Le ellende in Groningen is wat groter dan we dachten. Inmiddels blijkt het Grand Theatre minstens 250.000 rood te staan. And counting. Geld dat het door de stad Groningen gesubsidieerde theater vooral schuldig is aan kunstenaars. Choreografe Dunja Djocic had bijvoorbeeld 90.000 euro subsidie ontvangen om 2 jaar lang voorstellingen te kunnen maken bij het Grand. Theatermaker Andreas Denk had voor één jaar 55.000 euro subsidie gestald in het theater. Deze in totaal 145.000 euro aan geld voor makers is verdwenen in de financiële chaos die het Grand is geworden onder de vertrokken directeur Paul S.
Het Fonds Podiumkunsten, dat de subsidie aan deze twee makers had toegekend, laat weten dat zij hun werk elders af kunnen maken. Dat betekent dat zij, en hun medewerkers, geen risico meer lopen op een persoonlijk faillissement. Het Fonds moet de 145.000 euro nu wel zelf putten uit de eigen reserves.
“We hebben dit nog nooit meegemaakt, en hopen het ook nooit meer mee te hoeven maken.” vertelt een woordvoerder van het Fonds desgevraagd. Minder fortuinlijk zijn groepen als Touki Delphine en Wunderbaum, die het afgelopen jaar in Groningen werkten met het Grand Theatre. Zij moeten gewoon achteraan sluiten in de rij schuldeisers die inmiddels aardig begint te groeien. Net als mensen die eigen overeenkomsten hadden, tot inderdaad bedragen van 20.000 euro voor een kleine zelfstandige theatertechnicus.
We kunnen inmiddels stellen dat de financiële handelingen onder verantwoordelijkheid van directeur S een beetje verdacht beginnen te worden. Toen hij aantrad bedroeg de financiële reserve van het Grand nog 250.000 euro. Volgens de officiële stukken is daar tijdens zijn bewind twee keer 80.000 euro op ingeteerd. Aan het begin van 2014 was er officieel dus nog maar 80.000 euro in kas. Dat er nu een tekort is van minstens 250.000 euro kan betekenen dat de directeur in 2014 loos is gegaan op de bankrekening, of dat hij de eerdere verliezen rooskleuriger heeft voorgesteld dan ze waren.
In dat geval zou de Raad van Toezicht van het Grand Theatre enigszins worden vrijgepleit. Dan zou het zomaar kunnen zijn dat de Raad niet eerder dan dit jaar kón ontdekken dat de financiële poep alle spreekwoordelijke ventilatieroosters had geraakt, en dat de ellende pas na het vertrek van directeur S vertrek echt duidelijk werd. Dat vertelt een van de betrokkenen ook: “Ik begreep dat sommigen al eerder nattigheid voelden maar het ging ineens heel snel, het niet uitbetalen en zo…”
De reden waarom ik overigens de naam van directeur S niet meer voluit kan schrijven, is om te voorkomen dat Google onze artikelen uit de zoekresutaten haalt. Wie namelijk online zoekt naar Paul S zal ontdekken dat hij een succesvol beroep heeft gedaan op de Europese ‘vergeet mij’-regeling, waarmee personen hen ongevallige berichtgeving uit Google kunnen laten verwijderen. Daarom is er ook nauwelijks onderzoek te doen naar S’ werk bij het Utrechtse Jeugdtheatergezelschap Het Filiaal. Smelts opvolger bij dat succesvolle Jeugdtheatergezelschap laat alleen weten dat er ‘in ieder geval geen financiële lijken in de kast’ verschenen, en dat het gedwongen vertrek van de zakelijk leider vooral in de persoonlijke sfeer lag. De directeur heeft daarna korte tijd een restaurant gerund.
De directeur heeft dit keer bij zijn vertrek een half jaarsalaris meegekregen. Vraag is of dat in één keer is uitbetaald, of dat de directeur nu ook zelf een van de schuldeisers is. Vraag is natuurlijk nog meer: waarom heeft de Raad van Toezicht deze man uberhaupt afgekocht? Wat had hij voor argumenten om hen zover te krijgen? Dat blijft nog even onbekend.
Misschien wel iets om rekening mee te houden voor diegenen die de crowdfunding willen steunen die in Groningen is opgezet om het Grand te behouden.