Het Nederlands Film Festival staat op het punt van losbarsten. Een ruime week met een breed overzicht van alles wat beweegt op de Nederlandse schermen, van publieksfilm tot korte studentenfilm. Het afgelopen jaar was rumoerig: regisseurs, editors en cameramensen toonden zich somber over de kwaliteit en het lef van de vaderlandse film. Bezoekersaantallen lijken ook niet over te houden, hoewel er nog geen cijfers zijn. Maar in al deze ellende is er een klein dorpje dat moedig stand houdt. Het dorpje van het Forum van de Regisseurs. Voor de vijfde keer organiseren Dana Linssen en Jan Pieter Ekker een programma waar eigenzinnige kwaliteit voorop staat. Reden voor een gesprek.
5 jaar geleden begonnen Linssen en Ekker met het forum op uitnodiging van de vorige directeur, Willemien van Aalst. Het idee was – en is – om filmkritiek weer een plek te geven op het festival. En om de films waar zij van houden een podium te geven. Want hoewel de selectie voor doorgewinterde cinefielen het neusje van de zalm is, zijn het vooral films die in de bioscoop geen groot publiek trekken.
Toch zijn het volgens Ekker geen zielige films. Stuk voor stuk zijn ze bijzonder genoeg om er een nieuw soort podium aan te geven. Ze willen daarom echt iets bijzonders doen voor de makers: dwarsverbanden leggen met andere kunsten, lange serieuze nagesprekken. Het is altijd gesteggel om het voor elkaar te krijgen, elk tijdslot moet bevochten worden. Het Forum moet een warm bad zijn voor de regisseurs, met diner vooraf en een goed gesprek na. Eigenlijk zou dat voor het hele festival moeten gelden natuurlijk.
Lastig imago
Ekker haalt zijn neus niet op voor films als Gooische Vrouwen en de andere grote publieksfilms. Het een heeft het ander nodig. ‘In een gezonde filmindustrie floreert de publieksfilm en de kleine film. Voor allebei is er ruimte, voor allebei is een publiek te vinden.’
Bij veel mensen heeft de Nederlandse film dat lastige imago van platte publieksfilm, waardoor het heel moeilijk is om mensen te trekken. Bij mij is dat beeld ook hardnekkig. En dat terwijl ik in Rotterdam twee prachtige Nederlandse films zag: Beast in the Jungle van Clara van Gool, en God Only Knows van Mijke de Jong. Allebei echt heel erg goede films. Instinct, die openingsfilm is, heb ik nog niet gezien, maar de verwachtingen zijn hooggespannen.
‘Het is heel knap wat Halina Reijn in haar eerste film heeft bereikt. Bij Instinct was het lang onduidelijk waar hij opgepakt zou worden, nationaal en internationaal. Voor mij was het helder dat de film in het Forum moest, maar dat werd lastig toen het ook de openingsfilm werd. Toch bijt dat elkaar helemaal niet. Op vrijdag is de glamour opening met Halina in haar mooiste jurk en Carice van Houten en Marwan Kenzari op de rode loper. En dan op zaterdag kan Halina in haar spijkerbroek komen praten over het maakproces. Dat laat de breedte zien van het festival en de Nederlandse film.’
Franchir les frontières
Ekker en Linssen kiezen liever een film waar ze het niet over eens zijn, dan een film die ze allebei ‘wel aardig’ vinden. ‘Wel aardig’ is niet goed genoeg, dat valt gelijk af. In iedere film zit wel iets waarvan je denkt dat het misschien beter kan, maar ook en vooral iets wat ze heel bijzonder vinden. Makers die iets durven, die grenzen overschrijden en iets proberen wat ze nog niet eerder hebben gedaan.
Wat wil je zeggen tegen mensen zoals ik die maar blijven mopperen over de Nederlandse film?
‘Kom gewoon maar kijken naar wat er allemaal is gemaakt. Take Me Somewhere Nice is het mooiste wat er in jaren is gemaakt. Veel mensen vinden hem zwart en naar, maar er zitten heel veel lagen in en er zit een lichtheid in. Het gaat natuurlijk over de oorlog, maar het wordt nergens expliciet genoemd. Het is hier allemaal in beeld gevangen, er zit niets in zonder bedoeling. Maar het zit overal net naast, je moet er als kijker net iets meer je best voor doen.’
