Met rode konen hang ik een beetje verbouwereerd de telefoon op. Zojuist had ik een telefonische afspraak die een hele andere wending nam. Ik voerde kort gesprek met een voor mij nog onbekende theaterprogrammeur. Ze vertelde helaas niks bij ons impresariaat te programmeren, want in haar stad was er echt geen behoefte aan artistieke voorstellingen. Deze dame stelde dat haar publiek echt uniek is. Dat publiek vinden voor theatervoorstellingen anders dan een commerciële titel, in haar stad onmogelijk was. Dus dat er bij hun theater niet toegehapt wordt op de artistiek inhoudelijke voorstellingen die ik in mijn aanbod heb. Dat de kaartverkoop van die voorstellingen, ook al zijn ze van de BIS gezelschappen, echt te erg achterblijft en dat de ouders in haar stad gewoon niet zitten te wachten op “dit soort” voorstellingen.
Subtiel reageerde ik dat momenteel bijna elk theater hierin uitdagingen ziet voor de ouders van nu. Maar welke ingang ik ook probeerde om met deze vast zeer vriendelijke theaterprogrammeur mee te denken, alle ideeën werden afgewezen. Ze ging er zeker nog naar kijken. “Het aanbod is mooi, maar…”
Niet uniek.
Ik ben werkelijk verbaasd over dit gesprek. Ik zit verbluft naar mijn beeldscherm te kijken en denk “hoe dan?!”. Het gebeurt me zo vaak dat een programmeur vertelt dat jeugdtheater bij “hen” in de stad zo ontzettend moeilijk is. Dat de ouders in “hun” dorp enkel naar de commerciële namen willen gaan. Dat het voor “hun” theater echt zo anders werkt dan bij anderen. Maar daar wil ik eigenlijk wel voor eens en voor altijd van af zijn. Overal in Nederland, in elke stad en in elk dorp, is het lastig om ouders en kinderen naar het theater te krijgen. Helaas ben je daar niet uniek in! Helaas is het lastig om publiek naar het theater te krijgen, maar als je enkel commercieel theater neerzet, verander je dat natuurlijk nooit!
Ouders worden ook geboren.
Maar ook een kans, want elk jaar worden er weer nieuwe ouders geboren! Dus weer nieuwe kansen om publiek voor jouw theater in zijn geheel op te bouwen. Dus ja, het is een moeilijke markt, maar dit is ook dé markt waar je het voortbestaan van jouw theater kunt garanderen. Want als ouders een geweldige ervaring hebben bij een jeugdtheatervoorstelling, dan is de kans groter dat ze ook eens naar een voorstelling in het reguliere programma gaan.
Dus mijn vragen: Wie wil je over 10 jaar in je zaal hebben? Wie zorgt ervoor dat je over 20 jaar nog kan bestaan? Met welke voorstellingen hou je jouw theater in leven? Heb je als missie om over 20 jaar enkel de voorstellingen van Roy Donders en Nienke van der Plas te programmeren? Of wil je over 20 jaar ook Orkater, Toneelschuur, Oostpool, Scapino en ga zo maar door een plekje kunnen geven? Wil je dat laatste, omdat je ook denkt dat theater meer is dan televisie op een podium? Omdat je ook denkt dat de verbeelding en verwondering in theater meer is dan een ladies night? Omdat je ook denkt dat de podiumkunsten een vak is waar zoveel passie in zit dat het mensen veel dieper kan inspireren dan wat dan ook? Omdat je er ook van overtuigd bent dat we met theater meer teweeg kunnen brengen in een leven dan enkel dat moment in die zaal? Omdat je om welke reden dan ook wilt dat jouw theater gewoon een meerwaarde heeft in jouw regio?
Wat is je bestaansrecht over twintig jaar?
Dan moet je nu anders gaan kijken naar jouw jeugdtheaterprogrammering! Dan moet je je niet verschuilen achter “de wensen” van jouw publiek die eigenlijk alleen maar gaan om korte termijn succes. Dan kan je niet denken “ons theaterpubliek is zo uniek” en “bij ons is er gewoon geen vraag naar echt jeugdtheater”. Want als je dat doet dan komt die vraag er nooit en laten we eerlijk zijn, wat is het bestaansrecht van jouw theater dan over 20 jaar?
Persoonlijk vraag ik me af waarom je dit moet willen faciliteren, maar ik ben me bewust van mijn smaak. De kans dat het publiek dat naar Frans Bauer gaat de volgende keer naar De verleiders, Horror of een Woiski, woiski komt kijken, is natuurlijk zeer beperkt. De smaak van dit publiek is grotendeels al gevormd en er is al besloten “Theater is niks voor mij”.
Ouders zijn anders!
Voor ouders is dit heel anders! Zij willen namelijk hun kind een culturele opvoeding geven. Ook al houden ze zelf niet echt van theater, ze willen hun kinderen over het algemeen alle kansen bieden om een succesvol mens te zijn. Hoewel zij zichzelf niet identificeren met die “witte, oude, theoretisch opgeleide elite” in het theater, willen ze vaak hun kind daar wél de kans toe bieden. Wist je bijvoorbeeld dat uit onderzoek is gebleken dat een bruisend theater voor toekomstige ouders een motivatie is om in een stad een huis te kopen? Ook als ze zelf nooit naar het theater gaan!
Ouders zijn dus veel eerder geneigd om vanuit opvoeding, ontwikkeling en het plezier van het kind naar het theater te gaan. Ze willen hun kinderen gelukkig maken en opvoeden met cultuur. Als je aan weet te sluiten op deze behoefte ligt daar dus een grote kans!
