In Noord Brabant gaat vanaf 2025 de jaarlijkse provinciale subsidie voor professionele kunst met 629.000 euro per jaar omlaag. Konden prestigieuze, en zeer vitale organisaties als Boulevard, Bosch parade en Matzer tot nu toe rekenen op een bedrag van 8,25 miljoen, vanaf de nieuwe cultuurplanperiode is dat nog maar 7,6 miljoen.
De Brabantse culturele instellingen, verenigd in De Kunst van Brabant, hebben in een persbericht hun ontzetting geuit over deze bezuiniging. Volgens hen is er juist meer geld nodig, en dat niet eens om te groeien, maar om met de gestegen prijzen en energielasten, plus de eisen voor eerlijke betaling te overleven. Men berekent dat daarvoor het budget juist omhoog moet naar 9,6 miljoen per jaar.
Primeur voor extreemrechts
Enkele jaren geleden was Brabant de eerste provincie waar een extreemrechtse partij in het provinciebestuur kwam. Een helse coalitie van CDA, VVD en FvD leverde toen al een korting op van 25%, waarbij kunst ook werd geschaard onder de noemer ‘vrije tijd’. Toen dat bestuur klapte en er een iets minder hatelijke wind door de provincie woei, zorgde een combinatie van familiebanden en slecht voorzitterschap voor nog meer problemen, omdat toen ten onrechte positief beoordeelde instellingen alsnog geld moesten krijgen. In 2021 verkocht de provincie een korting op subsidie al als steun in Coronatijd. En nu dus deze korting.
“Met het nu beschikbare bedrag ondergraaft de provincie bovendien haar eigen ambities.” verklaren de kunstinstellingen: “In het bestuursakkoord staat namelijk dat de provincie samen met de vier grote steden en de sector zelf meer geld uit “Den Haag” wil gaan ophalen. Maar om dat te realiseren is juist een verruiming van het budget nodig om dat te kunnen matchen met landelijke subsidies.“
Ravijnjaar
Het huidige politieke klimaat, dat met een eufemisme als ‘guur’ bestempeld kan worden, stemt niet optimistisch. Nu er vooreerst in Den Haag nog moet worden onderhandeld of men daar de rechtsstaat wil eerbiedigen, zal men daar nog niet al te veel willen afwijken van bestaande afspraken. Maar er is daarna ook weinig kans dat budgetten zullen worden verruimd.
En dan moet het ‘ravijnjaar’ 2026 nog komen, het jaar waarin gemeenten met een aanzienlijke verlaging van het budget te maken krijgen, iets wat zonder twijfel op de kunstsector zal worden afgewenteld.