Ze is 14, flink behoofddoekt en bebrild, en voorzien van een strot die tot in de verste uithoeken van Den Haag te horen is. Ze wil chirurg worden maar wint nu eerst nog even de voorronde van de scholierenwedstrijd voor jonge dichters op Winternachten. Wat een woede zit er in dat mens. Wat een volwassenheid klinkt er uit haar schreeuw om erkenning. Elzahra Elkawafi: onthoud die naam. Ze is samen met de Syrische vluchteling Sumai Yahya en Xiu Bin van Lier finalist van de Jonge Campertprijs die zondag 21 januari wordt uitgereikt tijdens het Schrijversfeest, de officiële afsluiting van Winternachten. (Een publieksprijs die uiteindelijk werd gewonnen door de Syrische vluchteling Sumai Yahya, die net wat wat meer decibels aan applaus scoorde bij het publiek.)
Het Haags Dichtersgilde, dat de deelnemers aan deze wedstrijd klaarstoomde met workshops en trainingen, mag trots zijn. Er zit best wat talent bij de leerlingen van het Edith Stein-college in Den Haag. Allemaal kinderen met een achtergrond in een ver buitenland. Ze zijn soms hier gekomen als vluchteling, soms als kind van rijke expats, maar altijd met een droom om iets van het leven te maken.
Aussi bien que Houellebecq
Hoe anders is dat met het hoofdpersonage van de nieuwste Duitse hit Ellebogen. Auteur Fatma Aydemir schrijft geschiedenis omdat haar boek een aantal zaken op zijn kop zet. Het hoofdpersonage is een meisje met Turkse roots in een Berlijnse volksbuurt dat en passant een misdaad pleegt. David van Reybroeck, zelf al niet de minste, noemde Ellebogen een meesterwerk, minstens even belangrijk als Catcher in the Rye van John Salinger en Platform van Michel Houellebecq. Dat is een berg lof waar je natuurlijk helemaal niets op kunt zeggen, als debuterend schrijver. Aydemir, die in haar uitstraling iets van de coolness van haar hoofdpersonage heeft, stelde dat haar boek bedoeld was als een klap in het gezicht van de lezer. Een missie die geslaagd is, in positieve en negatieve zin. Het aantal hatemails van lezers die haar mensbeeld verafschuwen, schijnt gigantisch te zijn.
De laatste avond van het Winternachtenfestival stond dit keer in het teken van woede. Kan natuurlijk ook aan mijn persoonlijke parcours door het programma gelegen hebben, maar iets zegt me dat dat niet zo was. In het thema ‘We, the people’ ligt nu eenmaal best wat woede besloten. Woede jegens het systeem, woede jegens de wereld, de bazen, of de ander. Of Europa.
Pas de discours promotionnel prévisible
Programmacoördinator Shervin Nekuee zet stevig in op wat altijd al de kern was van Winternachten. Die is: nodig schrijvers uit, en laat het gesprek niet gaan over hun laatste boek. In plaats daarvan praten ze over een onderwerp dat hen nauw aan het hart ligt. Zo verwordt het 27-jarige festival nooit tot een aaneenschakeling van voorspelbare promotiepraatjes. Integendeel: de ontmoetingen met schrijvers zijn altijd aanleiding tot meer gesprekken in de wandelgangen en vooral op het centrale plein van het Theater aan het Spui. Die voor een normaal theater tamelijk mislukte foyer, biedt juist tijdens een festival als dit de perfecte marktplein-achtige omgeving. DE architect had duidelijk gerekend op elke avond volle zalen, iets wat alleen tijdens gelegenheden als Winternachten gegarandeerd is.
Maar er is meer. Festivaldirecteur Ton van de Langkruis heeft een missie om de kracht van het woord naar alle uithoeken van de stad, en eigenlijk de hele wereld, te verspreiden. Zo is er inmiddels een Winternachtenfestival in Maleisië, maar kun je ook naar dichtende buurtbewoners kijken in die wijken waar Pete Hoekstra, de omstreden Amerikaanse ambassadeur van de no go area’s en politiciverbrandingen, eens zou moeten gaan kijken: Escamp en Schilderswijk.
La tradition du conteur
Zaterdagmiddag woonde ik in de bibliotheek van de Schilderswijk een evenement bij dat in al zijn eenvoud ontroerend was. De 19-jarige Schilderswijker Hizir Cengiz mocht er voordragen uit zijn werk als piepjong, maar nu al bekroond essayist. Hij vertelde hoe hij in zijn eigen buurt vervreemdde van zijn speelkameraden. Zijn streven naar een nieuwe vertellerstraditie botste met hun hang naar verzet en criminalitiet.
Naast hem stond Ibrahim Eroglu, de dichtende onderwijzer, ook uit de Schilderswijk, die niet alleen scherpe, politiek geladen gedichtenbundels produceert, maar ook moppenboeken. Hij komt uit een geslacht van schrijvers en performers, werd geboren in een van de armste gebieden van Turkije en kan nu trots zijn op zijn vele prijzen, en zijn dochter, die als zangeres zo kon beginnen op het Haags Conservatorium. In plaats daarvan koos ze voor een studie Cuturele Antropologie en werkt ze nu in de Bibliotheek Schilderswijk. Ze presenteerde de middag en zong, zonder begeleiding, een paar prachtige liederen.
De zaterdagavond eindigde met een indrukwekkend programma van muziek en gedichten. Het was speciaal voor deze gelegenheid samengesteld uit een bestaand concert van de band Stefka, verse inbreng van muzikant Amer Shanati en de gelegenheidsbundel ‘Ik hier, jij daar’ van dichters Anne Vegter en Ghayat Almadhoun. Geen vrolijk beeld was het, dat Vegter schetste van het leven in Vinex-Nederland, zeker niet nu dat doorsneden werd met de woede en wanhoop van de vluchteling, sober verwoord door de ervaringsdeskundige Almadhoun. Dit alles van treffend beeld voorzien door de live uitgevoerde tekeningen van Gerda Dendooven. Die verdient sowieso vermelding. Ze was het hele festival al bezig om de muziek van getekende videoclips te voorzien. In al zijn eenvoud een ijzeren formule.
Et puis il y a toujours Rodaan
Was het allemaal serieuze kommer en kwel, deze dagen in Den Haag? Je zou het bijna zeggen, maar ik heb ook zelden en festival meegemaakt dat inhoudelijk zo sterk in elkaar stak als Winternachten 2018. En mocht het allemaal te somber worden, is er altijd nog Rodaan Al Galidi. Is normaalgesproken één enkel gedicht van de dichter voldoende, nu kregen we er drie. En elk nog ironischer, nog verbijsterend vrolijker dan de ander. Er zit veel woede onder, maar Al Galidi slaagt erin die woede om te keren tot iets waarom we allemaal kunnen lachen. Zonder de ernst uit het oog te verliezen. Dat is wat poëzie vermag.