Tight and razor-sharp? No. But that's not what this afternoon is about at all. This is a celebration of singing together, with the end result being a performance of Handel's oratorio that you wouldn't want on CD, but which is of a surprisingly high standard and, above all, one you wouldn't have wanted to miss for the world.
Veel is er geschreven over de problemen bij het Orkest van het Oosten en de soms moeizame relatie met de in dezelfde stad gevestigde Nederlandse Reisopera. Veel is geschreven over de bezuinigingen die beide hard troffen. De een zocht een oplossing in een geforceerde sprong naar voren die helaas een luchtkasteel bleek, de ander greep drastisch in, ontsloeg het complete koor en verraste vriend en vijand met spraakmakende producties. Maar ziet ook dat het eigenlijk structureel geld tekort komt.
Dat is politiek, en een verhaal dat nog vele vervolgen zal kennen. Maar op 6 december, een dag na Sinterklaas, gaven Orkest van het Oosten, Nederlandse Reisopera en het eveneens uit Overijssel afkomstige koor Consensus Vocalis een hartverwarmende uitvoering van de Messiah. Orkest, opera en koor verbonden niet alleen het publiek aan zich, maar maakten dat publiek nadrukkelijk deel van de uitvoering.
Zo lieten drie Overijsselse gezelschappen in de hoofdstad zien hoe het ook kan: samenwerken, verbinden en in de Randstad laten zien dat de regio, door Alexander Pechtold in de Tweede Kamer nog recentelijk op een hoop geveegd als ‘platteland’, iets kan realiseren waartoe ‘de Randstad’ niet in staat is. Dit was de allereerste meezing Messiah in Carré.
Figuratively and artistically successful
En een zeer succesvolle, in de eerste plaats cijfermatig. Niet alleen waren de zeshonderd beschikbare meezingkaarten in een mum van tijd uitverkocht, ook de overige plekken vonden gretig aftrek, nota bene op een zondagmiddag waarop vele mensen een verlate Sinterklaas vieren én er twee concurrerende Messiah-uitvoeringen in Amsterdam plaatsvonden.
Maar ook artistiek was deze Messiah van hoog niveau. Niet alleen dankzij de genoemde gezelschappen, of de vier solisten, maar ook door de zeshonderd meezingers. Ze zaten overal, vulden niet alleen de hele zaal, maar ook de loges en zelfs een deel van het balkon. Alleen de aanblik van dat immense koor dat en masse opstaat voor de eerste koorpartij ‘And the glory of the Lord’ is indrukwekkend. Doordat sopranen, alten, tenoren en bassen in groepen geplaatst waren volgt een wonderlijk ruimtelijke koor. De zang komt letterlijk van alle kanten en biedt op de beste momenten – ‘And we like sheep have gone astray’ – ook voor de louter luisteraar nieuwe inzichten.
Verbindende factor is hier Nicolas Mansfield, die met zichtbaar plezier niet alleen solisten, orkest en Consensus Vocalis dirigeert, maar in de koorpartijen de zeshonderd meezingers bijkans niet te missen aanwijzingen geeft. En het werkt. De meezingers blijken na een enkele repetitie tot veel in staat. Helemaal verwonderlijk is dat niet: Nederland is een zangland. Zingen in ensemble/koorverband is nog steeds de grootste niet sportgerelateerde hobby’s van ons land. Een groot deel van de meezingers had het duidelijk vaker gedaan. En wie minder ervaren was? “Ik klampte me vast aan de meer getrainde sopranen naast me,” vertelde een van de deelnemers na afloop, “toen ging het als vanzelf.”
Ook het publiek verbond zich aan elkaar, Randstedelingen en niet-Randstedelingen, als vanzelf.
Connection
Het v-woord duikt hier niet toevallig al te vaak op. Sinds Minister Bussemaker het woord ‘verbinding’ zo nadrukkelijk op de agenda plaatste, klinkt het immers overal. Bij gezelschappen bijvoorbeeld, die geleerd hebben met de modegrillen van de cultuurminister van dienst mee te waaien. Er is elke kabinetsperiode wel een nieuw toverwoord. Gelouterd als zij zijn, voegen zij vooral dat nieuwe toverwoord in de al bestaande plannen, maar politici zijn doorgaans korter van memorie en gaan overijverig aan de slag. Verbinden, gecombineerd met de vorige toverwoorden publieksbereik en marktwerking resulteert dan al snel in gedwongen samenwerken, om zo te verhullen dat er feitelijk nog altijd bezuinigd wordt op cultuur. Fusies en van bovenaf opgelegde samenwerking zijn echter contraproductief, de voorbeelden daarvan zijn legio.
Publiek voor je winnen zit niet in blind vertrouwen op marktwerking of in gezelschappen en stenen gebouwen laten fuseren. De werkelijke verbinding komt van de makers. Zij kunnen samen met elkaar en met hun publiek op één middag meer bereiken dan bestuurders met onderliggende partijbelangen, het hele ondersteunende ambtenarenapparaat en al te ambitieuze directeurs samen.
Precies dát zagen we op 6 december in nota bene een commercieel geëxploiteerd theater door gesubsidieerde gezelschappen en het massaal toegestroomde publiek.
Hallelujah!