After it was announced in January this year that Jan Willem de Vriend was leaving at the end of the 2016/2017 season, the Orchestra of the East announced that it was in no hurry to find a successor. One would start working with "renowned guest conductors". Just over six months later, a few months before the departure of interim director Bart van Meijl, a successor was still presented. That this successor, Ed Spanjaard, is given the title of 'permanent conductor' seems mainly a semantic issue. Spanjaard wordt het nieuwe boegbeeld van het Overijsselse orkest. Een betere keus is amper denkbaar.
Verjonging
Dat een in 1948 in Haarlem geboren dirigent verjonging brengt in een log apparaat als dit grote symfonieorkest in de BIS klinkt misschien gek, maar precies daarvoor kan Ed Spanjaard zorgen. Waar zijn directe voorgangers Jaap van Zweden (nieuwe muziek alleen als het echt moet) en Jan Willem de Vriend (nieuwe muziek is een net ontdekt werk van een vergeten barokcomponist) specialisten zijn in respectievelijk romantisch/laatromantisch en barok, omarmt Ed Spanjaard juist nieuwe composities. Hij dirigeerde indrukwekkend veel wereldpremières, niet in de laatste plaats van Nederlandse componisten, en is in tegenstelling tot Van Zweden en De Vriend ook gespecialiseerd in werken voor kleiner ensemble. Bovendien werkt hij veelvuldig met jongeren.
Verbreding
Zijn nadrukkelijke specialisatie heeft Jaap van Zweden tot de absolute wereldtop gebracht: hij is de nieuwe chef-dirigent van het New York Philharmonic. Specialiseren markeerde aanvankelijk ook de carrière van Jan Willem de Vriend, maar sinds hij het meer en meer in verbreding zocht, resulteerde dat in wisselvallige concerten en meer focus op televisieoptredens dan op repetitieruimte en concertzaal.
Ed Spanjaard is altijd een generalist geweest. Hij heeft in meer dan veertig jaar dirigeren op natuurlijke wijze een enorm repertoire opgebouwd, dat niet alleen de Mahlers omvat waarmee het Orkest van het Oosten onder Van Zweden zoveel indruk maakte, maar ook Mozart, Haydn en noem maar op. Van Bach tot Boulez, maar ook van Adés tot Adams en Van der Aa.
Verbinding
Het is het toverwoord van dit kabinet: verbinding. We worden er allemaal moe van. De meeste cultuurwethouders zoeken verbinding vooral in al dan niet gedwongen fusies van theaters of met z’n allen in een kantoortuin, uiteraard met als enig doel meer publiek voor minder geld. Provinciale bestuurders denken louter aan het behoud van om het even welke functie voor de eigen provincie – hoe onmogelijk dit ook blijkt te zijn. Werkelijke culturele verbinding komt eigenlijk nooit van bovenaf, maar vanuit de makers. En juist daarvoor is Ed Spanjaard de juiste man. Niet alleen door zijn brede repertoire, met oog voor jonge componisten en musici, maar ook omdat hij past in het politieke profiel van de nieuwe chef van het orkest.
Verbroken verbinding
Het Orkest van het Oosten zat aan de grond. Concerten werden afgelast, en zelfs een faillissement leek onafwendbaar. Directeur Harm Mannak stapte ‘vrijwillig’ op. Toen daarna bleek dat het provinciale politieke draagvlak tot het nulpunt was gedaald, moest ook de complete Raad van Toezicht vertrekken.
Natuurlijk, er werden pogingen gedaan om alles met de mantel der liefde te bedekken. In de Provinciale Staten verdoezelde men het eigen falen en de verdwenen miljoenen door alles maar op de tegenvallende economie te gooien. De Enschedese cultuurwethouder stelde de morrende gemeenteraad gerust door bij de provincie te pleiten voor het orkest. De provincie vooral riep op om steun te vragen bij het Rijk.
