De Belgische schrijfster Annelies Verbeke combineert in haar nieuwe verhalenbundel Halleluja op een knappe manier ernst en absurdisme. De bundel maakt opnieuw duidelijk waarom de Belgische schrijfster weleens de ‘diva van het korte verhaal’ is genoemd. Zoals al haar werk, bevat ook de nieuwe bundel Halleluja naast een serieuzere toets tal van grappige, absurdistische en soms zelfs surrealistische situaties en opmerkelijke personages – in het universum van Verbeke is een huilbaby bijvoorbeeld niet gewoon een huilbaby, maar een kindje dat huilt omdat hij weet heeft van al het leed dat de toekomst zal gaan brengen.
Annelies Verbeke (1976), die met haar debuutroman Slaap! in 2003 de letteren binnen denderde –het boek werd een internationale bestseller en bekroond met de Debuutprijs –, bouwde in de afgelopen veertien jaar een eigenzinnig oeuvre op, dat bestaat uit toneel, scenario’s, verhalenbundels, romans en novellen. Na het succes van haar roman Dertig dagen, waarmee Verbeke het afgelopen jaar de F. Bordewijkprijs, de NRC Boekenprijs en de Opzij Literatuurprijs won, laat ze nu haar talent op de korte baan weer de vrije loop. Het eindresultaat: een gevarieerde en knappe bundel van intrigerende, soms schurende of vervreemdende en vaak geestige verhalen.
Overkoepelend thema
In tegenstelling tot veel andere verhalenbundels hebben die van jou meestal een overkoepelend thema. Bedenk je dat van tevoren of zie je pas later wat de rode draad is?
‘‘De aanleiding voor een verhaal kan van alles zijn; een krantenartikel, een beeld. Maar ik wil inderdaad wel altijd nadrukkelijk een bundel maken met een overkoepelend thema. Zelfs als ik een verhaal schrijf in opdracht, heb ik al de bundel in gedachten die er zal komen. Mijn vorige bundel, Veronderstellingen, kan eigenlijk een roman in verhalen worden genoemd, omdat in elk verhaal minstens een personage uit een van de andere verhalen voorkomt. De veronderstellingen die de lezer misschien heeft over de personages, blijken vervolgens niet altijd te kloppen. Bij Halleluja had ik een boek voor ogen met ‘begin en einde’ als overkoepelend thema.’’
Waarom juist dat thema?
‘‘Ik denk dat het te maken heeft met het feit dat afgelopen jaar veertig ben geworden. Ik sta meer stil bij het verlies dat je meemaakt tijdens je leven, bij het onvermijdelijke einde dat ooit gaat komen. Daarnaast lijkt er ook in de wereld een apocalyptische sfeer te hangen, een gevoel dat we niet meer kunnen uitgaan van een bepaalde democratische waarden. Ook dat droeg ertoe bij om dit thema te kiezen. Het afgelopen jaar hebben we in België aanslagen gehad, en dat heeft niet voor een fijne sfeer in het land gezorgd. Zelf voel ik vooral sinds de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten – iets wat ik echt niet voor mogelijk hield – een voortdurende angst. En onlangs werd er een nieuw dieptepunt bereikt in België, toen de grootste partij van Vlaanderen de rechtstaat scheen te willen afschaffen. Dat zijn geen mooie ontwikkelingen, en het lijkt ook allemaal zo snel achter elkaar te komen, die afbraak – want anders dan dat kun je het toch niet noemen. Die apocalyptische sfeer hangt ook een beetje over de bundel.’’
Toch krijg je er als lezer geen deprimerend gevoel door.
‘‘Er sluipt altijd humor in mijn werk, want dat is mijn toon, en mijn manier om naar de wereld te kijken. Een einde luidt ook vaak een nieuw begin in, dus naast ‘einde’ zit er ook ‘begin’ in de bundel. Maar toen ik hem zelf herlas, viel me wel op dat er meer einde in zit dan begin.’’
Spiegelingen
Hoe componeer je een bundel?
