Vanaf scène 1 neemt ‘Sketches/Notebook’ van Meg Stuart en haar groep Damaged Goods het publiek op in een overvloed aan belevenissen. Vooroverbuigen en snelle draaibewegingen maken. Met een lamp zwaaien en enkele medeperformers in een lichtkring zetten. Figuren maken met je handen. Stenen op de vloer leggen en er aandachtig omheen lopen. Uit rijk gevulde kledingrekken kiezen om een kleurige, bizarre creatie van jezelf te maken. Een muur rond jezelf optrekken en dan kijken wat de ander ermee doet: nadoen, verplaatsen, afbreken, oplossen in de ruimte. Spelen met lichtbundels en touw. Rondrennen. Springen op de plaats. Wild roffelen op en drumstel. Lang aanhoudende muzikale motieven.
Van choreografe Meg Stuart is al vaker werk in het Holland Festival te zien geweest: ‘Alibi’ (2002) en ‘Forgeries, Love and Other Matters’ (2004). Dit jaar verrast ‘Sketches/Notebook’, omdat het werk speelser en lichter is dan haar eerdere werk.
Aan haar artistieke wortels in het New York van de jaren zeventig heeft Stuart onder meer overgehouden dat ze dans ziet als iets collectiefs. Een choreografie is iets wat gezamenlijk tot stand komt en gezamenlijkheid uitstraalt. Ze geeft dan ook alle disciplines – belichters, musici en kostuumverzorgers – een rol in de voorstelling. In onze tijd van verbeten individualisme werkt ‘Sketches/Notebook’ bevrijdend en inspirerend.
De spelers zijn één voor één performers waar je lang naar wilt kijken. Aan alles is te zien dat ze zichzelf zijn in hun spel. Hoe eigenzinnig ook, wat ze doen is niet nadrukkelijk of demonstratief. De voorstelling is gebaseerd op improvisaties en hoewel veel ervan is vastgelegd, geeft de ongedwongen sfeer het gevoel dat alles ter plekke ontstaat. De performers leven hun fantasieën uit, maar sluiten zich er niet mee op in hun eigen brein. Telkens wordt het publiek bij de voorstelling betrokken, op een leuke, niet opdringerige manier. Er wordt dan ook veel gereageerd, vooral als een van de performers een verhaal vertelt dat bij zijn vingers begint en uiteindelijk het universum omvat.
Dat het publiek zo gemakkelijk meegaat, komt omdat het spel zo aanstekelijk is. De voorstelling zit vol eenvoudige, direct aansprekende vondsten. Zo rollen er plotseling massa’s knikkers over de vloer. De groep bevriest, komt langzaam over zijn verbazing heen. Ook als toeschouwer ga ik meteen mee in de fascinatie voor zoiets simpels als knikkers. Vervolgens kijk je geboeid naar wat de performers èn de toeschouwers op de eerste rij ermee doen.
Nog een voorbeeld van zoiets aanstekelijks – bij mij komt meteen de gedachte op: dit wil ik ook proberen. Twee performers staan tegenover elkaar en bewegen hun naar voren gestrekte armen precies gelijk op en neer, steeds sneller. Ze raken elkaar niet aan, maar dit is contact, grappig, geconcentreerd, spannend en knap.
Zo wemelt het van de invallen. Opmerkelijk is dat geen moment de vraag in me opkomt wat dit allemaal betekent, ook niet op bizarre momenten. Het is gewoon wat het is.
‘Sketches/Notebook’ mag dan lichter zijn dan eerder werk van Meg Stuart, tussen de speelsheid is er toch plaats voor ernst. Meg Stuart zelf schittert in een danssolo van een grote ontroerende kracht. Intussen komen de andere performers de vloer op en hurken bij elkaar om een dicht gesloten kring te vormen. En dan – verrassend en grappig – duikt Stuart in deze bloem van vlees om er geheel in te verdwijnen. Stuart noemt de voorstelling een reeks schetsen en daardoor fragmentarisch. Dat neemt niet weg dat er mooi uitgewerkte ontwikkelingen in zitten. Wat er met die bloem van vlees gebeurt is daar een fraai, meeslepend voorbeeld van.
Na de voorstelling was ik pas laat thuis, te laat om direct met het schrijven van dit stuk te beginnen. Ik moest er een nacht overheen laten gaan. Toen zat ik met een probleem. De voorstelling had zich onverminderd in mijn droom voortgezet. De ruimte bleek onbegrensd. Hoe weet ik nu zeker of alle beelden en scènes die ik hier heb aangestipt echt in de voorstelling voorkomen? Mocht er iets ingeslopen zijn wat niet in De Brakke Grond heeft plaatsgevonden, dan hierbij mijn excuses. Maar echt erg is het niet, want ook al komt het uit mijn droom, het is uiteindelijk toch een creatie van Meg Stuart en Damaged Goods. En die creatie geeft een goed gevoel.
Gezien: 6 juni, De Brakke Grond, Amsterdam.
Aldaar nog te zien: 7 en 8 juni. Inlichtingen: Holland Festival.