Skip to content

‘Mijn wil is het enige wat ik kan controleren.’ Hoe Benedict Wells’ moeilijke jeugd hem deed uitgroeien tot bestsellerauteur

Robert Beck, de hoofdpersoon van Benedict Wells’ debuutroman Becks laatste zomer, hoopt als bijna-veertiger alsnog zijn droom waar te maken: een carrière in de muziek. Wells (34) weet wat het is om alles op alles te zetten om je droom na te jagen. Een moeilijke jeugd zette hij om in literatuur, en hij werd er verdomd succesvol mee.

De afgelopen twee jaar waren als een een rit in een achtbaan voor de jonge Duitse schrijver Benedict Wells. Zijn roman Het einde van de eenzaamheid werd groots opgepikt, in dertig landen vertaald, lovend besproken en een bestseller; alleen al in Nederland werden er ruim 80.000 exemplaren van verkocht. Een internationale doorbraak als begin dertiger – als schrijver kun je het slechter treffen.

Succes

Vanwege het grote succes van Het einde van de eenzaamheid is nu Wells’ tien jaar oude debuutroman verschenen: Becks laatste zomer. Het gaat over Robert Beck, docent op een middelbare school, die eigenlijk muzikant had willen worden en steeds meer van zijn huidige bestaan begint te balen. Als hij het buitenbeetje Rauli in de klas krijgt, een tweede Jimi Hendrix, hoopt hij via hem alsnog een carrière in de muziek te kunnen beginnen. Even lijkt alles mogelijk.

Dat moet vreemd zijn, praten over een boek dat tien jaar geleden uitkwam?

‘Ja, het is zelfs veertien jaar geleden dat ik het begon te schrijven. Ik heb een bijzondere band met het boek, want ik bevond me op een kruispunt in mijn leven. Ik vocht voor het schrijven, was bang dat ik mijn grote droom moest opgeven. Nadat ik Hotel New Hampshire van John Irving had gelezen, wist ik: oké, als dit literatuur is, dan wil ik schrijver worden. Als ik dat niet probeer, zal ik er de rest van mijn leven spijt van hebben. Begin twintig was ik, en al vier jaar lang schreef ik aan Becks laatste zomer, maar nog steeds wilde geen uitgever het hebben. Ik was bang dat het me nooit zou lukken, en in mijn wanhoop trok ik alles, echt álles uit de kast om het goed te maken en iemand ervan te overtuigen dat ik dit kon.’

Dat is gelukt.

‘Ja, ik heb geluk gehad. Terugkijkend kun je denken: kom op, het was nog maar vier jaar dat mijn werk niet werd gepubliceerd, maar dat zou verraad van mijn jongere ik zijn. Want mijn vrienden studeerden al een paar jaar, zij waren op weg naar iets, kozen voor een veilige weg. Ik studeerde niet omdat ik schrijver wilde worden, ik had weinig geld, woonde in een verschrikkelijk appartement. Als mijn droom zou mislukken, zou ik met lege handen staan.’

Afwijzingen

‘Laten we wel wezen: wat mijn hoofdpersoon Robert Beck doet – tegen de veertig je veilige baan opzeggen – is eigenlijk veel moediger dan wat ik deed. Ik had nog niets te verliezen.Ik werkte overdag en schreef ’s nachts. Van uitgeverijen en agenten kreeg ik alleen maar afwijzingen. Het enige waar ik me aan kon vasthouden was het stemmetje in mijn hoofd dat zei dat ik moest doorzetten.’

Hoe hield je de moed erin?

‘Ik ben op een vreemde manier opgegroeid: vanaf mijn zesde zat ik op kostschool. Mijn ene ouder was ziek, mijn andere ouder had geldproblemen, en daardoor konden ze niet goed voor mijn zusje en mij zorgen.Ik was al vanaf jonge leeftijd veel op mezelf aangewezen. Dat deed me beseffen dat mijn wil het enige is wat ik zelf onder controle heb. Daarmee kan ik ervoor zorgen dat ik kom waar ik wil komen. Ik kon mijn woede – en vreugde, want ik had ze allebei – dus op een goede manier gebruiken om mezelf voort te stuwen.’

‘De periode op kostschool heeft me tot het schrijverschap gebracht.’ ©Roger Eberhard

Welke invloed heeft die moeilijke jeugd gehad?

‘Na dertien jaar op kostschool en al die problemen in ons gezin zat ik vol woede. Ik had als kind al veel verantwoordelijkheid; ik was degene die met mijn zieke ouder naar het ziekenhuis ging, om maar iets te noemen. Het grote geluk was wel dat er ondanks al deze problemen onderling wel veel liefde was. De situatie was dus niet alleen maar slecht, het goede was ook aanwezig.’

Kostschool

‘Die periode op kostschool heeft me denk ik ook tot het schrijverschap gebracht. Het feit dat ik ‘afweek’ doordat ik op kostschool zat, maakte me tot een observator, en observeren is de eerste stap naar het schrijven. Bovendien sliep ik slecht en laat, dus las ik veel en dacht ik veel na om moe te worden.’

