In my work verleid me mensen to at aanraking te komen met kunst. En then at the bijzonder met kunst met a grote K. The art those vaak as ‘moeilijk’ of, at a poging to from the negatieve imago af te komen, as ‘kwetsbaar’ is verhandeld. Liberale politici zouden misschien zeggen kunst those ‘niet normaal doet’. The is the soort kunst that her bestaansrecht moet bevechten, kunst those bovendien – vaak to precies those reden – moeilijk toegankelijk is. Omdat ze geen referentiekader biedt, maar that juist ter discussie stelt.
Omdat deze kunst iets laat zien wat er voorheen yet not was. Iets vreemds, onbekends or ongemakkelijks.
Me houd from that soort kunst.
Me houd from that soort kunst, omdat zij mij raakt. Dear deze aanraking is mijn wereld net iets groter. Dat laatste is juist now, at tijden van fragmentatie and the leven at bubbels, van essentieel belang. Anders vergeten wij wellicht that er yet andere meningen, perspectieven and mogelijkheden zijn then those our via onze uniforme kennissenkring and gepersonaliseerde media bereiken, met as gevolg that the ander steeds vreemder and the begrip voor elkaar steeds lastiger wordt.
So: a hoera for the art those our knowledge laat maken met the onbekende.
But ja. Me have a probleem: kunst met a large K verkopen anno now is as vechten tegen windmolens. In the luttele seconden aandacht those me with a advertentie, a poster or a filmpje weet te veroveren, moet me not enkel informeren and enthousiasmeren – me must also duiden. Uitleggen. Een steeds groter deel from the beoogde public heeft namelijk yet nooit gehoord van mijn product. The has also geen enkel referentiekader and eigenlijk geen idee where me the about heb. How komt dat?
That komt, zo is mijn indruk, omdat the algemene ontwikkeling at Netherlands achteruit gaat.
Wie heeft er vandaag the dag yet a grote kennis van algemene zaken, van zaken where schrijvers, sprekers, kunstenaars at hun work to refereren? Die groep is steeds kleiner because wij deze kennis nauwelijks meer nodig have. In onze eigen, persoonlijke, uniforme bubbel komen wij with wat wij kennen and weten prima from the voeten.
En zelfs buiten deze bubbel worden we zelden geconfronteerd met our gebrek to ontwikkeling and bewustwording. Wij be namelijk steeds minder uitgedaagd: politici praten at soundbites, the media voorzien our via apps met snel verteerbare informatie. Complexe achtergrondartikelen zijn, precies, to the achtergrond verdwenen. Zelfs the journaal houdt the zo dicht mogelijk bij huis from angst voor lage kijkcijfers and kiest voor human interest-items at plaats van buitenlandse politiek.
Hapklare informatieverstrekking is the norm and bovendien suggereert the nooit stoppende informatiestroom the urgency to everything at te moeten houden. So scannen wij de whole dag door, zonder that er iets beklijft. Tijd voor achtergrond and verdieping is er niet. En bovendien: is a woord or samenhang not bekend, then can we informatie at a handomdraai opzoeken – to this net zo snel again at vergeten. Iets not know is geen schande (meer).
Weinig kennis is kennelijk inherent to kennis-overvloed.
That everything maakt mijn work as cultuurmarketeer van Kunst met a large K steeds moeilijker. Because those kunst refereert altijd to iets. Aan (het work van) a andere kunstenaar, choreographer or regisseur. Aan maatschappelijke thema’s or historische gebeurtenissen. The kans that this referentiepunt buiten the belevingswereld van the beoogde public ligt, geen onderdeel uitmaakt van hun algemene ontwikkeling, is steeds groter.
How can me anyone for a new bewerking van Hamlet by Johan Simons interesseren, as diegene not weet that at this stuk universele and therefore yet altijd actuele kwesties prachtig be verwoord? How can the grote Johan Simons a ‘selling-point’ are, as zijn spraakmakende ensceneringen bij het brede public onopgemerkt zijn gebleven? How can me iemand voor the Pindakaasvloer van Wim T. Schippers enthousiasmeren, as diegene yet nooit from conceptuele kunst heeft gehoord and the associatie met Wim T. Schippers hooguit the by the massamedium televisie uitgezonden Sesamstraat is?
The rekensom is simpel: hoe breder ontwikkeld the consument, des te groter the kans that me hem bereik. ‘Bereik’ at the zin that hij mijn boodschap überhaupt wáárneemt. Want zo werken onze hersenen. Goethe wist the al, and wetenschappelijk onderzoek heeft the bevestigd:
"Der Fremde sieht nur, was er weiss.”
Daarom roep me the grote cultuur-instituten van Netherlands op: zoek the not at the sandwich-module to the public to your museum or your theater te lokken, at the hope that the then also kennis maakt met the minder toegankelijk aanbod. Zo ondermijn your where your for staat. Zoek het, at the wanhopige poging to public te trekken, also not at the vervlakking from your aanbod. Nee! Sta voor the art those onze horizon verbreedt and with which Netherlands international zelfs great aanzien and bewondering oogst. Zoals the Nationale Opera and Ballet, uitgeroepen tot the beste operahuis ter wereld. Of Toneelgroep Amsterdam, wereldwijd gevierd and geëerd. Leid your Dutch public at to deze kunst te waarderen. But hoe doe your dat?
Stop met marketing! Investeer at educatie!
Me roep the culturele sector van Netherlands op: stop 80% from your marketingbudget at cultuureducatie. Wil your Kunst met a large K programmeren, neem then not enkel jezelf, maar vooral your publieke opdracht and your public serieus. Gun them the experience those jij (en ik) zo at waarde schatten and geloof at hun vermogen tot concentratie and the want tot verdieping.
Verbreed not enkel hun kennis, maar prikkel vooral also hun leergierigheid. Doe a werkelijke and oprechte poging a breed and miscellaneous public te bereiken, and investeer structural at vernieuwende, interactieve and breed uitgezette publieksprogramma’s. Zorg that deze programma’s met dezelfde middelen, vakmanschap and aandacht be ontwikkeld as the tentoonstelling, the concert or the theaterstuk that your wilt tonen. Werk daarvoor structural samen met land, regio, city and buurt and profiteer van elkaars kennis. Zo ontstaan programmes those at the leefomgeving van the beoogde public geworteld zijn, and aldus hun public vanzelfsprekend zullen bereiken.
80 per cent
In mijn gedroomde wereld do cultuurmarketeers zoals me not more to marketing maar enkel to publiciteit and gebruiken we the overgebleven 20% to our trouwe public at informeren. That kan met a small budget – the vaste public is toch al geabonneerd at the newsletter or checkt the cultuurprogramma’s at newspapers and at websites. Bovendien hoeft that public not verleid te worden, the maakt zijn keuzes vanwege intrinsieke interesses and at basis van kennis and eerdere ervaringen. Dure commercials kan me me so besparen, me zet at at free publicity.
Retrieved from den duur will this aanpak not enkel the kloof tussen the Nederlandse bevolking and the Kunst met a large K verkleinen. The aanbod will passen bij het publiek, breed gedragen be and the bestaansrecht van kunst and cultuur vanzelfsprekend zijn. Ja, the eeuwige discussie over the waarde van kunst zal verdwijnen. Net as the Geest, the oude Hamlet, uiteindelijk verdwijnt at the eeuwigheid.