Wie gezegend is met de achternaam ‘schaap’ weet niet alleen dat hij uit een rijk en eerbaar geslacht stamt, maar kent ook alle spreekwoorden, gezegden en al dan niet beledigend bedoelde naamgrappen uit het hoofd. Tot en met kameraadschappelijk blatende chefs kunst. Dan is het feit dat het Vlaamse theatergezelschap FC Bergman een voorstelling maakt met als titel ‘The Sheep Song’, reden genoeg om ook tijdens de duisterste lockdowntijden naar Antwerpen te gaan om de première mee te maken.
De voorstelling, die nu te zien is in het Holland Festival, vertelt het droeve verhaal van een schaap dat zich zich van de kudde verwijdert, de mensenwereld vervolgens ernstig vindt tegenvallen, maar bij terugkomst niet meer door zijn collega’s wordt omarmd. Dat lijkt clichématig, en is het misschien ook, maar FC Bergman heeft als makersgroep het vermogen om zulke dingen toch heel overtuigend te brengen.
Botsing
Ze doen dat met behulp van een boel elektronica en machinerie, wat op de première nog tot rookontwikkeling in het hoofd van het leidende schaap leidde. Door een botsing met een echt schaap, deel van de echte kudde die met het gezelschap meereist, vatte de besturing van oren, bek en ogen vlam, hetgeen gelukkig niet tot persoonlijke ongelukken heeft geleid.
We zouden daar allerlei filosofische bespiegelingen aan kunnen wijden, natuurlijk. Over natuur en cultuur, en over hoe die twee altijd botsen, en elkaar beschadigen. Of over god als poppenspeler en wat die precies met onze voortplantingsdrift voor ogen heeft. Wat nuttiger is, is te benadrukken hoe fijn associatief en vrij de voorstelling is, en hoe het maakplezier en de kunstzinnigheid er een typisch Vlaams gebeuren van maken. Vrolijk makende tragiek en horror, dus. En niet alleen omdat Jan van Eycks ‘Lam Gods’ in dat land te zien is.
Boodschap
Er zit geen eenduidige boodschap in The Sheep Song. Ik vind dat verfrissend in een tijd waarin in Nederland makers vaak al bij een eerste vage idee, voor een subsidie-aanvraag bijvoorbeeld, een duidelijk inhoudelijk verhaal moeten klaarhebben. FC Bergman volstaat met wat filosofische bespiegelingen over het fenomeen ‘schaap’ in de kunstgeschiedenis. Vervolgens zijn ze gaan knutselen en bedachten ze dat een echte kudde op het toneel niet mocht ontbreken. Voor de rest mogen we in de zaal vrij associëren, onze eigen momentjes van ontroering en verveling bepalen.
FC Bergman kan zoiets doen omdat ze het vertrouwen hebben van de huizen en festivals in hun netwerk. Natuurlijk is dat vertrouwen breekbaar en ben je ook in Vlaanderen altijd maar zo goed als je laatste werkstuk, maar de Bergmannetjes stralen een grote vrijheid uit. Alleen dat is al een reden om te gaan kijken.