Excellentie,
U heeft op 23 mei jl. in een brief aan de Tweede Kamer uw nieuwe visie op cultuurbeleid gedeeld. Uw visie gaat over herstel, vernieuwing en groei en u stelt voor om die langs vijf lijnen vorm te geven, die leiden tot een sector die weer gezond, sterk en weerbaar is.
Precies dat wat er nodig is! Uw visie geeft mij vertrouwen!
U neemt cultuur meer dan serieus en u bent van plan om daar jaarlijks meer tijd, geld en kennis in te investeren. Met name raakt me in de brief ook uw zorg om de mensen achter de schermen, de productieleiders, geluidsmensen, podiumbouwers, die en masse moesten uitwijken naar andere beroepsomgevingen bij het uitbreken van de coronapandemie. Want het zijn juist deze mensen die ik mede zou willen aanduiden als het fundament van de culturele sector en het zijn juist deze mensen die op dit moment moeilijk te vinden zijn. Nu we weer volop aan het creëren en produceren zijn, lopen we tegen de onderbezetting van deze beroepsgroep aan, en realiseren we ons hoe belangrijk deze beroepsgroep is voor de ontwikkeling en het voorbestaan van de cultuursector.
Coronapandemie en fundament!
Niemand heeft deze twee begrippen zo poëtisch en elegant aan elkaar verbonden als Ramsey Nasr, eerst tijdens zijn interview in het programma Buitenhof op een zondagochtend in het voorjaar van 2020 en vervolgens in zijn daarna gepubliceerde essay De fundamenten. De kunsten moeten niet langer het ornament, maar het fundament van onze samenleving zijn, vindt hij.
Hij stelde de cruciale, maar ook pijnlijke vraag: waarom zijn kunstenaars niet uitgenodigd om deel te nemen aan het coronacrisis beraad?
We hebben nu twee jaar pandemie achter de rug en proberen zo snel mogelijk weer terug te keren naar het ‘normaal’. Toch moeten we ons ervan bewust zijn dat er best en grote kans is dat de kunstsector in het najaar, of misschien zelfs al deze zomer, de deuren weer zal moeten sluiten.
Daarom zou ik u willen vragen om te overwegen om nog een zesde lijn (inclusief een financiële reservering) aan uw visie op het cultuurbeleid toe te voegen, namelijk: Deltaplan voor een fundamentele plaats van kunst in de samenleving.
Een van de onderdelen van die lijn zou dan het Draaiboek voor de kunstsector bij een pandemie kunnen zijn. Waar, hoe, met wie en wanneer kan de kunstsector tijdens een pandemie aan het werk om de fundamentele rol te pakken en te tonen.
Want hoe pijnlijk was het voor iedereen werkzaam in of betrokken bij kunst en cultuur om in april 2020 te moeten constateren dat we kennelijk geen ‘vitaal’ beroep uitoefenden. En in welk een schril contrast staat die constatering van toen tot de woorden in uw brief nu: ‘Zonder cultuur wordt het leven schraal, dof en bleek, Zonder cultuur ontbreken inspiratie, plezier en verbinding. En zonder cultuur staan we stil.’Hoe kunnen we de dramatische gevolgen van de pandemie in de afgelopen jaren, hoe talloze collega’s die werken in de kunst- en cultuurwereld in een financiële horrorfilm terechtkwamen, velen zich noodgedwongen moesten laten omscholen, hoe kunnen we die gevolgen voorkomen.
Laten we gisteren beginnen met een fundamentele dialoog met de hele kunstsector, met de vitaliteit en creativiteit van de kunsten als inspiratie, zowel voor de sector zelf als voor de hele samenleving. Onze sector die meepraat, meedenkt, meedoet, meebeslist! in goede tijden én in slechte tijden. Nooit meer zwijgen …
Met vriendelijke groeten,
Anthony Heidweiller