De concentratie is enorm, de beheersing groot. De jongens en meisjes die hier staan te dansen kunnen wat. Het schijnbare gemak waarmee deze 12-jarigen hun dansoefeningen tonen, laat tegelijkertijd zien hoe moeilijk ballet is. De bewegingen moeten immers perfect worden uitgevoerd, en spatgelijk. Van deze groep zullen bovendien maar een paar doordringen tot de wereldtop: Het Nationale Ballet. Leerlingen van de Nationale Balletacademie in Amsterdam kiezen voor een van de moeilijkste schoolcarrières die er zijn: elke dag trainen voor ballet, en ondertussen ook het vwo doen. Ze doen dat bij de vooropleiding, die begint in groep zeven en acht van de basisschool, en die dan, via de middelbare school, uitkomt bij de HBO-opleiding aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten.
De vooropleiding op de Olympiaschool (basisonderwijs) en het Gerrit van der Veen College (voortgezet onderwijs) in Amsterdam Zuid vereist kleine klassen en veel tijd voor trainen. Stadsdeel Zuid vindt het van groot belang dat deze excellente onderwijsvorm mogelijk blijft en heeft daarom structureel € 30.000 beschikbaar gesteld. Het aanbieden van onderwijs op maat voor talentvolle leerlingen past binnen de visie van het stadsdeel op kwalitatief en gedifferentieerd onderwijs. Volgens de normen van de rijksoverheid moeten de klassen immers groter zijn dan goed is voor zo’n exclusieve balletopleiding. Met het extra geld kunnen de klassen nu klein blijven.
Hoe nodig is zo’n opleiding eigenlijk? Jet de Ranitz, voorzitter College van Bestuur van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten: “Het is een vak waarvoor je op tijd moet beginnen met trainen. Met toneel of schilderen kun je later beginnen, maar voor ballet en muziek moet je al heel jong goed zijn, anders leer je de techniek nooit meer.” De jonge balletdansers in spe zijn zich daar terdege van bewust. Hun leven verloopt vanaf het begin al anders dan hun leeftijdsgenoten. Leerlingen Rosa en Stijn beamen dat: “Voetballen of paardrijden is er niet bij, omdat we niet geblesseerd mogen raken, dus doen we in onze vrije tijd andere dingen.” Als er al vrije tijd is, want het dubbele programma van én school, én dagelijkse trainingen biedt niet zoveel ruimte voor andere dingen dan dans.
De opleiding is uiteindelijk ook hard: alleen de besten mogen door, en ieder jaar moeten de leerlingen opnieuw auditie doen, om te bepalen wie door mogen naar het volgende jaar. Dan kan het zomaar gebeuren dat je na een paar jaar moet stoppen met de opleiding. En dan nog: Het Nationale Ballet kan voor zijn ensemble kiezen uit de beste balletdansers van de wereld, want bijna iedereen wil wel bij dit gezelschap dansen. Uiteindelijk zijn er dus maar een paar plekken te vergeven, en zal van de dansers die deze middag hun eerste passen laten zien, maar een enkeling overblijven.
Maar de studenten die de eindstreep halen en afstuderen aan de HBO-opleiding van Nationale Balletacademie kunnen dansen op het allerhoogste niveau. Zij gaan aan de slag bij de grote Nederlandse dansgezelschappen als Het Nationale Ballet, Scapino Ballet Rotterdam of Introdans, of bij gezelschappen van een vergelijkbaar kaliber in het buitenland.
Reacties zijn gesloten.