Honderden mensen hosten, zopen en flirtten er dit weekend op los in de Flevopolder. Als vanouds eigenlijk. Waren we getuigen van een voorzichtig voorschotje voor wat ons later dit jaar te wachten staat, of was het Back to Live-experiment een ultrakorte opflikkering van een leven dat nog lang niet binnen handbereik is? Hoe dan ook, zo’n 3.000 mensen beleefden een paar louterende uurtjes in Biddinghuizen. “Koester dit!”
De zeepdispensers in het backstagegebied staan er wat verloren bij en de menigte aan de andere kant van het festivalterrein heeft de mondkapjes inmiddels diep in de zakken zitten. Toch dringt de buitenwereld even door tijdens een één-tweetje tussen rapper Gotu Jim en zijn publiek op het Back to Live-festival in Biddinghuizen.
Gotu schreeuwt – over een zware trapbeat – “Astraaa!”. De massa speelt ‘m terug, natuurlijk: “Zeeenecaaa!”. Gotu: “Astraaa!” En zo voort.
Sympathiek en grappig moment natuurlijk hier op dag twee van het feestexperiment in de Flevopolder. Normaal denderen een paar keer per jaar tienduizenden mensen over dit terrein. Het is de plek waar vuurwerk, lasers en pretparkdecors kneiterharde hardstylebeats kracht bijzetten op Defqon.1. De plek ook waar duizenden mensen zichzelf doelbewust een slaapgebrek aandoen tijdens festivalklassieker Lowlands. Vandaag is de capaciteit bescheiden, maar de schaal van dit minifestival voelt, diep in lockdown twee, ongelofelijk massaal. Twee dagen lang mogen zo’n 3.000 uitzinnige mensen – 1.500 per dag – hier de coronaregels aan hun laars lappen.
Ja, dat is euforisch, dat is bevrijdend, dat is louterend en schreeuwt om vrolijke baldadigheid. Het einde van de Gotu Jim-show nadert als op de vloer de massa uiteen drijft en een cirkel vormt. Daarna storten al die mensen zich weer gretig op elkaar, grijpen elkaar vast, klonteren samen. Op het podium rapt Gotu intussen dat hij ‘pillen popt’ met Mathijs de Ligt. Het zijn dit soort vertrouwde, in wezen doodnormale, festivalmomenten die vandaag ontroeren. “Koester dit!”, roept de rapper vanaf het podium.
Vrij
Hoe kunnen we in coronatijd evenementen organiseren en hoe kan dat zo veilig mogelijk? Die vragen zijn de inzet van de testevents die de evenementensector de afgelopen tijd organiseerde onder de naam Fieldlab. Na onder meer een zakelijk congres, popfestival en een sportwedstrijd is dit minifestival de spannendste proef tot dusver. De opzet is in principe simpel: na vertoon van een negatieve PCR-testuitslag – niet ouder dan 48 uur- mag je het terrein op. Achter de poorten ben je vrij om te gaan waar je wilt.
Toekomstige evenementen gaan waarschijnlijk gepaard met massaal testen, maar dat is niet waar het Fieldlab-onderzoek om draait, vertelt programmanager Pieter Lubberts. “Vorig jaar zei iedereen: ‘Alle evenementen zijn onveilig.’ Wij dachten dat je eerst maar eens moet kijken welke risico’s er daadwerkelijk aan elk type evenement hangen, want die anderhalvemetermaatregel nekt de sector. Zo ontstond in juni de opzet voor Fieldlab. We zoeken naar manieren om de besmettingsrisico’s te verkleinen. Waar liggen nou de risico’s? Die liggen in contactmomenten. Dit is ook een gedragsonderzoek.”
Zo dragen bezoekers vandaag een tracker die alle contactmomenten monitort. Dit om te achterhalen hoe vaak en hoe lang mensen contact met elkaar maken. Ook wordt vandaag gemonitord waar eventuele opstoppingen plaatsvinden en is iedereen vooraf gevraagd om een mondkapje te dragen.