Richtlijnen.
Er spelen een aantal variabelen mee in de besluitvorming om met het gezin te komen kijken en of er na die eerste keer een herhaalbezoek in zit. Ik wil er graag enkele uitlichten in het kader van de programmering. Want wellicht kun je in je programmering meer sturen dan je denkt!
Veel ouders willen de garantie dat de voorstelling die ze gaan kijken sowieso een leuke ervaring voor hun kind is. Daarom zijn ze geneigd om te kiezen voor die bekende titel. Dat kinderboek, dat sprookje, die bn-er of die “bekend van tv”-voorstelling. Deze voorstellingen spreken namelijk direct een ouder aan omdat ze Bob de Bouwer ook op Netflix kijken. Dit is vertrouwd en veilig.
Irritant.
Ouders vergeten bij die keuze hun eigen smaak en voorkeuren. Ze vergeten dat wanneer hun kind daar naar PeppaPig kijkt, zij zelf vaak bezig zijn met andere dingen. Dat de meeste ouders de stemmetjes en de liedjes eigenlijk irritant vinden. Ze gaan de voorstelling in met de intentie “dit is leuk voor mijn kind, dit is niet leuk voor mij”. En laten we wel wezen, de meeste van deze grote producties zijn ook eigenlijk niet leuk voor volwassenen. Alleen wanneer je kan genieten van het genot van je kind is het een positieve ervaring.
Zo vaak hoor ik ouders na één van mijn voorstellingen zeggen “Ik wist niet dat jeugdtheater ook leuk kon zijn voor míj.” Dit vind ik een groot probleem! De ouder is namelijk de beslisser! Jeugdtheater moet zowel kind als ouder een geweldige ervaring geven! Hoe vaker hij of zij naar een voorstelling voor zijn of haar kind gaat, waar ze zelf geen zak aan vinden, hoe minder herhaalbezoek. Hoe minder kans op een theaterminnende generatie en ouders die wellicht ook eens voor zichzelf naar een mooie voorstelling willen.
Peuter-kleuterknallers.
Dat het bezoek van de commerciële successen van peuters geen blijvend theaterpubliek maakt merk je. We zijn al jaren bezig met die peuter-kleuterknallers, maar de zalen van de 6+ en 8+ voorstellingen zijn enorm lastig, zelfs voor de commerciële namen. De ouders zijn met hun peuters en kleuters braaf gegaan terwijl ze er geen zak aan vonden. Want een peuter en kleuter moet nog echt vermaakt worden.
Stop er nou toch mee!
In de afgelopen jaren lijkt het wel alsof programmeren van deze veilige commerciële producties een gegeven is geworden. Het is bij de meeste theaters niet de vraag of het geprogrammeerd wordt, maar of er naast dit programma nog ruimte is voor gelaagd en avontuurlijk jeugdtheater. Hoe minder je daarvan programmeert, hoe moeilijker daarvoor publiek te vinden is en dus hoe groter de kans dat dit aanbod helemaal gaat verdwijnen! Want hoe moet je ouders overtuigen van die gelaagde voorstelling, waarbij ze niet zeker weten wat ze krijgen, ten aanzien van zoveel commercieel geweld? Hoewel ik ook daar natuurlijk allerlei best practice voorbeelden van heb, wil ik nu alleen pleiten voor “stop er nou toch mee!”.
Soms lijkt het alsof jeugdtheater gebruikt wordt om die grote zaal vol te krijgen, om bezoekersaantallen te krijgen voor de prestatieverplichting. Jeugdtheater moet vaak ook kostendekkend zijn en er mag geen subsidie naar de programmering.
Verwondering.
Maar hoe mooi zou het zijn om jeugdtheater te gebruiken voor het doorgeven van de liefde en verwondering voor theater! Hoe mooi zou het zijn om met elkaar te onderkennen dat deze doelgroep de investering waard is! Dat als je volle zalen wilt bij Orkater, je moet beginnen met goed avontuurlijk muziektheater voor kinderen met voldoende gelaagdheid voor de ouders!
Daarom vraag ik: laat onze nieuwe generaties alsjeblieft niet opgroeien met het beeld dat theater hetzelfde is als mensen in grote pakken en een cd op de achtergrond! Alsjeblieft, zorg voor mijn geliefde theater en laat de kinderen en hun ouders zien dat het voor het hele gezin een feest kan zijn! Dat theater het leukste uitje is voor het hele gezin. Alsjeblieft, maak andere keuzes en pak die kans om dit echt welwillende publiek bij de lurven te pakken en verliefd te laten worden op theater!
Een voorstelling kan dan zoals een ‘Boer Boris‘ zeker op een bekend kinderboek gebaseerd zijn, maar er ook voor zorgen dat ouders zich stuk lachen en met hun kinderen ergens over kunnen napraten. Het kan dan een voorstelling zijn zoals ‘De reuzedwerg die een kopje kleiner wil zijn‘, vol slapstick en af en toe een scheetgrapje. Maar die tegelijkertijd ook laat voelen hoe rijk en vol verbeelding klassieke muziek is! Het kan geregisseerd zijn door iemand van Goede Tijden Slechte Tijden, zoals ‘Koning van Katoren’, en dan vervolgens ook zo intens goed in elkaar zitten op het punt van dialoog, dramaturgie, muzikaliteit en uitvoering dat het ouders benieuwd maakt naar meer!
Onthoud dat een slechte eerste kennismaking met theater ook direct de laatste kennismaking met theater is. Totdat iemand ouder wordt. Verpruts het dan dus niet!