Ga naar de inhoud

The Great War Machine en Swamp Club: hedendaags activistisch theater

Begin maart ging The Great War Machine, het nieuwe stuk van regisseur Joachim Robbrecht, in première in Theater Frascati. Een week eerder was in de Rotterdamse Schouwburg Swamp Club te zien, van de Franse regisseur Philippe Quesne. Beide voorstellingen gaan in op het huidige politieke klimaat. Waar Swamp Club uitdrukkelijk zwijgt over de wereld die het ter discussie stelt, is The Great War Machine juist een rethorisch spektakel, opgebouwd uit citaten van TEDtalks. Beide voorstellingen laten mechanismes voelen, in plaats van boosdoeners aan te wijzen. Je vrijwillig terugtrekken of buiten gesloten worden, veel meer keuze lijkt de neoliberale orde niet toe te laten. Van verzet is geen sprake.

Philippe Quesne is een van de weinige Franse theatermakers die structureel tot het Nederlandse podium is doorgedrongen. Zijn werk opereert fijnzinnig op de rand van beeldende kunst en theater. Hij verwaarloost toneelelementen als plot, motorisch moment of climax. Zijn werk is open in veel opzichten, als een laagdrempelig transformerend tableau-vivant, maar daarmee maakt Quesne het de theaterbezoeker niet persé makkelijk. In Swamp Club is de tijd van handelen opnieuw concreet en reëel, niet op dramatisch rendement gericht. De acteurs spelen nauwelijks, verblijven in een setting die hen, net als de toeschouwer, lijkt te overkomen.

140514_theatre_swamp_club_strasbourg_maillon_filature_bd!_1000x562!_1!_0x21!_991x557!_FFFFFF

Retorische uitputtingsslag

Ook Joachim Robbrecht, die als schrijver en regisseur vaak andermans drama slim en heftig bewerkte (Ibsen, Schiller, Coppola, Verdi), heeft ditmaal een vrij statisch werk afgeleverd. De titel van de voorstelling belooft een boel actie, maar behalve een triomfantelijke toon, heeft The Great War Machine weinig gemeen met wat je verwacht bij een gevechtsmachine of een oorlogsdrama. De grote oorlog blijkt vooral een retorische uitputtingsslag te zijn. De voorstelling is meer een installatie, een hele grote film-still die opgewonden praat. Ook hier ontbreken ingeleefd spel of betekenisvolle handeling. Een eindeloze stroom neoliberale, futuristische bullshit wordt door de drie acteurs (Aitana Cordero, Tashi Iwaoka & Louis van der Waal) uiterst voortreffelijk aan elkaar gepraat.

De setting van The Great War Machine is een soort post-punk gaming omgeving, waarin mensen digitaal, vanuit hun luie stoel, contact houden met de hele wereld: kopen en spelen, beleggen en berichten, tweeten en retweeten. Er is bier en cola, en er worden in ‘internationaal’ Engels uitdagende meningen gedebiteerd. Geschiedenis is lastig, kunst overbodig, wetenschap achterhaald. Het enige dat telt voor de drie spelers is de grote ‘move forward’. Maakbaarheid, snelheid, expansie, niet tot de verliezers behoren – dat is het devies. Het publiek wordt bij alles betrokken, maar krijgt door het hoge tempo, de vele rookmachines, het felle licht en de berg slagzinnen niet de ruimte, niet de tijd om zelf ook maar iets te denken.

Loze dop

swamp5In Swamp Club, dat in prachtige beelden de komst van een aantal nieuwelingen in een artistiek residentie-oord beschrijft, is daarentegen genoeg tijd en van alles mogelijk. Maar de ‘Swamp Clubbers’ blijken vooral bekommerd met het vinden van rust, op zoek naar een plek of tijd om niet mee te doen. Swamp Club wordt bedreigt door ‘iets’ van buiten, aangekondigd door een enorme mol die in tijden van nood zijn onderaardse grot verlaat. De Swamp Club-leden verzamelen dan alle natuur om zich heen (mooi uitgelichte kamerplanten en opgezette vogels en dieren) en zetten die binnen in het kunstenaarshuis, dat nu als oranjerie en ark van Noach mag dienst doen. Zelf dalen zij in de grot af, waar ze van alle artistieke  gemakken zijn voorzien: enorme dansstudio’s, bibliotheken, ateliers en kantines. Het uitdrukkelijk kunstmatige van de setting – een echo op het geluidssysteem en een molskostuum zijn genoeg – laat de toeschouwer achter met het gevoel van een loze dop. Beloftes, eindeloos veel artistieke beloftes gaan schuil in die grot.

