Waarom bewaart iemand het dode lichaam van zijn moeder in huis? In Moeders lichaam schetst Joris van Casteren een fascinerend en liefdevol portret van een man, zijn moeder en een Limburgs dorpje.
‘Heb je dat verhaal gehoord over die man met zijn dode moeder?’ vroeg zijn oud-docente journalistiek een paar jaar geleden. Nee, dat had Joris van Casteren niet. Doordat hij in Amerika was geweest voor zijn boek Mensen op Mars waren de nieuwsberichten over de Limburgse Piet van der Molen, die tweeënhalf jaar het lichaam van zijn dode moeder in huis had bewaard, hem ontgaan. Moeder en zoon woonden hun hele leven samen in de Berkenstraat in Oirsbeek. De vader van Piet was al in 1997 overleden en toen de 91-jarige Gerda zelf ook haar einde voelde naderen, liet ze haar zoon beloven haar dood geheim te houden – dan kon hij gewoon daar blijven wonen en voor haar katten blijven zorgen.
Liefdesdaad
Enkele dagen later al stierf ze en Piet besloot dat hij zijn belofte niet kon verbreken. Het ontbindingsproces verliep echter minder ordentelijk dan hij zich had voorgesteld – áls hij zich er al iets bij had voorgesteld. Noodgedwongen vertimmerde hij een kast tot kist, legde haar rottende lichaam erin en borg het op in een kamer – de passages daarover zijn akelig en hilarisch tegelijk. Na 2,5 jaar stond de politie toch voor de deur en werd duidelijk wat zich in die woning had afgespeeld. Van Casteren reconstrueerde het verhaal in Moeders lichaam: een gevoelig en integer boek over een lugubere, ultieme liefdesdaad.
Welke snaar raakte dit verhaal bij jou?
‘Mijn familie komt uit Brabant, dus ik kreeg meteen beeld bij de sfeer en omgeving. Het was sowieso al bizar dat dit was gebeurd, maar helemaal in zo’n vredig dorpje met grote sociale controle, waar het er nog tamelijk ouderwets aan toe gaat en je een bepaalde gemoedelijkheid verwacht. Piet zou het uit liefde voor zijn moeder hebben gedaan. Omdat ik niet altijd een even goede band met mijn moeder heb gehad, sprak dat meteen tot mijn verbeelding. Waarom zou iemand het lichaam van zijn dode moeder in huis zou willen houden? Een geniaal verhaal.’
Je trok de stoute schoenen aan en zocht hem op. Hoe reageerde hij?
‘Het huis was zo gevonden, vanwege de boom die was omgezaagd toen de kist van zijn moeder uit huis was getakeld. Het zag er groezelig uit. Door een stukje politietape drong ineens ten volle door wat daar was gebeurd: dat in dat huis zijn moeder had liggen ontbinden. Achter het glas van de voordeur hing een briefje: ‘Hier geldt art. 461 Wetboek van Strafrecht. Heb je geen afspraak? Ben je niet welkom!’ Ik vond het eigenlijk best angstaanjagend allemaal. Ik klopte toch maar aan. Toen ik vertelde dat ik schrijver was van literaire non-fictie en zijn verhaal had gehoord, liet hij me binnen. Hij was nieuwsgierig naar mij, zoals ik nieuwsgierig was naar hem.’
Qu'as-tu trouvé ?
‘Het huis zag eruit als bij mijn oma, met van die oude, versleten meubels en dezelfde soort voorwerpen – al was haar huis juist wél heel schoon en netjes. Het fascineerde me dat hij in het interieur van zijn ouders woonde. Het was alsof ik terugging in de tijd, in een parallel universum terecht was gekomen. Ik vond het intrigerend om te zien hoe hij in het leven stond. Daardoor gaat mijn boek ook over de vraag hoe onze wereld in elkaar zit en wat wij als samenleving ‘normaal’ vinden. Dat is namelijk ook maar een afspraak of aanname; je kunt ook kiezen voor een totaal andere benadering, zoals Piet heeft gedaan.’
Fier
‘Hij bleek een slimme man, welbespraakt ook. Al snel kreeg ik sympathie voor hem; hij kwam over als een goed mens, niet als een gevaarlijk gek. Piet had ook een bepaalde trots, ondanks de bizarre situatie waarin hij verkeert. Hij is eigenlijk een wandelend personage. Iemand van wie je niet verwacht dat die echt bestaat.’
Een boek over wat hij gedaan heeft, vond hij dat meteen een goed plan?
