Ga naar de inhoud

‘Elke dag komt er nieuw gif bij.’ Presentatrice Naeeda Aurangzeb laat in boek ervaren wat niet-witte Nederlanders dagelijks over zich heen krijgen

Ook al woont ze sinds haar derde in Nederland, journalist en radio-tv-presentator Naeeda Aurangzeb (47) wordt nog steeds niet voor volwaardige landgenote aangezien. In haar boek 365 dagen Nederlander geeft ze in korte schetsen een ontluisterend beeld van hoe niet-witte Nederlanders of Nederlanders met een migratieachtergrond bejegend worden.

Biologiedocent tegen de klas

‘Dit noem je een olijfkleurige huid. Je kunt zien dat Naeeda’s gezicht nu een lelijke kleur heeft. Dat komt omdat een olijfkleurige huid in de winter lelijk is en in de zomer mooi.’

Vernederd worden ten overstaan van een hele groep – Naeeda Aurangzeb is niet de enige Nederlander van kleur die het meemaakt. Maar zeker op jonge leeftijd zijn zulke ‘onschuldige’ opmerkingen ingrijpend. ‘Ik denk dat de juf iets wilde uitleggen over verschillende huidskleuren en het niet per se slecht bedoelde. Alleen gaf ze er ook een oordeel bij: dat het lelijk was. Dat heeft een diepe wond geslagen. Tot twee jaar geleden dacht ik elke keer als het herfst werd: nu word ik weer lelijk.’

In 365 dagen Nederlander laat Aurangzeb zien hoe mensen van kleur in Nederland worden bejegend. Voor elke dag geeft ze een situatieschets, zonder commentaar, zonder verhaal eromheen – juist dat maakt het nog indringender. Het is een boek dat pijnlijk invoelbaar maakt wat niet-witte Nederlanders over zich heen krijgen aan beledigingen, (onbewuste) vooroordelen, pijnlijke grappen, onwetendheid, onaardige opmerkingen en soms ook openlijk racisme. Van de bakker tot de hoogleraar, van collega’s tot gasten in het radioprogramma, van politici tot de buurman op de hoek – zelfs van vrienden. ‘Het is een boek dat ik liever niet had willen schrijven, maar geschreven móést worden.’

Veel witte Nederlanders zijn ervan overtuigd zijn dat het wel meevalt met de discriminatie in Nederland. Jouw boek toont een ander beeld.

‘Ik hoor vaak witte Nederlanders zeggen: “Er is geen racisme in ons land. Geef dan eens een voorbeeld.” Dan sta je daar als enige gekleurde persoon op een verjaardagsfeestje met dertig man om je heen. “Ja, geef dan eens een voorbeeld!” Maar welk voorbeeld moet je dan geven? En als je niet direct iets kunt antwoorden, dan zullen er wel geen voorbeelden zijn. Ook hoor ik vaak dat “wij” geduld moeten hebben. Ik heb al 44 jaar, 365 dagen per jaar, geduld.

De discussie in Nederland gaat al snel over de vraag of iemand wel of geen racist is. Dat woord gebruik ik zelf dan ook vrijwel nooit. De mensen in mijn boek die de beledigende opmerkingen maken zijn geen schurken. Het zijn heel gewone mensen, van de bloemist tot de politieagent en alles daartussen. En helaas zijn het ook heel alledaagse opmerkingen. Niemand van deze mensen heb ik geslagen, uitgescholden of bespuugd. Niettemin word je als Nederlander van een immigratieachtergrond wel overal en altijd ongevraagd beledigd, belachelijk gemaakt, inferieur behandeld, of het nou bij de bushalte is, in een winkel, op je werk of op de verjaardag van een vriendin. Je bent nergens echt veilig.’

Wat doet dat met je?

‘Al die opmerkingen lijken op zichzelf staand misschien klein, maar het gaat om de opeenstapeling. Er wordt steeds een beetje gif in je water gedaan. Uiteindelijk drink je steeds een grote gifbeker leeg. Een vriendin zei: nu heb je het opgeschreven en ligt het achter je. Nee, was het maar zo. Morgen gaat het gewoon verder, elke dag komt er nieuw gif bij. Dat maakt mijn enthousiasme kapot. Je verliest langzaam je glans.’

‘Zo besefte ik een tijd geleden dat ik nooit meer armbanden draag. Voor een Zuid-Aziatische vrouw voelt geen armbanden dragen naakt; een gemiddelde vrouw heeft er minimaal zes. Maar toen ik ze droeg, werd ik er zaak op aangesproken: “Jullie houden zo van bling-bling, hè?” Het mag ook geen geluid maken, want dat vinden we in Nederland vervelend.’

‘Hetzelfde geldt voor het dragen van kleurrijke kleding. Na de zoveelste opmerking durf je niet zoveel kleur meer te dragen. Je levert steeds meer van jezelf in. Het gewicht daarvan voel ik in mijn hart. Maar witte medemensen zien niet hoe je steeds verder in een hoek wordt gedrukt en steeds meer van je identiteit moet afleggen.’

NTR-werkoverleg, Hilversum

Eindredacteur: ‘Je moet als radiopresentator een autonome persoonlijkheid hebben.’

Ik: ‘Oké…’

Eindredacteur: ‘Jij hebt vanuit je cultuur natuurlijk niet geleerd wat autonomie is. Dat wordt nog lastig voor jou.’

Bij de programma’s die je presenteerde werd je door de gasten meer dan eens aangezien voor een stagiaire. Ook je collega-journalisten bleken verrassend veel vooroordelen te hebben.

‘Ja, op mijn werk op de redactie in Hilversum heb ik wel de grootste gifbeker leeggedronken. Daar zit de grootste pijn en desillusie. Journalisten leren objectief te zijn, boven de partijen te staan. Aan de goede kant.’

‘Ons vakgebied pretendeert er voor iedereen te zijn, onbevooroordeeld naar onze medemens te kijken en de waarheid recht te doen. Dat gebeurt niet. Een regisseur van een van de grootste programma’s van Nederland zei een paar keer tegen mij: “Er is geen racisme in Nederland!” Hij wil koste wat kost blijven geloven wat hij gelooft.’

‘Nu we het erover hebben, voel ik me meteen misselijk worden door het enorme verdriet en zou ik het liefste willen huilen.’

Sprak je daar je collega’s op aan?

‘Vaak wel, maar je wil ook niet steeds degene te zijn die de harmonie verbreekt. Soms kwam ik er later nog een keer op terug om het uit te leggen. Maar op een gegeven moment heb je het al zo vaak uitgelegd. Sorry, maar je bent al de 120ste deze week die zegt dat alle moslims achterlijk zijn of vragen waarom ik geen wijn drink. Je kunt niet twintig keer per dag op een opmerking reageren, hè, dan houd je geen energie meer over. En dan denken anderen ook: heb je háár weer. Ik kwam steeds meer met mezelf in de knel, raakte in een patstelling. Want als je anderen op de vingers tikt, ga je jezelf steeds minder leuk vinden. Maar als je je mond houdt, hoor je achteraf: had maar iets gezegd!’

Mail aan de redactie:

Luisteraar: ‘Die met die moeilijke naam zit daar zeker zodat jullie subsidie kunnen krijgen.’

Sommige opmerking komen voort uit vooroordelen, anderen uit onwetendheid of achteloosheid. Doet het een meer zeer dan het ander?

‘Je reageert op alles anders, maar van het superioriteitsgevoel van anderen heb ik inmiddels een kort lontje gekregen. Daar heb ik geen geduld meer voor, ik ben er écht klaar mee. Veel opmerkingen zijn generaliserend: “Jullie zijn altijd zo-en-zo”. Jullie eten met het Suikerfeest zo ongezond. Jullie houden zo van mierzoet. Alsof slagroomtaart of de oliebollen met Oud en Nieuw zo gezond zijn. En als je uitlegt dat veel moslims dertig dagen juist sober en gezond eten tijdens de Ramadan, wordt er niet geluisterd.’

‘Laatst maakte ik een keer een oud gerecht van rijst met linzen. Zei een vriendin: “Dat jij dat gerecht kent! Dat is het nieuwe gerecht van Ottolenghi!” En zij ging mij vervolgens vertellen hoe ik dat gerecht moest bereiden. Hetzelfde geldt voor yoga e[/service]​_n meditatie. Ik kon eerder mediteren dan praten, maar Amsterdamse vriendinnen vertellen mij dat wat ik doe, niet het échte mediteren is. Iets is pas echt of waardevol als de witte mens het heeft omarmd en er autoriteit aan heeft gegeven.’

Is dit een algemeen menselijk trekje of typisch Nederlands?

‘Het is in Nederland wel sterk uitvergroot. We vinden onszelf het beste jongetje van de klas. Ook al spreken de cijfers tegen en scoren we op allerlei terreinen slecht op internationale ranglijsten, in Nederland geloven we nog steeds dat onze universiteiten de beste zijn, dat onze vrouwen de meest geëmancipeerde van de wereld zijn. We zouden meer mogen oefenen in nederigheid, want dat kan een weg zijn om werkelijk andere standpunten te zien.’

Bushalte

Buurvrouw Corry: ‘Gister was de bus ook al te laat. Altijd hetzelfde gezeik!’

Ik: ‘Vervelend dat de bus steeds te laat is.’

Buurvrouw Corry: ‘Ga je klagen? In jouw land hebben ze niet eens bussen, wij hebben tenminste een bus.’

Kun je er soms ook om lachen, of is het een beurse plek die met elke nieuwe stomp alleen maar meer zeer gaat doen?

‘Tuurlijk, een goede grap is een goede grap. En als het een pijnlijke grap is, lach je soms mee, als een boer met kiespijn. Hoe pijnlijk die opmerking over de olijfkleur bijvoorbeeld ook is, ik moet er elke keer ook om lachen – niet omdat het grappig is, maar meer uit verbijstering over wat mensen zeggen. Dit boek is geen moppentrommel. Iemand die het las zei dat hij zich een ramptoerist voelde. Hij kon niet stoppen met lezen, maar dacht tegelijkertijd: kan het nog erger?’

Het ergste is misschien nog wel dat zelfs je vriendinnen herhaaldelijk kwetsende dingen zeggen.

‘Veel van mijn gekleurde vriendinnen hebben om die reden inmiddels geen witte vriendinnen meer, maar ik heb het besluit genomen vrienden te willen zijn met witte mensen. Als ik niet meer bevriend zou willen zijn met mensen die zulke opmerkingen maken, houd ik geen witte vrienden over.’

Hoe komen we hier voorbij?

‘De enige manier om dit uit te roeien is door de stilte te doorbreken. Zwijgend Nederland is medeplichtig. Als er in je bijzijn discriminerende opmerkingen worden gemaakt, moeten ook meer witte Nederlanders zich daartegen durven uitspreken en zeggen dat zulke opmerkingen niet kunnen. Alleen dan gaat het gevoel van wat wel en niet gezegd kan worden over de hele linie veranderen. Niet meer boven de ander staan is noodzakelijk om nader tot elkaar te komen. Dan kunnen ik en andere mensen van kleur zich een stuk veiliger voelen.’

Goed om te weten Goed om te weten

Naeeda Aurangzeb, 365 dagen Nederlander, Pluim, € 19,99

Waardeer dit artikel!

Blij met dit verhaal? Laat je waardering blijken met een kleine bijdrage! Zo help je onafhankelijke cultuurjournalistiek in stand houden. (Zie je geen knop hieronder, gebruik dan deze link: donatie!)

Vlot doneren
Doneer

Waarom doneren?

We zijn ervan overtuigd dat goede onderzoeksjournalistiek en deskundige achtergrondinformatie essentieel zijn voor een gezonde cultuursector. Daar is niet altijd plek en tijd voor. Cultuurpers wil die ruimte en tijd wel bieden, en voor iedereen GRATIS toegankelijk houden! Of je nu rijk bent, of arm. Dankzij donaties van lezers zoals jij kunnen we blijven bestaan. Zo bestaat Cultuurpers al sinds 2009!

Je kunt ook lid worden, dan zet je je eenmalige donatie om in blijvende steun!

Wijbrand Schaap

Cultuurjournalist sinds 1996. Werkte als toneelrecensent, columnist en verslaggever voor Algemeen Dagblad, Utrechts Nieuwsblad, Rotterdams Dagblad, Parool en regionale kranten via de Geassocieerde Pers Diensten. Interviews voor TheaterMaker, Theaterkrant Magazine, Ons Erfdeel, Boekman. Podcastmaker, experimenteert graag met nieuwe media. Cultuurpers heet het geesteskind dat ik in 2009 op de wereld zette. Levenspartner van Suzanne Brink huisgenoot van Edje, Fonzie en Rufus. Zoek en vind mij op Mastodon.View Author posts

Klein Lidmaatschap
175 / 12 Maanden
Speciaal voor organisaties met een omzet  of subsidie van minder dan 250.000 per jaar.
Geen storende banners
Een premium nieuwsbrief
5 proefabonnementen op de nieuwsbrief
Al onze podcasts
Meepraten over ons beleid
Inzage in de financiën
Exclusieve archieven
Zelf persberichten (laten) plaatsen
Eigen mastodon account op onze instance
Cultureel Lidmaatschap
360 / Jaar
Voor culturele organisaties
Geen storende banners
Een premium Nieuwsbrief
10 proefabonnementen op de nieuwsbrief
Al onze podcasts
Meepraten
Inzage in financiën
Exclusieve archieven
Zelf persberichten (laten) plaatsen
Eigen mastodon-account op onze instance
Samenwerking
Privé Lidmaatschap
50 / Jaar
Voor natuurlijke personen en zzp’ers.
Geen storende banners
Een premium nieuwsbrief
Al onze podcasts
Meepraten over ons beleid
Inzage in de financiën
Exclusieve archieven
Eigen mastodon account op onze instance
nl_NLNederlands