Radbraken. Dat gaat dus zo: je bindt iemand vast op een stevig wagenwiel, breekt vervolgens al zijn of haar botten door er landurig met knuppels op te slaan, waarna je de tot moes geslagen ledematen om de spaken van het wiel vlecht. Essentieel is dat de gestrafte dit alles levend en bij bewustzijn ondergaat. Na de behandeling breng je het wiel met het nog levende en denkende mensenvlees eraan vast naar een plekje buiten de stad, waar het een dag of vier nodig heeft om te sterven. De methode is ontwikkeld door de Nederlanders, en in onze voormalige kolonie Nedelands Indië was het een veel gebruikte straf voor slaven die per ongeluk op een stoep gelopen hadden.
Meer dan een miljoen slaven hebben ‘wij’ in Indonesië versleten, tussen het moment waarop de Hollanders de kolonie stichtten en het moment waarop de slavernij officieel werd afgeschaft. Jammer van een mooie handel, natuurlijk, want in de begintijd leverde een slaaf 1600 euro op (omgerekend), terwijl je ze op de slavenmarkt in Bengalen voor vijf tientjes kon inkopen.
En dat allemaal in het land waaraan we graag terugdenken als een land van zorgzame inlanders en niet al te slechte kolonialen, die een rijk nakomelingschap van bastaardprinsen en -prinsessen hebben verwekt. Zij die zich nu tooien met de erenaam ‘indo’ zijn allemaal afstammeling van de slaven die Nederlanders in de oost versleten. Aldus Reggie Baay, de schrijver van ‘Daar werd wat gruwelijks verricht’, een boek over ons vergeten slavernijverleden in Nederlands Indië.
Baay heeft een boek geschreven dat ons beeld van dat koloniale verleden voorgoed zal veranderen. Hij kreeg het eerste exemplaar uitgereikt aan het begin van zijn lezing tijdens Writers Unlimited 2015 en ik ben nog steeds een beetje kapot van de superieure kalmte waarmee Baay nu over de gruwelen praat die hij in zijn onderzoek voor het boek ontdekte. Er werd daar iets gruwelijks verricht. Het boek is nu te koop.