Er waren mensen die gewoon in de keukenkastjes keken, terwijl de gids dat uitdrukkelijk verbood. Dat type mens, dat waarschijnlijk ook bij iedere maaltijd om ketchup vraagt, was een van de interessantere ontdekkingen tijdens de wandeling die je kon maken in den Bosch, onder de titel ‘Gluren’. De voorstelling is een voorbeeld van ‘ervaringstheater’: theater zonder duidelijke verhaallijn of boodschap, zonder toneelspelende toneelspelers en zonder een al te collectieve publiekstoestand. Je kunt wat meemaken, en soms is dat indrukwekkend, soms is het confronterend. Soms is het alleen maar een beetje genant en soms is het niks.
Gluren is van alles wat. Vier echte kamers, elk op hun eigen manier gepresenteerd, met een verhaal, ingericht als tentoonstelling of alleen maar van buiten te zien. De mensen die hun huis ter beschikking stellen doen dat vrijwillig en vol trots. Soms schaamteloos over de eigen welvaart, soms een beetje genant gericht op eigen commerciële belangen, en soms wel erg privé.
Wat er confronterend aan is, is dat je het als toeschouwer toch als theater, als kunst wilt ervaren. Met een zekere afstand dus, gericht op je eigen beleven, en je wilt er ook wat van kunnen vinden. Maar dat is dus eigenlijk gewoon niet netjes. Ik ga het leven van die mensen niet recenseren alsof ze een voorstelling zijn. Dat doe je dus niet. Of je doet het wel, maar velt dan vooral een oordeel over jezelf en niet over die mensen in wier huis je bent. Wat heb ik te vinden van de grenzeloze liefde van die ene mevrouw voor haar pas overleden vader? Dat het erg is,mooi, of vergaand? Ik kan daar geen openbare mening over hebben.
Dat is misschien ook wat de vier bewoners je vertellen, vanaf televisieschermen, in het vijfde en laatste deel van de voorstelling. Na een wandeling van in totaal anderhalf uur.
Mooie, onverwachte hoekjes van Den Bosch gezien, en fabelachtige interieurs ook. Dat wel.