‘Geef mij een boodschappenlijstje en ik zal het op muziek zetten,’ schijnt de Italiaanse componist Gioacchino Rossini gezegd te hebben. Misschien apocrief, maar wel passend bij de man die sneller componeerde dan muzikanten zijn partituren konden instuderen. Waar Wagner een leven nodig had voor veertien opera’s. schreef Rossini het drievoudige. In krap vijftien jaar.
Samen met Bellini en Donizitti is Rossini de meester van de bel canto opera, en deze drie componisten schreven in min of meer dezelfde periode een onwaarschijnlijk groot aantal opera’s: Bellini schreef er tien, Rossini negenendertig en Donizetti zelfs vijfenzestig. Maar slechts enkele hebben de tand des tijds doorstaan: Norma en I Puritani van Bellini, Lucia di Lammermoor en Lelisir d’armore van Donizetti en natuurlijk Il Barbiere di Siviglia van Rossini, in recordtijd geschreven.
Op 26 december 1815, de dag waarop zijn Torvaldo e Dorliska in première ging in het Teatro Valle in Rome, ondertekende Rossini een contract met een concurrerend operahuis in dezelfde stad. Rossini had nog geen flauw idee waarover de opera zou gaan, het contract stelde alleen dat Rossini een komische opera moest componeren en produceren en dat hij het libretto van de directeur zou krijgen. Het geheel moest halverwege januari af zijn, waarna Rossini de muziek nog moest aanpassen aan de de zangers. Bovendien moest hij assisteren bij de repetities en aanwezig zijn bij de eerste drie voorstellingen.
Deal!
En nu?
Een nieuwe Spaanse kapper!
Publiek kent het verhaal, de tekst hoeft alleen maar aangepast te worden. Al in 1782 had Giovanni Paisiello, op basis van Le Barbier de Séville van Beaumarchais, immers al een opera gecomponeerd en er groot succes mee gehad. En Mozart wist er ook wel raad mee. Rossini was vooral geïnteresseerd in de komische kanten van het stuk, met de nodige persoonsverwisselingen, verkleedpartijen, misverstanden en ongelukjes.
De plot van Il Barbiere di Siviglia is eenvoudig: Rosina wordt streng bewaakt door haar voogd Bartolo, die van plan is met haar te trouwen. De jonge graaf Almaviva is echter verliefd op Rosina en roept de hulp van kapper Figaro in om haar te bevrijden. Door zich te verkleden weten ze het huis van de dokter binnen te dringen, maar als ze via het balkon willen ontsnappen, blijkt de ladder verdwenen. De notaris de gehaald is om Rosina met Bartolo te trouwen, huwt dan maar snel Rosina en Almaviva, en wanneer Bartola met soldaten binnenstormt om de graaf te arresteren, is het al te laat.
Rossini vertelde graag dat het hem maar dertien dagen had gekost om zijn barbier te schrijven. Om zo snel een partituur van 600 bladzijden te kunnen schrijven, maakte hij niet alleen gebruik van een bestaand libretto, maar ook veelvuldig van muziek uit zijn eerdere opera’s. En met succes. Zelfs wie nog nooit een opera gezien heeft, kent de uitroep ‘Figaro! Figaro! Figaro!’ uit de aria ‘Largo al fatotum’ waarmee de kapper het toneel bestormt en een van de beste staaltjes van zelfreclame ooit ten beste geeft.
Hoewel de première in 1816 een regelrechte ramp was met vele ongelukken, inclusief een miauwende kat op het toneel, groeide Il Barbiere di Siviglia al snel uit tot een van de populairste opera’s van de negentiende eeuw. Tot grote woede van zijn Franse rivaal Giacomo Meyerbeer. En dus werden Rossini’s opera’s al snel steevast bijgewoond door twee door Meyerbeer betaalde heren. Hun taak bestond eruit om in een goed zichtbare loge te zitten en binnen een kwartier luidruchtig in slaap te vallen.
Rossini kon er wel om lachen en stuurde Meyerbeer twee kaartjes voor een uitvoering van zijn Semiramide: ‘Schenk mij het genoegen deze kaarten voor uzelf te gebruiken. Uw plaatsen zijn zichtbaar vanuit de hele zaal. De stoelen zijn comfortabel. Kort voor het einde van de uitvoering zal ik u laten wekken. Uw oprechte bewonderaar, G. Rossini.’
Tenzij ze door nazaten van Meyerbeer ingehuurd zijn, is het onwaarschijnlijk dat wie dan ook in slaap zal vallen tijdens opvoeringen van Il Barbiere di Siviglia, daarvoor is de partituur te sprankelend. Regisseur Laurence Dale belooft bovendien niet één maar drie Berta’s en duizend met de hand beschilderde decorstukken. En meldt over zijn regie: “Het is erg simpel, behalve dat het heel erg ingewikkeld is.”
[su_service title=”Goed om te weten”]Gioacchino Rossini – Il Barbiere di Siviglia – De Nationale Reisopera & Het Gelders Orkest. Wilminktheater Enschede 22 en 24 november. Daarna op tournee t/m 20 december.[/su_service]