The Great War Machine © Sofie Knijff

In The great War Machine wordt ook een conflict gesuggereerd, maar staat de machine op een andere manier stil. Hij draait rethorische rondjes, als een minimalistische dans, slordig variërend op een aantal thema’s, die alle gelijk worden behandeld: trashy, als wegwerp-ideologie, klotsen de statements en conversation-pieces tegen de wand van de zwarte doos.

In beide voorstellingen is van drama of zelfs post-drama geen sprake. Er is een situatie die stationair draait, waar niet alleen geen uitweg is, maar ook de behoefte daaraan vervlogen lijkt. Op totaal verschillende wijze zijn de spelers in beide voorstellingen de teleurstelling voorbij. De geestig en virtuoos samengestelde propaganda van Robbrecht en het verstilde afzien van Quesne ontberen heroïsche rollen of handeling. De spelers zijn slechts bijfiguren, ronddwalend in hun eigen brij.

Stil getuigen

De ‘enscenering van dreiging’ was het onderwerp van de inleiding van actieonderzoeker Renée Frissen bij een van de voorstellingen van The Great War Machine. Als theaterwetenschapper, promoverenda en boegbeeld van het Instituut voor Publieke Waarden, vraagt zij zich af hoe de publieke zaak herontworpen, opnieuw geënscèneerd kan worden. In Swamp Club en The Great War Machine lijkt de publieke zaak echter vooral aan te zetten tot stil getuigen van perverse prikkels en onbedoelde effecten.

 

The Great War Machine is op tournee, zie de website van Joachim Robbrecht.

Eerdere bespreking van werk van Philippe Quesne bij Cultuurpers: Next Day.

https://www.youtube.com/watch?v=vrptjR-iQEg

 

 

 

Fransien van der Putt

Fransien van der Putt is dramaturg en criticus. Zij werkt o.a. met Lana Coporda, Vera Sofia Mota, Roberto de Jonge, João Dinis Pinho & Julia Barrios de la Mora en Branka Zgonjanin. Zij schrijft over dans en theater voor Cultureel Persbureau, Theaterkrant en Dansmagazine. Tussen 1989 en 2001 mixte zij tekst als geluid bij Radio 100. Tussen 2011 en 2015 ontwikkelde zij een minor voor de BA Dance, Artez, Arnhem – over artistieke processen en eigen onderzoek in dans. Binnen haar werk heeft zij speciale aandacht voor de betekenis van archieven, notatie, discours en theatergeschiedenis in relatie tot dans in Nederland. Samen met Vera Sofia Mota onderzoekt zij in opdracht van www.li-ma.nl het werk van video-, installatie- en peformance- kunstenaar Nan Hoover.View Author posts

Klein Lidmaatschap
175 / 12 Maanden
Speciaal voor organisaties met een omzet  of subsidie van minder dan 250.000 per jaar.
Geen storende banners
Een premium nieuwsbrief
5 proefabonnementen op de nieuwsbrief
Al onze podcasts
Meepraten over ons beleid
Inzage in de financiën
Exclusieve archieven
Zelf persberichten (laten) plaatsen
Eigen mastodon account op onze instance
Cultureel Lidmaatschap
360 / Jaar
Voor culturele organisaties
Geen storende banners
Een premium Nieuwsbrief
10 proefabonnementen op de nieuwsbrief
Al onze podcasts
Meepraten
Inzage in financiën
Exclusieve archieven
Zelf persberichten (laten) plaatsen
Eigen mastodon-account op onze instance
Samenwerking
Privé Lidmaatschap
50 / Jaar
Voor natuurlijke personen en zzp’ers.
Geen storende banners
Een premium nieuwsbrief
Al onze podcasts
Meepraten over ons beleid
Inzage in de financiën
Exclusieve archieven
Eigen mastodon account op onze instance
nl_NLNederlands