Nooit geweten dat ik een traantje zou voelen opwellen om het lot van een 17e eeuwse Raadspensionaris. Toch gebeurde dat op vrijdag 21 december, bij de première van ‘1619, maak het kort…’. Met dit slotdeel zet auteur Erik Snel een kroon op zijn trilogie over de Tachtigjarige Oorlog. Was deel 1 (1600, slag bij Nieuwpoort) vooral een vrolijke opeenstapeling van knullige misverstanden, die hij samen met regisseur Victorine Plante fijn in beeld bracht, in deel twee en drie was ook ernst gewenst. Die kwam er, en met het laatste deel is er zelfs chemie aan toegevoegd.
Chemie is altijd lastig als je theater maakt dat ook een publiek van jongvolwassen pubers moet kunnen overleven. Chemie vereist namelijk kwetsbaarheid en het laatste dat je wilt zijn in een zaal vol 300 kolkende hormoonbommen, is kwetsbaar. Wil je dat doorstaan heb je hulp nodig van een ijzersterk script, een consequente regie en collega’s waarop je kunt bouwen. De twee acteurs Boris van Bommel en Jilles Flinterman werken samen in dit slotdeel toe naar een grote climax. Van kwetsbaarheid. Als respectievelijk Johan van Oldenbarnevelt en Maurits van Nassau maken ze een vriendschap voelbaar die in deel 1 en 2 alleen nog maar suggestie was.
Principes
Van Oldenbarnevelt moet dood en Maurits moet dat vonnis bekrachtigen, maar ze hebben er geen van beiden (logisch eigenlijk) heel veel zin in. Maar ja. Principes. Dit zijn mannen die geen macht meer hebben over de volkswoede.
Dat Nederland ontstaan is uit een godsdienstoorlog met alle bloederige consequenties van dien, wisten we wel, maar lieten we altijd een beetje onderbelicht. Dat we tussen 1568 en 1648 tegen Spanje vochten, had meer te maken met de strijd tegen een bezetter, dan met religieuze haat. Dat we, zodra het even vrede werd, elkaar naar het leven gingen staan om de uitleg van een paar bijbelpassages, was een lastig incident. Dat er mensen op straat werden gelyncht en onthoofd een lullig detail.
Actueel
Is natuurlijk ook vervelend om geloofsstromingen als schuldige aan te wijzen, terwijl we in dit land met al die stromingen nog steeds bij elkaar leven. ‘Rekkelijke’ gereformeerden naast ‘Precieze’ hervormden en ‘paapse’ katholieken: je kunt nu maar beter zwijgen dan te roepen dat die Preciezen nog maar vierhonderd jaar geleden tot moord op mogelijk ‘Rekkelijken’ in staat waren om hun geloof te verdedigen.
Het stuk over de dood van Johan van Oldenbarnevelt is dus gruwelijk actueel, zonder dat er ook maar één verwijzing naar de actualiteit in voorkomt. Daarmee voegt Aluin, en vooral auteur Erik Snel, iets toe aan de geschiedschrijving. Hij draagt met het voltooien van deze trilogie ook iets bij aan het toneelrepertoire dat het verdient om nog heel lang voort te leven als verplichte lesstof. Niet alleen voor scholieren.
1619, maak het kort is nog te zien. Later dit jaar wordt ook de hele trilogie opgevoerd. Information.