‘‘Ik streef altijd naar vijftien verhalen. Dat vind ik een mooi aantal, het laat genoeg verschillende perspectieven toe. Het achtste verhaal is het hart van de bundel, in dit geval ‘De beer’, mijn meest persoonlijke verhaal. Naast het verhaal dat ervoor staat en het verhaal dat erna komt, die ik zie als een inleiding en antwoord, spiegelen alle andere verhalen rond dat hart. Daarmee bedoel ik bijvoorbeeld dat het verhaal over een koppel dat naar de prehistorie terugverlangt, het verhaal spiegelt waarin een vrouw met haar baas op het platteland van New York zit en hij het einde van de wereld aankondigt aan zijn werknemers. Niet alleen qua tijd en omgeving, maar beide gaan ook over de liefde, en de minder aangename kanten daarvan.
Voor mij is schrijven een onderzoek naar de wereld om mij heen, en zelfonderzoek. In Halleluja ga ik terug naar waar ik vandaan kom, onderzoek ik mijn eigen begin, mijn roots. Het voorlaatste verhaal, ‘Emeritus’, gaat bijvoorbeeld over mijn vader, die zonder steun vanuit een arbeidersmilieu is opgeklommen en zijn verstand heeft laten spreken – maar ook aan dat soort overwinning komt een einde. En het laatste verhaal is een soort portret van de oudste, nog levende mens in mijn familie.’’
Stoppen met schrijven
‘De beer’ is het meest persoonlijke verhaal, zei je. De hoofdpersoon is een auteur die verandert in een beer.
‘‘Ik heb eerder verschillende verhalen geschreven vanuit ‘de auteur’ en ook in Dertig dagen duikt dat personage, de auteur, op. Nu wilde ik een verhaal schrijven over de auteur, die in een sombere fase zit.
Het verhaal gaat over het feit dat ik soms wil ophouden met schrijven en uit dat literaire wereldje wil stappen. Tegelijk weet ik dat ik dat niet kan. Dus enerzijds is het mijn bevrijding om te kunnen schrijven en anderzijds is het mijn val. Toen ik dit verhaal had geschreven, loste dat wel iets op. Ik leg daarmee iets van me af, denk ik. De auteur verandert in een beer, maar misschien is dat een fase en blijft hij geen beer. Misschien komt het wel weer goed. In dit verhaal is ‘ze’ uiteindelijk ook geen auteur meer. In een verhaal kon ik er even wél mee ophouden, wat me opluchtte.’ ‘
Waarom wil je soms met schrijven stoppen?
‘‘Vooral vanwege de hele business eromheen. Al die randactiviteiten, zoals optreden in bibliotheken, die de voorbije veertien jaar van mijn leven behoorlijk hebben gevuld. Maar ook het schrijven zelf noopt voortdurend tot een enorm bewustzijn, en dat zou ik soms wel willen loslaten. Soms zou ik kapster of masseuse willen worden. Door die gedachte word ik eigenlijk steeds meer bezeten. Tegelijk moet ik daar dus blijkbaar wel iets over schrijven, om het te kunnen loslaten. Want het schrijven zelf is tegelijk het meest bevrijdende wat er bestaat, dus dat kan ik ook niet meer loslaten, denk ik. Het is een beroep vol contradicties, want het is ook een bevoorrecht leven.’’
Je hebt weleens gezegd dat een boek vaak gaat over de fase waarin je op dat moment zelf zit, en dat die is afgesloten zodra het boek klaar is. Heb je dat gevoel nu ook?
‘‘Ik hoop het, maar op politiek gebied gebeurt er zoveel wat die apocalyptische sfeer dan weer opdrijft, dat ik het niet goed weet. Voor mijn gevoel hangt er zelfs sinds het boek klaar is, nog meer einde in de lucht. Het is de kunst om een manier te vinden om daarboven te staan.’’
De verhalenbundel Halleluja van Annelies Verbeke is verschenen bij De Geus, €19,99