Wanneer een Nederlander over kunst denkt, denkt hij aan gebouwen die zichzelf niet kunnen bedruipen, bespeeld door, of volgehangen met werk van, mensen die zichzelf niet in stand kunnen houden. Dus moet er geld bij, en dat noemen we dan subsidie. Op die manier wordt kunstsubsidie een verdachte vorm van bijstand, suspecter nog dan de miljarden aan inkomenssteun die schatrijke protestboeren in krimpgebieden ontvangen.
Met zo’n negatieve framing zal het in Nederland nooit meer wat worden met de kunst. Terwijl het antwoord zo simpel is.
Investeren
Maar laten we het dan ‘investeren’ noemen, zeggen kunstenaars nu. Dat lijkt het antwoord op alle problemen. Investeren is fijn, het straalt ondernemerschap en geloof in de toekomst uit. De petitie, die maandag 2 maart werd gelanceerd, heeft het dus alleen nog maar over investeren, en niet over subsidiëren. Een stap in de goede richting, maar nog niet ver genoeg. Ook over investeren bestaan namelijk rare denkbeelden.
Nederlanders denken bij investeren aan een liefst eenmalige injectie, die een onderneming voldoende vaart geeft om het na verloop van tijd zelf te kunnen rooien zonder dat er nieuw geld bij hoeft. Kunstsubsidie voldoet niet aan dat beeld, omdat kunstenaars elke vier jaar roepen dat ze te weinig krijgen. Dan ontstaat het beeld van een bodemloze put en dat vinden investeerders niet fijn, zeker niet als ze investeren met hun dure belastingcenten. Wat burgers doen.
Na vijf dagen in februari, waarin ik met een delegatie afgestudeerden van Leiderschap in Cultuur door Manchester en Liverpool trok, viel bij mij het kwartje. Ook deze steden delen forse subsidies uit aan cultuurmakers en culturele instellingen, ook zij spreken liever van investeren. Maar ze denken er totaal anders over dan hier.
10 jaar vooruit
Waar ondernemerspartij VVD bij ons steeds dingen roept over cultureel ondernemerschap, zijn het de Britse socialisten van Labour die het ondernemerschap realistisch benaderen. Zij snappen dat investeren iets is wat je moet blijven doen. Investeren is subsidiëren met een hoger doel, voor de lange termijn: de stedelijke overheid stelt een visie op voor minstens 10 jaar, niet vier, zoals bij ons. Die visie is stevig genoeg om de waan van de dag te overleven en ruim genoeg om nieuwe inzichten toe te laten, als die zich voordoen.
De stad, heeft een cultuur voor ogen op de lange termijn. Dan toon, en vraag je ambitie. Dan zie je dus geen zeurende kunstenaars in dure gebouwen, maar zie je een investering voor je die de stad verfraait, het nachtleven veiliger en levendiger maakt, een positief effect heeft op woningprijzen en toeristen lokt. Dan bouw je geen theater, waar je vervolgens geld voor terug eist, maar is dat gebouw de investering die je hele stad meer waard maakt. Dat levert heel wat meer op dan een gebouw dat geen geld meer over heeft voor spannende programmering, omdat de huur te hoog is.
Onderhoud
Je investeert dus blijvend in je cultuur, omdat je ook blijvend investeert in het onderhoud van wegen, openbaar vervoer, en stadsvernieuwing. Alles in samenhang. In Manchester, waar echt niet alles beter is geregeld dan hier, maar veel wel, stelt de overheid, samen met de cultuurwereld, vast dat kunst een rol speelt in het welzijn, en zelfs de gezondheid van mensen. Dus investeer je in die rol, omdat dat een investering in de toekomst van je stad is. Een investering die je moet blijven doen, ieder jaar opnieuw, omdat mensen, net als viaducten, slijten.
Home
Toen de crisis toesloeg in Engeland, startte Manchester een ambitieus investeringsprogramma. In kunst en cultuur. Dat leidde tot veel moois, nu. Op een verlaten parkeerplaats tussen een paar stinkende grachten en oude spoorlijnen bouwde de gemeente een theater annex filmhuis, waar twee bestaande, kwijnende instellingen werden samengebracht. Nu, 10 jaar later, blijkt dat complex, Home genaamd, de trekpleister te zijn voor de nieuwe bewoners van de omgeving: appartementen en kantoren ontlenen hun waarde aan het complex, dat als een spreekwoordelijke trein loopt.
Pas wanneer een Nederlandse overheid durft te denken in de lange termijn en een visie heeft op hoe het land eruit zou moeten zien, hoe gelukkig de bevolking zou moeten zijn, en hoe veilig, pas dan loont het om te praten over investeringen in cultuur.
Dit is aflevering 3 uit een serie verhalen over een reis naar Liverpool en Manchester.
Eerdere afleveringen:
Verstop de boeken, als je volk in de bieb wil hebben. (Lessen uit Manchester, aflevering 2)
Volgende afleveringen: