Als een van beide ouders niet stevig op z’n benen staat, hoe beïnvloedt dat dan een heel gezin? Daarover gaat Een goede moeder, de nieuwe roman van Jan van Mersbergen (50). Het verhaal is gebaseerd op de afgelopen jaren van zijn eigen leven. ‘Het moest geen afrekening worden.’
Avonturenroman
Twee jaar geleden zei hij dat hij op zijn vijftigste, als hij twintig jaar schrijver zou zijn, een avonturenroman wilde schrijven met zichzelf in de hoofdrol. Nee, een avonturenroman is Een goede moeder niet geworden, vertelt Van Mersbergen lachend, maar het is wél zijn meest persoonlijke boek tot nu toe. ‘Die avonturenroman komt nog wel een keer; ik moest toch écht eerst dit boek schrijven. Maar de vaderfiguur in het verhaal ben ik natuurlijk zelf. Dit verhaal is een reconstructie van de afgelopen vijf jaar. Ik wilde van meerdere kanten bekijken wat er nu eigenlijk precies is gebeurd.’
In Een goede moeder kan moeder Anja niet goed meer voor haar kind zorgen. Ze heeft psychische problemen, die een sterke fysieke uitwerking hebben en onder meer toe leiden dat ze geen energie heeft en letterlijk door haar benen zakt. Maar een precieze diagnose – en daarmee ook een adequate behandeling – blijft uit. Als dochter Anoushka op bezoek komt bij haar moeder, moet het meisje vaak voor háár zorgen in plaats van andersom, tot grote frustratie van vader Erik. Hulpverlenende instanties raken erbij betrokken, maar goede begeleiding komt niet van de grond; voor de moeder noch het kind. Een schrijnend, maar ook zo nu en dan teder verhaal over de wens en het onvermogen om ouder te zijn op de gangbare manier.
Verbrokkelen
Enkele jaren geleden beëindigde Van Mersbergen na zestien jaar de relatie met de moeder van zijn twee kinderen. Jarenlang droeg hij zowel de financiële zorg als het grootste deel van de praktische zorg voor zijn gezin, tot hij op was. ‘Het besef dat er psychisch iets niet in orde met haar was, kwam pas langzaam. Toen onze kinderen geboren werden, werd het verschil tussen hoe we met de opvoeding omgingen en welke zorg we hen konden bieden, steeds zichtbaarder. Met kinderen moet je aan de bak, iedere dag weer. Het werd meer en meer een strijd wie dat allemaal moest gaan doen. Terwijl ik een inkomen moest verdienen met schrijven, vervulde ik ook bijna alle zorgtaken. Te lang heb ik gedacht dat het misschien wel zou lukken om samen een gezin te hebben. Ik heb mezelf overschat in wat ik kon dragen, omdat niet opgeven mijn basismentaliteit is. Ik voelde misschien ergens wel dat ik langzaam verbrokkelde, maar bleef vechten voor ons gezin door steeds nieuwe afspraken te maken: als jij de kinderen één keer naar school brengt, doe ik wel de rest. Maar als zelfs die ene keer niet meer lukt, wordt het op een gegeven moment te zwaar.’
Behandelingen
Nadat de twee uit elkaar zijn verandert de situatie niet ten goede. De moeder kan de zorg voor zichzelf en het meisje niet aan, en het bezoek moet uiteindelijk worden beperkt tot een uur per week. ‘Behandelingen hebben alleen zin als degene die behandeld wordt dat ook echt zelf wil. Doelen stellen en eraan werken die te halen, daar heeft het steeds aan ontbroken. Dan was er weer een psychisch behandelaar, dan was er weer groepstherapie, maar mijn ex had geen vertrouwen in die behandelingen. De dosering van medicijnen en antidepressiva paste ze naar eigen inzicht aan. Er zat geen ontwikkeling in.’
Ook officiële instanties weten geen verbetering in de situatie te brengen. Na jaren vruchteloos praten en mailen is voor de vader de maat vol; hij trekt de stekker eruit. ‘Om te voorkomen dat mijn dochter steeds weer in die zorgrol terecht zou komen tijdens het wekelijkse bezoek, zou daar een begeleider bij aanwezig zijn. Maar zelfs voor dat ene uurtje per week kon geen begeleiding worden gevonden; dat moest de buurvrouw maar doen. Dat vond ik echt onvoorstelbaar.’
Liefdesverhaal
Er gingen heel wat jaren overheen voordat hij erover kon schrijven, vertelt Van Mersbergen. ‘Een vriendin zei tegen me dat ik er wel een liefdesverhaal van moest maken, omdat mijn ex en ik zestien jaar samen geweest. Dat vond ik moeilijk – er is teveel gebeurd –, maar ik besefte wel dat ik op zoek moest gaan naar wat me zo in haar heeft aangetrokken. Want natuurlijk is er aantrekkingskracht en liefde geweest, anders was ik ook niet zo lang blijven vechten. Dit boek moest geen afrekening worden, maar een zoektocht naar hoe het kan gebeuren dat een gezin uiteenvalt en wat de verschillende invalshoeken zijn van de betrokkenen. Op een gegeven moment bemoeit een waslijst van mensen zich met je gezin; je verliest grip op de situatie, raakt erin gevangen. Hoe gaat zoiets precies?’
Van Mersbergen koos ervoor het verhaal vanuit de moeder te vertellen, zodat hij ook de vader – zichzelf dus – op een kritische manier kon neerzetten. ‘Ik heb me afgevraagd waarom ik vaak zo star en streng ben geweest. Toen de kinderen klein waren, was ik sterk gebrand op een vast ritme met betrekking tot eten en slapen. Dat kwam denk ik voort uit mijn behoefte aan houvast en zekerheid. Ik heb willen onderzoeken wat een dagbesteding is, hoe een dag eruitziet als je op een zijspoor bent beland. Met mijn nieuwe gezin heb ik een duidelijke dagindeling, maar als je niet meer meedraait in de samenleving of een gezin, hoe ziet het leven er dan uit?’
Onmacht, geen onwil
Ontroerend is dat de vader aan het einde tegen de moeder zegt dat ze ondanks alles een goede moeder is. ‘Dat is ook wat ik mijn ex graag wil meegeven. Van iedereen krijgt ze te horen dat ze niet in staat is een goede moeder te zijn, omdat ze niet kan voldoen aan de regels en normen die we daarvoor hebben opgesteld. Maar dat is geen onwil, het is onmacht. Binnen haar vermogens doet ze haar best.’
Met zijn huidige vriendin, hun zoontje en zijn andere zoon en dochter, over wie hij de volledige zorg heeft, ervaart Jan van Mersbergen voor het eerst wat het is om wél een evenwichtig gezin te hebben. ‘Ik verbaas me er nog steeds over dat als we naar de Efteling gaan, ik niet in mijn eentje de krentenbollen sta te smeren en de tassen moet inpakken, of dat ik de kinderen heb blij gemaakt met iets wat vervolgens niet kan doorgaan. We pakken ieder onze eigen rol. Voor veel mensen is dat normaal, maar ik heb echt moeten leren te vertrouwen dat het ook soepel kan gaan en ik niet alles alleen hoef te doen.’
288 p., Cossee, € 22,99