Het werd uiteindelijk niet omarmd: té grote kans op heel veel zand in een kleine machine.
Daarmee verviel het enige concrete, kans hebbende voorstel. Misschien, s avonds bij de informele ontmoetingen in de kroeg, zijn er vonkjes van begrip over gesprongen en kleine doses hoop en aanmoediging die aan beide kanten van het al bijna verroeste IJzeren Gordijn iets in het denken en het doen zouden veranderen.
In 1986 kwamen de CVSE landen opnieuw bijeen, nu in Wenen. Het slotdocument verscheen pas drie jaar later, in het jaar dat de Muur viel.8 De vier verschillende ‘manden’ waren er aan de orde, dus kwamen de landen ook terug op de cultuurconferentie in Boedapest. Ze moesten toegeven dat er in Boedapest geen conclusies waren bereikt, maar nu was er in Wenen opnieuw gepraat over de vele zinvolle ideeën en voorstellen, ze waren er de ‘leidende culturele persoonlijkheden’ in Boedapest alsnog zeer dankbaar voor en In de praktijk handelden de landen er al vaak naar, zeiden ze. Ze kwamen in het slotdocument opnieuw veel mooie voornemens overeen. Over vrije uitwisseling van cultuur, samenwerking tussen mensen en organisaties over grenzen heen, het aanmoedigen van persoonlijke contacten en zo meer.
Als je het leest krijg je er driemaal tranen van in je ogen. De eerste keer omdat het allemaal zo goed bedoeld is. De tweede keer omdat de val van de Muur, de onttakeling van het Oostblok en de neoliberale en technologische ontwikkelingen maken dat je die teksten nu zo anders en voor een deel als achterhaald leest. De derde keer is politieke actualiteit de oorzaak.
De euforie over de val van de Berlijnse muur en de ineenstorting van de Sovjet Unie ligt achter ons. Maar hier en daar vlamt heimwee naar de Sovjet tijd weer op. Er zijn nieuwe koude oorlogen, verbonden met hete krijg elders: aangrijpend oorlogsleed in verschillende werelddelen. Onveranderd en onverminderd is het superieur moralisme en gebrek aan kritische zelfreflectie in een groot deel van de westerse wereld.
Het democratisch besef vermindert intussen wel. Tegenover agressief gedrag van regerende schurken weten we weinig anders te plaatsen dan cancelen en boycotten, ook van burgers die zelf onder hun leiders lijden of er op zijn minst afstand toe voelen.
Mag Russische muziek nog gehoord worden, Russische literatuur nog gelezen? Mogen sporters uit Iran met wedstrijden meedoen? Mogen Israëli’s deelnemen aan het Eurovisie Songfestival?
Waar met de meeste boycots weinig of niets is bereikt en we individuele medemensen in de kou laten staan kunnen we beter de vrije uitwisseling op persoonlijke basis overeind houden van sporters, wetenschappers, journalisten, kunstenaars en filosofen uit welk land dan ook. Mits niet de representant van hun regering. Mits er niets verzwegen hoeft te worden. Wel komt, als basis voor een echte dialoog, wederzijds respect en nieuwsgierigheid in de plaats van bevooroordeeld en superieur moralisme. Wie niet kritisch naar zichzelf kan luisteren, kan dat ook niet naar een ander. We horen dan alleen wat we zelf al weten.
Erik Akkermans
ERIK AKKERMANS is bestuurder, adviseur en publicist. Hij was voorzitter van het platform voor de arbeidsmarkt culturele en creatieve sector Platform ACCT en van diverse andere organisaties. Hij begon zijn carrière in 1977 als directeur van de Federatie van Kunstenaarsverenigingen en was in 1980 medeoprichter en de eerste voorzitter van AIDA NEDERLAND.
Nuts
1 Slotakte Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa, Helsinki augustus 1975, Nederlandse tekst gepubliceerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
2 Daily News van het Hongaars Persbureau, 5 november 1985: “ Ondanks massaal protest ondertekent Nederland raketten-akkoord.”
3 NRC Handelsblad, 22 november 1985
4 Algemeen Dagblad, 14-10-1985
5 PEN-international is de internationale organisatie die literatuur promoot en de vrijheid van meningsuiting voor schrijvers verdedigt.
6 Habermas, socioloog van de Frankfurter Schule, schreef onder meer Strukturwandel der Offentlichtkeit (1962)
7 Daily News Hongaars Persbrueau, 2 november 1985.
8 Concluding Document of the Vienna Meeting1986 of representatives of the participating states of the Conference on Security en Co-operation in Europe, Vienna 1989