‘Ik heb er zoals gezegd een sterke wil aan overgehouden, en de behoefte om dingen net ietsje beter te maken dan ze in de realiteit zijn. Dat vind je terug in mijn werk. Alles is 5 procent beter – niet te veel, want dan zou het een leugen worden, en ik wil niet liegen als ik schrijf. Je zou kunnen denken dat leraar Robert Beck alsnog een succesvolle muzikant wordt. Dat zou een leugen zijn, want hoe zou dat kunnen gebeuren? Vergeleken bij Rauli is hij volkomen middelmatig, dus natuurlijk faalt hij. Waar het om gaat is: wie is het gelukkigst, degene die heeft geprobeerd zijn droom te verwezenlijken en daarin niet is geslaagd, of degene die het überhaupt nooit heeft geprobeerd?’

Wat biedt het schrijven jou?

‘Het maakt dingen duidelijker. In Eenzaamheid staat een quote die erg op mij van toepassing is: ‘Er zijn dingen die ik niet kan zeggen maar alleen kan schrijven, want als ik praat, denk ik, terwijl ik voel als ik schrijf.’ Dat is wat er bij mij gebeurt. Ik zit uren achter elkaar te schrijven, en als ik in zekere zin terugkom in de realiteit en teruglees wat ik heb geschreven, ben ik soms volkomen verrast.’

Iemand anders

‘Soms lijkt het alsof de zinnen of gedachten door iemand anders geschreven zijn, maar ik begrijp dat het blijkbaar ergens diep in mij al verborgen lag. Schrijven brengt mijn onderbewuste gedachten en gevoelens naar boven, en als ze dan zwart op wit staan, in een verhaal, werkt dat verhelderend. Mijn innerlijke intuïtieve ik loopt soms een paar stappen vooruit op mijn bewustzijn.’

©BogenbergerAutorenfotos

Hoe kijk je terug op je debuut?

‘Met grote dankbaarheid, alsof ik in de kroeg een oude vriend ontmoet. Alle het goede van de afgelopen jaren is te danken aan dit boek. Het heeft de deur voor mij geopend, en dan vooral het personage Rauli. Toen hij zich aandiende, begon het boek als het ware zichzelf te schrijven. Mijn schrijven is tegenwoordig effectiever, ik heb minder ruimte nodig en denk beter na over de zinnen. Maar toen ik Becks laatste zomer schreef, was ik zo stoutmoedig. Ik dacht niet na over wat anderen ervan zouden kunnen vinden, of dingen wel ‘logisch’ waren, ik volgde gewoon de avonturen van de personages. Ik denk dat passie en enthousiasme het altijd winnen van techniek. Dus hopelijk slaag ik er met de jaren in die passie met techniek te verenigen.’

Legt het succes druk op je schouders?

‘Nee, het schrijven komt voort uit een innerlijke wereld, die niet wordt beïnvloed door de dagelijkse realiteit. Er is me een groot geluk en voorrecht ten deel gevallen, en ik wil mezelf tijd geven om daarvan te genieten en het op waarde te schatten. Daarom wil ik niet meteen alweer een roman publiceren, ook al is die al klaar. In Duitsland komt er eerst een bundel korte verhalen uit.

Breakfast Club

Mijn volgende roman verschijnt denk ik over een jaar of twee en is qua sfeer het tegenovergestelde van Het einde van de eenzaamheid. Het is een coming-of-age-roman die is geïnspireerd op de jaren tachtig, en films als The Breakfast Club, Ferris Buellers Day Off, Stand by Me. Tijdens het werken luisterde ik de hele tijd naar jarentachtigmuziek. Ik heb nog nooit zoveel plezier gehad tijdens het schrijven als met dit nieuwe boek, daarom houd ik het nog even voor mezelf. Ik wil die wereld eigenlijk nog niet achterlaten.’

Heimwee naar de jaren tachtig? Toen was je pas geboren.

‘Klopt! Er zijn twee soorten brandstof voor een roman: ervaring of verlangen. Vroeger wilde ik dat ik in de jaren tachtig in Amerika opgegroeid was, omdat alle films die ik zag, zich in die periode afspeelden. Natuurlijk was het de tijd van de Koude Oorlog, nucleaire wapens en nog veel meer ellende. Maar nu, zoveel jaar later, kun je alleen naar de goede dingen kijken. De Netflix-serie Stranger Thingszag ik pas toen het boek klaar was, en wat ontdekte ik: de makers ervan, Matt en Ross Duffer, zijn geboren op 15 februari 1984 – in dezelfde maand en hetzelfde jaar als ik! Zij hebben vast hetzelfde sentiment gehad.’

Good to know Good to know

Becks laatste zomeris verschenen bij uitgeverij Meulenhoff

Buy at bol.com

A Quattro Mani

Photographer Marc Brester and journalist Vivian de Gier can read and write with each other - literally. As partners in crime, they travel the world for various media, for reviews of the finest literature and personal interviews with the writers who matter. Ahead of the troops and beyond the delusion of the day.View Author posts

Small Membership
175 / 12 Months
Especially for organisations with a turnover or grant of less than 250,000 per year.
No annoying banners
A premium newsletter
5 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Cultural Membership
360 / Year
For cultural organisations
No annoying banners
A premium newsletter
10 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Participate
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Collaboration
Private Membership
50 / Year
For natural persons and self-employed persons.
No annoying banners
A premium newsletter
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Own mastodon account on our instance
en_GBEnglish (UK)