“Een goed voorbeeld van de manier waarop de regering die kracht van onderop wil stimuleren, is via cultuur. Cultuur confronteert, inspireert en overbrugt tegenstellingen. Van festivalterrein tot concertgebouw, en van museum tot muziekschool. Daarom blijft het kabinet bevorderen dat mensen kunnen genieten van cultuur, bijvoorbeeld met de Cultuurkaart voor jongeren. Ook wil het kabinet de openbare bibliotheek op zoveel mogelijk plaatsen terugbrengen, als plek waar mensen kunnen lezen, leren en elkaar ontmoeten.”
Koester deze woorden, uitgesproken in de Troonrede van 2023. Na jaren waarin het woord kunst of cultuur niet eens te horen was, of alleen in een niet-kunstzinnig verband klonk, is daar – na 2020 opnieuw – een complete alinea. Staatssecretaris Gunay Uslu glom terecht van trots. Dit mag een klein hoogtepunt heten in een van de kortste carrières van een bewindspersoon op cultuur. We zullen haar nog gaan missen.
92 miljoen erbij
51,7 miljoen nu, en 58 miljoen vanaf 2025 erbij voor bibliotheken in elke gemeente, plus 34 miljoen voor een eerlijker beloning van werkers in de kunstsector. Dat eerste is mooi, het tweede een heel klein doekje voor heel veel bloeden. De achterstanden zijn zo groot dat structureel het dubbele pas echt iets zou uitmaken. Het alternatief hangt de sector nog altijd boven het hoofd: productievermindering.
Misschien is er nog iets anders mogelijk. Jeroen Bartelse, voorman van de Taskforce Culturele en Creatieve Sector en koepel Kunsten ’92, legde gisteren op een congres in TivoliVredenburg nog uit dat het hele proces van subsidieaanvragen en -beoordelingen, plus alle beroepsprocedures, elk jaar 100 miljoen euro kost. Subsidiegeld dat nodig is om subsidie te kunnen krijgen. Dat moet anders kunnen.
We weten nog niks
Wat het gaat opleveren? Mogelijk dat het nog een jaartje goed gaat met de bibliotheken en de jongerenkaart. Wie er volgend jaar de Troonrede dicteert, gaan we met zijn allen bepalen op 22 november, een dag voor de behandeling van de huidige begroting Cultuur op 23 november.
Tot die tijd bevinden we ons in ‘limbo’. We weten nog niets van de plannen van Omtzigt, we zien een onhaalbaar iets-voor-alles verlanglijstje van BBB, dus twee van de partijen die alle kans hebben onze cultuur voor de komende jaren te bepalen, hebben geen idee.
Vooralsnog kunnen we nog eens kijken naar een miljoenennota met daarin bedragen voor cultuur die er mooi uitzien. En ondertussen ons hart vasthouden, tussen alle visiedocumenten, actieberichten en lobbystukken door. Welke partij gaat straks de plannen schrijven voor een nieuw bewindspersoon op cultuur?