We kennen hem van prachtige romans als Naar de overkant van de nacht en De laatste ontsnapping, maar Jan van Mersbergen heeft meer noten op zijn zang. Verraste hij onlangs met De ruiter, geschreven vanuit het perspectief van een oud paard, nu is er Dagboek uit de rivier. Geen roman, maar zijn eerste thriller, die hij uitbrengt onder het pseudoniem Frederik Baas. ‘Ik was benieuwd of ik zoiets kon schrijven.’
Puzzelstuk
Dagboek uit de rivier is een spannende roman. Maar waarom noem je het een thriller?
‘Er komt geen bloed in voor en ook geen achtervolgingen. Toch vind ik het wel echt een thriller geworden, omdat dit boek heel anders tot stand is gekomen dan mijn acht romans. Een roman begint voor mij met een onderzoeksvraag, ik wil iets te weten komen over de emoties en drijfveren van een personage.’
‘Dagboek uit de rivier begon met een puzzel. Een schrijver en zijn uitgever en diens vriendin en stiefzoon verblijven in een plaatje in de Ardennen, waar een vermissingszaak speelt. Om haar zoon te vermaken maakt Barbara, de moeder, een fictief dagboek, geschreven vanuit het meisje dat vermist is. Ze gaan een dagje speuren met de jongen en komen ineens aanwijzingen tegen die zij niet heeft uitgezet. Dat is spannend. Hoewel de karakters behoorlijk zijn uitgediept en het boek ook over moederschap gaat, was die speurtocht mijn beginpunt. Ik hou meer van thrillers met zulke spanning dan van degene vol gruwelijkheden, moord of achtervolgingen. Ik was benieuwd of het me zou lukken zelf zoiets te schrijven.’
Baas als merk
En, smaakt het naar meer?
‘Ja, ik heb al een plan liggen voor een nieuwe thriller. Ik wil er een reeks van maken, onder dit pseudoniem. Dan wordt Frederik Baas als het ware een op zichzelf staand merk, in plaats van dat ik een romanschrijver ben die een thriller probeert te schrijven. Roman en thriller zijn andere vakmanschappen, heb ik gemerkt, maar een roman schrijft wel langzamer. Een roman kost me twee jaar, een thriller, zo bleek, een jaar.’
Waarom een pseudoniem als toch al van tevoren bekend is dat jij daarachter zit?
‘Het geeft me meer vrijheid tijdens het schrijven. Het is een vrij makkelijk en vlot geschreven boek, met explicietere zinnen dan ik in mijn romans toelaat. Ik heb het in slechts een jaar geschreven. Ik laat de verteller bijvoorbeeld precies uitleggen hoe de relatie is tussen Barbara, haar zoon en haar vriend. Ik ben misschien wel een van de strengste romanschrijvers; alles wat overbodig is schrap ik eruit. De lezer moet veel zelf invullen. Een thriller werkt meer volgens het stramien: ga maar lekker zitten en ik zal je het verhaal weleens uit de doeken doen. Je neemt als schrijver de lezer meer bij de hand.’
Verkoopcijfers
Thrillers verkopen ook beter dan literatuur.
‘Er zijn al mensen geweest die zeiden: je hebt zeker een thriller geschreven om geld te verdienen. Maar zo makkelijk is het helaas niet. Er verschijnen heel veel thrillers en die verkopen echt niet allemaal zo goed. Natuurlijk: in de top-zestig staan een stuk of twintig, vijfentwintig thrillers en maar vijf romans, waarvan maar drie écht goede. Literatuur vraagt iets anders van een lezer dan ontspanningsliteratuur, en in die zin biedt dit boek misschien wel meer ruimte voor verkoop; lezers hoeven zich bij het lezen van dit boek minder in te spannen. Maar bij het schrijven kun je geen rekening houden met verkoopcijfers – je weet van tevoren nooit wat het wordt.’
En wat als de reacties tegenvallen?
‘Als lezers nu gaan zeggen: blijf maar bij wat je aan het doen bent… dat zou wel invloed hebben, ja. Er zijn nu twee wegen waaruit ik kan kiezen: ik heb een plan voor een nieuwe roman én een plan voor een nieuwe thriller. Dus als zou blijken dat ik iets heb gemaakt waar niemand op zit te wachten, tja…’