Skip to content

Four reasons to go to Pelléas et Mélisande #HF19

Het Holland Festival is met zijn ruime aanbod soms zijn eigen concurrent. Zo miste ik Turan Dokht en de première van Pelléas et Mélisande omdat ik bij aus LICHT zat. Om een voorstelling van Debussy’s enige opera te bezoeken moest ik het concert van Abd Al Malik laten schieten. – Culturele keuzestress, enerzijds frustrerend maar anderzijds een weelde. Was het de moeite waard? Wat ik gemist heb kan ik niet beoordelen. Wel kan ik je na mijn bezoek aan de Stopera op 12 juni vier redenen geven waarom je Pelléas et Mélisande moet bezoeken.

Betoverende enscenering

Een vlechtwerk van hangende stalen pijpen suggereert het ondoordringbare woud waarin Mélisande wordt aangetroffen door Golaud. Zodra de muziek begint gaan de staven loom door elkaar wiegen, belicht als een nachtelijk toverbos. Zij maken plaats voor een driehoekige trap die fungeert als kasteel van Koning Arkel. De stellages dienen in telkens wisselende formaties ook als burcht van Golaud, een grot, een vijver en als geheime ontmoetingsplek van Pelléas en Mélisande.

Consequent hanteert decorontwerper Pierre-André Weitz hierbij de driehoeksvorm. Een even simpele als effectieve verwijzing naar de moeizame relatie tussen Golaud, zijn halfbroer Pelléas en Mélisande. De verrijdbare multifunctionele steigerwerken steken de adembenemende decors in Stockhausens aus LICHT naar de kroon.

Beklemmend zijn de momenten waarop gigantische trapezevormige panelen naar beneden schuiven om de zoveelste driehoek te vormen. Zij lijken op de valbijl van een guillotine en vormen een voorbode van de tragedie die komen gaat. Lichtontwerper Betrand Killy maakt de verstikkende sfeer invoelbaar met felle lichtaccenten op een verder duister toneel. Zo treft de enscenering de raadselachtige sfeer van de tekst van Maurice Maeterlinck in het hart.

Stijlvolle kostuums

In het van somberheid doortrokken toneelbeeld bewegen de personages zich in zwarte of grijze maatkostuums. De elegante snit van hun driedelige pakken herinnert aan begin twintigste eeuw, toen Debussy zijn opera componeerde. Daartegen steken de maagdelijk witte outfits van Mélisande ontzettend af. Zij is de onschuld zelve, lijkt Weitz ons toe te willen roepen. Maar bij opkomst draagt zij een sensueel doorzichtig gewaad, haar tepels en string voor allen zichtbaar. Misschien is het geheimzinnige meisje toch minder onschuldig dan ze lijkt? Golauds zoontje Yniold is eveneens in het wit gestoken, alsof ook hij slechts slachtoffer is van de omstandigheden.

Formidabele zangers

De Nationale Opera heeft voor deze productie een topcast op de been gebracht. De Russische sopraan Elena Tsallagova is met haar pure, onopgesmukte stem en meisjesachtige uitstraling de ideale Mélisande. Ze weet je hart te raken als angstige puber die belaagd wordt door de oudere Golaud, als zijn depressieve echtgenote, als verliefde bakvis en als ijlende vrouw die sterft in het kraambed.

Indrukwekkend is ook de Iers-Amerikaanse bariton Brian Mulligan als Golaud. Met zijn sonore stem en imposante verschijning geeft hij gestalte aan de uiteenlopende aspecten van zijn karakter. Van behoedzame geile bok die een -tje aangaat met Mélisande tot barse landheer die zijn onderdanen laat verhongeren. Hij overtuigt evenzeer als jaloerse echtgenoot die Pelléas doodt, Mélisande aan de haren over de grond sleept en zelfs op haar sterfbed nog vraagt naar mogelijk overspel.

Een glansrol speelt de Britse bas Peter Rose als de halfblinde Koning Arkel. Hij toont opmerkelijk inzicht in de getroebleerde verhoudingen tussen zijn kleinzoons Golaud en Pelléas. Hij ontroert in zijn mededogen en zijn bekommernis om Mélisande. De soevereine toon waarop hij het lot accepteert dat hem zowel haar als Pelléas ontneemt is keelsnoerend. Paul Appleby is helaas een wat vlakke Pelléas.

