Stepping into M.U.R.S. is a treat. This is the smart city, the city of our near future. Communication electronics and fun rule. It resembles a fairground or a huge disco. Exciting voices welcome you. You whirl in with the crowd. Everyone joins in. Your phone is in touch.
Cheerleaders staan op een podium, hoog genoeg om alle hoofden te bestrijken. Kom op het podium, laat je fotograferen! Trek een tof gezicht naar de camera. Het is een feest om je foto af te staan, jezelf in te leveren. Wat gebeurt ermee? Een groot gokspel is het. De foto’s glijden voorbij op een beeldscherm, een grote stroom, jij ertussen, hoge snelheid. Weg ben je. Misschien zie je je zelf nog eens terug. Misschien word je nog eens kampioen in het een of ander. Misschien word je nog wel eens uitverkoren. Maar nu is het feest. Dansen. De bewegingen worden voorgedaan. Iedereen doet mee. Leuk. Lekker los. Je hoort erbij.
De smart city is verdeeld in zones. In welke moet je zijn? Je telefoon bestookt je met aanwijzingen. Wat een gemak. Dankzij je telefoon weet je waar je het best kunt zijn, kun je je vrij en onbezorgd bewegen, ben je altijd op je plek. Ga naar de Wellnes Zone, naar de Ecologische Zone, El Dorado, de Security Zone. Het volmaakte lichaam. Rituelen rond de boom des levens. Financieel nieuws en politieke ontwikkelingen stralen je van beeldschermen tegemoet. Het is druk. Muziek duwt zijn bonkende ritmes het publiek in. Je telefoon laat je niet in de steek. Je hoeft niet bang te zijn dat je niet weet wat je moet doen. Er sijpelen berichtjes door. Alsmaar. Er is vergiftigde lucht, meldt je telefoon. Een besmetting. Mensen met kwade bedoelingen. Kruip weg, bliept je telefoon. Wikkel jezelf in plastic. Voordat je er erg in hebt, zit je in een alarmerende situatie. Het spel is ernst geworden, de toon blijft hetzelfde. Je signaleert witte pakken tussen het publiek. Stress. Gesjouw met een buis. Een kooi met mensen. Het is dichtbij, alle mensen zijn dichtbij. Ineens voel je het: de massa is het decor van je eenzaamheid. Je bent alleen. Je let op je telefoon. Je enige steun. Wat gaat die zeggen? Je ziet inees hoe verbazingwekkend de wereld om je heen geworden is. Lichtende beelden, flitsen in de donkere ruimte, een stroom aan informatie. Alle mensen in de ban van hetzelfde. Een egale massa. Zorg dat je in de Security Zone komt, zegt de telefoon. Hij helpt je onderweg. Iedereen gaat erheen. Er is werkelijk reden tot paniek, als je de berichtjes moet geloven. Maar geloof je ze nog? Dat is eigenlijk niet eens de vraag meer. De instructies zijn koud. Wie verstuurt ze? Zit er een bedoeling achter en is die bedoeling goed? Of zijn de berichtjes automatisch aangemaakt, word je volgens een vastgelegd protocol naar een toestand gedirigeerd waarvan iemand of iets vindt dat die ‘veilig’ is? Je bent te murw om je dat allenaal nog af te vragen. Je doet maar wat je telefoon doorgeeft, je schuifelt maar mee, die zone in. Wat spookt hier rond? Is het spook de virtuele wereld waarin de communicatie-electronica je heeft ingeprogrammeerd? Of is het spook juist de werkelijkheid, die door dat hele aangeprate decor waarin je meegetrokken bent heen prikt? Je bevindt je ineens in een massa-hypnose. ‘Wil je absolute veiligheid?’ roept iemand vanaf een podium. Iedereen roept ‘Ja’. Iedereen wil dat. Maar daar is wel een offer voor nodig. Een mens. Iemand moet voor onze veiligheid worden geofferd. Kies maar uit wie. De foto’s schieten voorbij. Vage herinnering aan het feest waar je nog maar een uur geleden zo lekker swingend in meeging. Eén gezicht wordt uitverkoren. En allemaal kijken we toe hoe de gefotografeerde wordt gemarteld. Onze veiligheid eist het. Hele reeksen mensen moeten afgeschoten worden, als dat de veiligheid van de wereld garandeert. Al die mensen op de foto’s zouden het kunnen zijn. Ook jij zou het kunnen zijn.
Tot zover de beleving. La Fura dels Baus heeft een boodschap. De vooruitgang die de communicatie-technologie ons brengt lijkt zo leuk, lijkt ons meer vrijheid te geven dan de mens ooit had, maar de ontwikkelingen gaan steeds sneller. Niemand houdt het meer bij en voordat we het weten, helpt die communicatie-technologie alleen nog zichzelf vooruit, en raken we alles kwijt wat ons tot mensen maakt.
[Tweet “Het is onvermijdelijk dat een voorstelling als M.U.R.S. er een keer moest komen.”]Het is onvermijdelijk dat een voorstelling als M.U.R.S. er een keer moest komen. La Fura dels Baus heeft deze ‘verplichting’ voortreffelijk op zich genomen. De groep maakt al vele jaren naam met spectaculaire, circusachtige voorstellingen, zoals de opening van de Olympische Spelen in Barcelona (1992) en Turn on the lights (2014). Maar de groep gebruikt de enorme mogelijkheden die ze heeft, op technisch gebied èn met haar fantastische groep performers, niet alleen om het publiek in adembenemende pracht en praal onder te dompelen. Ze kunnen ook ineens de boel omgooien en schrik aanjagen. In de eigen interpretatie van de opera Boris Godunov (2008) werd het publiek plotseling onthaald op een bestorming van de theaterzaal door terroristen met mitrailleurs en explosieven.
In M.U.R.S. geschiedt de overval meer sluipenderwijs. Zonder keiharde omslag bevindt het publiek zich ineens in een beklemmende situatie. Juist omdat je midden in het spektakel rondloopt, via een app op je telefoon voortdurend tot deelnemer aan het spektakel wordt gebombardeerd, in plaats van de voorstelling vanaf een stoel gade te slaan, bereikt La Fura dels Baus wat absoluut nodig is om de boodschap voelbaar te maken: dat de gebeurtenissen akelig dichtbij komen, tot op je huid. Dat je de volstrekte onmogelijkheid voelt iets bij te sturen aan wat er gebeurt. Dat je je contact met de mensen om je heen verliest en koud blijft bij alle onheil die je telefonisch wordt medegedeeld.
In het dagelijks leven hebben we er vrijwel allemaal mee te maken. Steeds meer informatie komt op ons af. Onophoudelijk knipperen korte nieuwsitems door onze bezigheden op het beeldscherm heen. De piepjes op de telefoon, 24/7. De onafgebroken stroom berichtjes. Neem je ze nog op? Kun je er nog wat mee? We raken de greep op ons leven kwijt. Wat doen we met deze boodschap?
Het is twaalf uur. De eerste maandag van de maand. Ik heb net het laatste woord + vraagteken van dit artikel geschreven. Een grillig toontje komt uit mijn telefoon. Een testberichtje van NL-Alert. Ik neem me voor bij elke volgende keer oplettend te zijn. ‘Hé, een testbericht van NL-Alert!’ Even nadenken wat hier ook alweer de bedoeling van is. Zou ik dat lang volhouden?
Foto’s: Josep Aznar