‘De Libi is iets heel anders. Regisseur Shady El-Hamus weet heel goed voor wie het gemaakt is en dan klopt alles eraan. Dat is waar we naar op zoek zijn. Nu Verandert Er Langzaam Iets is niet genomineerd voor een kalf door de vakgenoten. Onvoorstelbaar. Er is zo goed nagedacht over de vorm die Menna Laura Meijer laat zien en dat roept op bij de kijker. Bij jou is het pijnlijke herkenning, bijvoorbeeld.
Alle makers hebben nagedacht over de beste manier waarop ze een verhaal kunt vertellen. Deze regisseurs schrijven vaak ook en bemoeien zich met alles. Is dat het misschien dat het onderscheidt dat het een auteursfilm is of is dat een rot-term?
‘Ja dat is een rot-term, zoals alle termen eigenlijk moeizaam zijn. Ate de Jong tweette vorig jaar dat we een reservaat hadden opgericht voor films waar niemand naartoe komt en met een soort polderauteurschap.’
Alle registers
‘Wij vinden het heel leuk om te doen, maar het gaat echt om de film. We zitten ieder jaar ook met het filmfonds te denken hoe je het meeste publiek hiervoor naar de bioscoop kunt trekken. Je moet echt alle registers opentrekken en q&a’s doen met de makers. En dat kan dus hier in Utrecht.’
Heb je in de 5 jaar Forum van de regisseurs iets zien veranderen?
‘Nee, er wordt heel veel gemopperd, maar elk jaar zijn er prachtige films. En soms lukken dingen niet. We hadden heel graag de installatie Nightfall van Jeroen Eijsinga naar de kerk naast het gemeentemuseum gehaald. Maar dan moesten we een hele goede beamer en een enorm scherm regelen en dat was praktisch niet haalbaar. Nu gaat het naar Rotterdam. Jammer, denk ik dan, die had bij ons gemoeten. Dat werk is zo bijzonder.’
Voor het laatst
‘De selectie komt heel intuïtief tot stand. We hebben een Google Doc en daar zetten we titels in. De bovenste 6 zijn bijna vanzelf geselecteerd. De andere films, dat wordt een gesprek. We zouden wel meer willen vertonen, maar elk slot is vechten.’
‘Bezoekersaantallen schommelen. Dat is voor Utrecht natuurlijk wel een probleem, als gesubsidieerde instelling. Zij worden afgerekend op zaalbezetting. Maar we gaan er met gestrekt been in en hebben wel honderd procent de vrije hand. We willen ieder jaar met een open instelling beginnen, kijken hoe het het beste kan, hoe je het beste kunt inleiden. Dit jaar hoorden we dat het het laatste jaar was. Er zijn ongetwijfeld anderen die ook een forum of iets dergelijks kunnen samenstellen, maar wij vinden het jammer. En we horen gelukkig van veel mensen dat ze het ook jammer vinden.’
Onbegrijpelijk
Een onbegrijpelijke beslissing. Het paradepaardje van het festival, waar je ook internationaal kunt pronken met de kwaliteit van de Nederlandse film. Dit programma ontkracht in zijn eentje alle vooroordelen die leven, ook bij mij, over onze filmcultuur. Het toont films met durf, die soms uit de bocht vliegen, maar in ieder geval niet veilig zijn. Ekker is benieuwd wat er met het forum gaat gebeuren. Want het doel is om wel iets te blijven organiseren voor dit soort mooie maar lastige films. Welke vorm dat gaat krijgen, is nu nog niet bekend. Eerst maar eens de laatste editie. Die ziet er goed uit.
‘We hebben er enorm veel zin in. Maar het is ook een beetje raar.’
In een reactie laat het Nederlands Film Festival weten dat dit inderdaad het laatste Forum van de Regisseurs is voor Dana Linssen en Jan Pieter Ekker, maar dat het volgend jaar gewoon weer geprogrammeerd wordt.