Helemaal op de banken gaan we voor Maximilian Leicher van het Tölzer Knabenchor in zijn rol van Yniold. Aandoenlijk schutterig ondersteunt hij zijn overgrootvader Arkel in de eerste twee bedrijven. Voelbaar onwillig bespioneert hij vervolgens Pelléas en Mélisande om met loepzuivere stem de vragen van zijn afgunstige vader te beantwoorden.

In de vierde akte zingt hij een aangrijpende solo vol onheilszwangere verwijzingen naar de aanstaande tragedie. Leicher is een begenadigd acteur en zijn Frans is vlekkeloos. Geestig is de ostentatieve verveling waarmee hij in het laatste bedrijf de ellenlange verhandelingen aanhoort van de volwassenen.

De magische muziek van Debussy

‘Prima la musica, dopo le parole’ (eerst de muziek, dan de woorden), is een gevleugeld adagium voor opera. Voor Debussy zijn beide echter onlosmakelijk met elkaar verbonden. De zanglijnen zijn zonder uitzondering syllabisch gezet en volgen de Franse tongval op de voet. Omdat coloraturen en andere typische operaversieringen ontbreken, ontstaat een grote natuurlijkheid, de melodielijnen zijn uitgesproken vloeiend. Deze aanpak komt bovendien de verstaanbaarheid zeer ten goede.

Debussy blonk uit in het creëren van ‘vage, impressionistische’ orkest- en koorpartijen. Scherp omrande melodische contouren en sterke ritmische pulsen ontbreken, de harmonieën zijn niet opgebouwd vanuit de traditionele tonaliteit. In plaats van voortstuwende doelgerichtheid schrijft Debussy muziek die als het ware stilstaat. We kunnen ons wentelen in een bad vol schitterende klankkleuren, gelardeerd met prachtige arabesken van hout- en koperblazers. Als Mélisande zingt klinkt vaak een flard harp, van oudsher het instrument dat onschuld symboliseert.

Dit betekent geenszins dat Pelléas et Mélisande een zoetig soort kitsch zou zijn. Debussy schept een magische, ongrijpbare sfeer die uitmuntend past bij het symbolistische verhaal. Onder het schilderachtige oppervlak woedt voortdurend het onheil, in laag grommende fagotten en contrabassen en zacht roffelende pauken. Plotse stiltes, gedempte hoorns en angstaanjagende koperfanfares verhogen de sfeer van doem en onontkoombaarheid.

Het Koninklijk Concertgebouworkest is hoorbaar vertrouwd met deze klankwereld, ook de korte solistische motieven klinken als een klok. Jammer dat het orkest de zangers soms overstemde. Wat mij betreft had dirigent Stéphane Denève ook iets meer Frans parfum mogen toevoegen. Maar dat zijn slechts minimale kanttekeningen bij een verder voorbeeldige productie.

Good to know Good to know
De voorstelling loopt nog tot en met 27 juni. Meer info en kaarten hier.

Thea Derks

Thea Derks studied English and Musicology. In 1996, she completed her studies in musicology cum laude at the University of Amsterdam. She specialises in contemporary music and in 2014 published the critically acclaimed biography 'Reinbert de Leeuw: man or melody'. Four years on, she completed 'An ox on the roof: modern music in vogevlucht', aimed especially at the interested layperson. You buy it here: https://www.boekenbestellen.nl/boek/een-os-op-het-dak/9789012345675 In 2020, the 3rd edition of the Reinbertbio appeared,with 2 additional chapters describing the period 2014-2020. These also appeared separately as Final Chord.View Author posts

Small Membership
175 / 12 Months
Especially for organisations with a turnover or grant of less than 250,000 per year.
No annoying banners
A premium newsletter
5 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Cultural Membership
360 / Year
For cultural organisations
No annoying banners
A premium newsletter
10 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Participate
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Collaboration
Private Membership
50 / Year
For natural persons and self-employed persons.
No annoying banners
A premium newsletter
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Own mastodon account on our instance
en_GBEnglish (UK)