‘Min of meer wel, want hij had zelf plannen om een boek te schrijven, omdat het hem enorm dwarszat dat er in het dorp over hem gepraat werd. Dus toen ik hem vertelde dat ik geïntrigeerd was door zijn verhaal, dat ik had gehoord dat hij het uit liefde had gedaan en me afvroeg hoe dat precies zat, begon hij meteen te vertellen. Ik heb brieven en dagboeken gelezen, het complete onderzoeksdossier van de politie, ik heb met vrienden, buurtbewoners en familieleden gepraat. Dat was dus nogal wat, want door mij moest hij alles herbeleven. Eigenlijk ben ik een soort therapeut voor hem geweest.’
Wat dácht hij nou van tevoren: dat lichaam vergaat wel en houdt vanzelf op met stinken?
‘Hij was heel naïef en ook in shock toen zijn moeder ineens doodging. Ook al was ze 91, hij kon zich dat gewoon écht niet voorstellen. Daardoor was hij totaal niet voorbereid op wat hij moest doen als het zover was. Maar hij kon zijn belofte aan haar ook niet breken. Hij dacht dat ze keurig zou mummificeren in bed. Het was heel warm toen ze stierf en hij had niet verwacht dat het lichaam zou opzwellen in plaats van te verdrogen.’
Had zij zoveel macht over hem, zelfs na zijn dood?
‘Hij was hun enig kind en zij kon hem niet loslaten. Haar grootste angst was dat haar zoon iets overkwam, ze was overdreven bezorgd. Ze kon niet zonder hem. Dat ging ver: ze was bijvoorbeeld nooit enthousiast over Piets vriendinnetjes. Misschien wel mede daarom lukte het bij hem niet in de liefde. Hij durfde haar niet tegen te spreken.’
Van zijn ouders hoefde hij ook nooit te werken, toch?
‘Omdat zijn ouders het zwaar hadden gehad, vonden ze dat Piet niet hoefde te werken en maar lekker moest genieten. Zelf had hij allerlei principiële redenen om niet te werken. Ik denk dat veel mensen hem om die reden zullen haten, want in Nederland kun je twee dingen niet zijn: pedofiel en uitkeringstrekker, al helemaal niet als je niet wílt werken. Juist daarom vind ik hem interessant. Hij is een wonderlijke figuur met allerlei principes die elkaar tegenspreken, maar wat je daar ook verder van vindt, hij is niemand tot last.’
Ultieme mantelzorger
‘Het is de vraag of de maatschappij er nou zo veel beter van zou worden als hij bijvoorbeeld gesubsidieerd werk was gaan doen, want dat kost ook geld. Bovendien: hij heeft haar tot op hoge leeftijd helemaal alleen verzorgd een dat heeft de samenleving veel geld bespaard. Piet is de ultieme mantelzorger geweest.’
De rechter denkt dat hij het heeft gedaan uit eigenbelang.
'Daar ben ik het niet mee eens. Het enige wat hij heeft gedaan is wat zijn moeder hem vroeg: voor de katten zorgen en het huishouden in stand houden zoals het was. Ik vind dat de rechters onderschatten hoe sterk haar invloed op hem was. Hij heeft van het geld dat hij ontving geen rare dingen gedaan; hij is niet op reis gegaan, heeft geen dure spullen gekocht. De katten zijn hem uiteindelijk afgenomen. Dat vindt hij nog het ergste van alles. Hoewel hij spijt heeft van al het gedoe dat dit hem heeft opgeleverd, kan hij daar beter mee leven dan wanneer hij zijn belofte aan zijn moeder had gebroken.’
Ben jij hem gaan begrijpen?
‘Kijk, het kán natuurlijk niet wat hij heeft gedaan, een lijk verstoppen is een misdrijf. Maar ik begrijp wel waarom hij het heeft gedaan, ja. Ik hoop dat de lezer zich dat ook afvraagt: wat zou ik in zijn situatie hebben gedaan? Dat die steeds meer begrip ontwikkelt voor hem en de situatie waarin hij terecht is gekomen, en misschien zelfs hoopt dat het niet ontdekt wordt. Ik wil laten zien dat zijn daad een soort poëzie was: niet alleen gruwelijk en misschien verwerpelijk, maar ook heel liefdevol, en hilarisch. Hoe Piet het heeft aangepakt, vind ik eigenlijk een soort kunst – wat het natuurlijk niet zou zijn geweest als het om moord ging. Dit is zoiets absurds dat je er ook met bewondering naar kunt kijken. Zijn daad kan bij wijze van spreken zó een museum in.’