Dat is afschuiven voor gevorderden, in de wetenschap dat Gelderland juist op dat moment miljoenen beschikbaar stelde aan ‘hun’ orkest, met nog een nieuwe concertzaal als bonus. Het doel was hetzelfde: afkopen van de subsidieafhankelijkheid.
In mei kwam het advies van de Raad voor Cultuur. Beide oostelijke orkesten moeten, zoals al decennia betoogd door de Raad, verregaand samenwerken, anders 0 euro. Een storm brak los, waarbij orkestdirecteur Wiebren Buma, net als Enschede eerder, Arnhem bombardeerde als ‘de culturele hoofdstad van het Oosten’ en schermde met geweldige cijfers die dat niet zijn:
‘De inkomsten uit sponsoring stegen van 267.000 euro in 2013 naar 313.000 euro in 2015. De aanvraag voor de komende subsidieperiode bouwt verder op die succesvolle en innovatieve koers.’
Succesvol? Integendeel. Innovatief? Allerminst.
Gedwongen verbinding
Pijnlijk, voor beide orkesten, was dat minister Bussemaker op 2 juni in het Kamerdebat over het advies van de Raad voor Cultuur de vinger op de zere plek legde: ‘Twee oostelijke orkesten is voor spreiding gewenst, maar leidt tot slecht werkgeverschap.’ Daar schreven wij al veel eerder over, en Buma geeft het ook toe: ‘De kostenreductie bestond in eerste instantie uit een deeltijdontslag van de musici. Zij gingen naar een contract van 60 procent en verloren daarmee 40 procent van hun inkomen.’ Bij het Orkest van het Oosten is precies hetzelfde gebeurd.
Ook het Orkest van Oosten reageerde afwijzend op het advies van de Raad: Het orkest wil geen gedwongen huwelijk, maar zoekt nadrukkelijk wel de samenwerking:
‘Zoals het Orkest van het Oosten reeds in zijn BIS- aanvraag heeft aangegeven wil het de komende periode vorm geven aan de nieuwe artistieke koers en ook de samenwerking met Het Gelders Orkest verder ontwikkelen. Het orkest spreekt wel de hoop uit dat het samen met alle stakeholders in landsdeel Oost de ruimte krijgt om binnen een realistisch tijdsbestek, vanuit een inhoudelijke visie, de samenwerking met o.a. Het Gelders Orkest vorm te geven.’
Breihulpmiddel
We negeren even het modieuze ‘stakeholders’, dat vooral in de voetbalwereld inmiddels standaard is geworden en dan het liefst in de luie vertaling ‘steekhouders’, dat wij kennen als een breihulpmiddel, en lezen hier bij ‘stakeholders’ maar ‘belangrijke partners’. Maar waar Harm Mannak en Jan Willem de Vriend die partners vooral zagen als kandidaten voor overname, is het Orkest van het Oosten nu een stuk realistischer.
Een groot deel van de credits daarvoor moeten naar Bart van Meijl, die zich als interim geconfronteerd zag met de acute financiële problemen van het orkest. Hij moest snel met een nieuw plan komen, maar zonder het zo gevreesde fusie-woord te gebruiken. Hij is het, die al vanaf zijn benoeming steevast verregaande samenwerking met Het Gelders Orkest hoog op de agenda plaatst.
Verbinding gepersonifieerd
Precies daarvoor is Ed Spanjaard de aangewezen man. Niet alleen dirigeerde hij met veel succes al beide Oostelijke orkesten, hij was ook nauw betrokken bij misschien wel de grootste artistieke triomf van beide orkesten: Wagners Ring.
Die artistieke triomf raakt bovendien die eh… andere ‘stakeholder’ in Overijssel en Enschede: de Nederlandse Reisopera.
De Nederlandse Reisopera is voor de operabegeleiding afhankelijk van voornamelijk het Orkest van het Oosten en Het Gelders Orkest. Beide orkesten kunnen die taak – zowel qua bezetting als qua programmering – louter gezamenlijk aan. Met een dirigent die een enorme ervaring in het operarepertoire heeft, van heel groot tot kameropera-klein, lijkt de samenwerking met de Reisopera ook nieuwe kansen te krijgen. Een samenwerking die Jan Willem de Vriend met zijn groteske plannen voor een vijandige overname van de Reisopera grondig verziekte, maar die dankzij Spanjaard vele nieuwe mogelijkheden biedt.