Handhaving daarop is er niet en dus zie ik al snel slechts een enkeling met gezichtsbedekking: soms hangt het stof nog lafjes over de kin. “Het is een soort groepsdruk”, zegt Joël, die met twee anderen aan picknicktafel bij het foodcourt zit en haar kapje allang heeft weggestopt. Ofwel, hoe meer mensen dat kapje afdoen, hoe meer er zullen volgen. En ja, iedereen heeft een negatieve test op zak en voelt zich veilig en vrij. Zelf ben ik nog terughoudend als ik naar voren buig om iemand te verstaan, maar bij Joël is die schroom al verdwenen: “Het is euforisch om zo dicht bij anderen te zijn. Om weer met vreemde mensen te praten!”
Voor de goede orde ‘fout’ gedrag bestaat niet vandaag. Sterker, volgens Lubberts is het juist belangrijk dat mensen geen wenselijk gedrag vertonen, maar vooral zichzelf zijn.
Adviezen
Uit die serie Fieldlab-evenementen volgt een berg data waar straks een reeks aanbevelingen uitrolt. Hoe kan een voetbalstadion bijvoorbeeld de mensenstroom zo beïnvloeden dat niet iedereen zich tegelijkertijd naar binnen wurmt? Welke capaciteit is mogelijk bij de risicofase waarin het land zich bevindt (op dit moment: ‘zeer ernstig’) en hoe voorkom je met crowd control dat er bij een onverhoopte besmetting in de ZiggoDome duizenden mensen in quarantaine moeten? Hoeveel mensen kan je in een bepaalde risicofase veilig kwijt op een festivalterrein en heeft het zin om een mondkapje te verplichten?
Fieldlab deelt die aanbevelingen uiteindelijk met het Outbreak Management Team – hoogleraar infectiepreventie en OMT-lid Andreas Voss is bij het onderzoek betrokken – dat op haar beurt de overheid adviseert. Daaruit volgen straks – hopelijk – richtlijnen voor de sector. “We kijken naar mogelijkheden om zoveel mogelijk voor elkaar te krijgen binnen een bepaalde landelijke risicofase”, zegt Lubberts. “We hopen dat er binnen drie weken een OMT-advies is naar aanleiding van onze eerste evenementen.” De analyses van dit festivalweekend volgen pas later. Adviezen voor de theaters liggen waarschijnlijk eerder op tafel.
Torre Florim van De Staat (Foto: Studio Gambar)
Koortsdroom
Allemaal leuk, aardig en belangrijk natuurlijk, maar voor de meute in Biddinghuizen is het vooral het hier en nu dat telt. Zo kijkt zangeres Froukje – die in coronatijd doorbrak met liedjes over melancholie and the loutering van de dansvloer – voor het eerst honderden mensen in de ogen. “Ik heb nog nooit voor zo’n publiek gestaan”, zegt ze. “Fucking vet, pfff”. Verderop dansen mensen op betonblokken. Anderen hossen, zwalken, flirten en vallen elkaar in de armen. Ogen zijn al snel waterig van de alcohol.
Lange takken, geplukt op het terrein, zwiepen boven de menigte. Eentje is ingewikkeld met de slierten uit een confettikanon en steekt als een palmpaastak boven de hoofden uit. Een meisje klimt bij iemand op de schouders en maakt een selfie. Bij rockband De Staat kolkt de massa alsof het 2019 is. Een gast in blauwgroen trainingspak danst, met zijn bril op het puntje van de neus, terwijl hij behendig twee biertjes in de hand houdt.
Voor al die mensen die er vandaag met gestrekt been ingaan moet het een louterende koortsdroom zijn, die paar uurtjes terug in het ‘vorige normaal’. Vanaf 19.00 uur valt de menigte uiteen, vaak in duo’s die in de schemering richting parkeerplaats slenteren. Terug in die kleine bubbel, richting het soms gekmakend overzichtelijke leven in een pandemie.
Als ik in de auto zit klopt er een jongen op het raam. Ik draai het open. Hij steekt een vuist uit en we geven elkaar een boks. “Was gezellig man”, zegt ‘ie. In de verte lallen mensen.