Eindelijk: de opera The Cricket Recovers naar het dierenverhaal De genezing van de krekel van Toon Tellegen is in Nederland! Het Holland Festival presenteert ruim zes jaar na de wereldpremière in Aldeburgh het werk van Richard Ayres, uitgevoerd door Asko|Schönberg en VocaalLAB onder leiding van Etienne Siebens. Pierre Audi tekende voor de regie: hij maakte de voorstelling gelaagd en gewaagd.
De luchtig lijkende opera van vijf kwartier en achttien scènes draait om de krekel en de olifant. De krekel is somber. De olifant wil in een boom klimmen, maar valt steeds. Andere dieren in het bos bieden hulp. De krekel komt uit de depressie en de olifant klimt voortaan denkbeeldig en bezeert zich niet meer. Alleen de mier blijft ontredderd achter en herinnert zich wat er is voorgevallen.
De muziek van de in Nederland woonachtige Britse componist Richard Ayres illustreert de absurde gebeurtenissen in het dierenrijk. IJle, hoge klanken van de violen als de krekel depressief rondbanjert, wild en woest als de krekel zich onrustig voelt of de olifant voor de zoveelste keer valt. Jolig en bombastisch als de dieren de krekel opvrolijken, schurende en schrale geluiden beelden eenzaamheid van de krekel en ongemak van de olifant uit.
Het verhaal van Tellegen, tot een libretto verwerkt door de Nederlandse dichter/componist Rozalie Hirs, biedt geen moraal. Regisseur Audi voegt subtiele details toe die wél stemmen tot nadenken of doordenken. De tekening van een boom in het decor wijst bijvoorbeeld op een zoektocht naar het onderbewuste die psychologen als Freud in hun therapie gebruikten.
Op een concreter niveau krijgen de dieren een uitgesproken karakter. De eekhoorn (Francine Vis) wordt een nerveus huppelend figuurtje in lichtblauwe fitnesskleren die tevergeefs de krekel opbeurt. De mus (Steven van Gils) jut als een driftig directeurtje de andere dieren op tot feestvieren. Erg vergezocht: de woelmuis raakt opgewonden van de ‘kleine boom’ (het kruis) van de olifant als zij samen in het bos zoeken naar geschikte klimbomen.
De stemmingswisselingen, variërend van dolkomisch tot dreigend, vormen de aantrekkingskracht van de compacte, Engelstalige opera. Van filosofisch tot plat; voor iedereen zit er wat in. De tekst, het beeld en de fragmentarische muziek versterken én storen elkaar. Vermakelijke scènes slaan door in groteske ongeloofwaardigheid. Introverte, schrijnende passages worden weggevaagd door melige salonmuziek.
Het Asko|Schönberg en het VocaalLAB zorgden zondag 19 juni voor een accurate, levendige uitvoering. Complimenten voor Donatienne Michel-Dansac die als zon superhoge noten eruit piepte. Het (bewust?) klungelige acteerwerk van Arnout Lems als olifant overtuigde minder, maar hij zong prima en zijn jodelende aandeel tijdens het boom klimmen was vermakelijk.
De theatrale en vocale kunsten van Bauwien van der Meer vallen op. De sopraan volhardt als krekel in prachtig uitgebeelde radeloosheid die aan het einde omslaat in lyrische nonchalance. Hopelijk kan VocaalLAB, het door het rijk gefinancierde internationale atelier voor nieuw muziektheater, nog vaak zulke fijne, frisse solisten leveren aan het Holland Festival.
Richard Ayres: ‘The Cricket Recovers’. Compagnietheater, 19/6/2011. Herhaling: 20/6, 21/6.
Les commentaires sont fermés.