De jeugdtheatergezelschappen in Overijssel en Gelderland (Sonnevanck en Kwatta) werken in meer of mindere mate al samen met de orkesten. Introdans nog te weinig. Maar de mogelijkheden zijn enorm. Wat te denken van Nieuwjaarsconcerten met jonge talenten in Enschede, Zwolle, Arnhem en Nijmegen. Met Bernstein, Bizet, Sondheim, instrumentale stukken van Wagner voor groot orkest mét ballet en de slotscène van Strauss Der Rosenkavelier. Een samenwerking waar Amsterdam en Den Haag jaloers op zullen zijn.
Dus: louter blauwe luchten en eindeloze vergezichten?
Integendeel. Het Orkest van het Oosten moet op zoek naar een nieuwe directeur, die meteen als kernopdracht heeft verregaande samenwerking te realiseren. De kersverse directeur van Het Gelders Orkest ziet zich ondertussen opgezadeld met de loodzware hypotheek van zijn voorganger. Want hoe geweldig het ook klinkt, zo’n miljoeneninvestering in een nieuwe zaal, Gelderland en Arnhem willen daar wel wat voor terug – meer dan Het Gelders Orkest menselijkerwijs kan bieden. De lobby vanuit beide orkesten heeft weliswaar geresulteerd in aangenomen motie waarin beide orkesten niet binnen twee jaar klaar moeten zijn met hun plannen, maar vier jaar de tijd krijgen. Daarmee winnen ze wel tijd, maar geen geld.
Het zuiden
Daar komt het afschrikwekkende voorbeeld van de zuidelijke orkesten nog bij. Ook zij verzetten zich fel tegen fusie, kwamen tot inkeer, maar deden dat volgens de Raad voor Cultuur louter voor de vorm. Daardoor is subsidieverstrekking nu alsnog verbonden aan het kiezen voor één vestigingsplaats, waarbij één van de ‘schijnzelfstandige’ orkesten ook nog eens kwalitatief negatief werd beoordeeld. Opmerkelijk is daarbij dat de Raad verzuimt aan te geven om welke zuidelijke tak het gaat.
Zo’n samenwerking moeten Gelderland en Overijssel niet willen. Ze moeten nu een gezamenlijke visie ontwikkelen, waarbij Arnhem, Enschede en Zwolle lef tonen. Ze moeten zich niet laten leiden door plaatselijke en provinciale bestuurders. De draconische bezuinigingen van Zijlstra en Wilders worden niet teruggedraaid, provinciale lobby leidt tot louter de pyrrusoverwinningen waarin Monasch grossiert. Iemand moet het voortouw nemen.
Maar wie?
De oplossing is even logisch als controversieel. Elke nieuwe directeur van het Orkest van het Oosten zal niet de man of vrouw willen zijn die de fusie die we niet zo mogen noemen op haar naam krijgt. Die zal zich dus met hand en tand verzetten. De onderhandelingspositie is daarbij zo ongelijk (provincie die net verlies moet nemen tegenover provincie die net in het diepe springt), dat het eindresultaat zal zijn dat het Rijk ingrijpt.
Van Meijl lijkt daarom de aangewezen man om de fusie te begeleiden. Zijn grote nadeel is dat hij nu interim van het Orkest van het Oosten is, zijn voordeel is dat hij daarmee het voordeel van Het Gelders opheft. Bovendien vertrekt hij toch. Elk ander scenario leidt onherroepelijk tot twee vechtende directeuren, met een procesbegeleider daarboven, nog meer ‘eigen stad en provincie eerst’, en heel veel extra kosten die niet aan de kerntaak worden besteed maar met hoe dan ook hetzelfde resultaat.
Daarin kan Ed Spanjaard een verbindende rol vervullen.