Boekreview “A whole New Mind” door Daniel H. Pink
Tussen alle negatieve berichten over de toekomst van de kunsten poppen zo nu en dan ook andere geluiden op. 1 van de meest indrukwekkende tegengeluiden is voor mij het boek “A whole new mind” van Daniel H. Pink. Volgens Daniel gaan kunstenaars en creatieven het de komende jaren helemaal maken. We zitten volgens hem namelijk in een overgangsperiode. Van het agrarische tijdperk zijn we via het industriële tijdperk in het informatietijdperk terecht gekomen. En nu staan we aan het begin van een nieuwe periode, die hij het conceptuele tijdperk noemt.
In het informatietijdperk waren mensen met een goed ontwikkelde linker hersenhelft in het voordeel. Het linkerdeel van onze hersenen is namelijk verantwoordelijk voor het verwerken van feiten.
We werden gestimuleerd om beroepen te kiezen die sterk gericht zijn op het verwerken van informatie. Zoals bijvoorbeeld boekhouder, advocaat of computerprogrammeur. Mensen in dit soort beroepen zijn over het algemeen succesvol en verdienen goed.
Daniel is van mening dat dit soort beroepen veel minder gewild zullen zijn in het conceptuele tijdperk. Mensen met een goed ontwikkelde rechter hersenhelft zijn sterk in het leggen van verbanden het aangaan van relaties. En laten dat nou juist dingen zijn die in het conceptuele tijdperk cruciaal gaan worden…
Maar hoe komt het nou dat er steeds minder vraag zal zijn naar informatiegerichte beroepen? Hij geeft 3 oorzaken:
- We leven in een tijdperk van overvloed, waarin steeds meer mensen voorzien zijn in hun basale levensbehoeften waardoor de behoefte aan luxe toeneemt
- Veel typische “linker hersenhelft-taken” (bijvoorbeeld ICT) zullen worden uitbesteed aan Aziatische landen waardoor de vraag naar deze beroepen hier gaat dalen
- Veel routine-taken zullen meer en meer verricht worden door computers, en ook daardoor zal de vraag naar bepaalde “linker hersenhelft-beroepen” dalen
Daniel geeft een aantal fantastische voorbeelden van situaties waarin “rechter hersenhelft-vaardigheden” worden geïntegreerd in traditionele opleidingen en beroepen. Ik deel er een paar waarin nadrukkelijk een rol voor kunst en creativiteit is weggelegd.
- Aan de Yale School of Medicine krijgen studenten observatielessen aan het Yale Center for British Art omdat is gebleken dat studenten die weten hoe je kunst observeert veel beter zijn in het waarnemen van subtiele details in de gesteldheid van hun patiënten.
- Unilever UK heeft schilders, dichters en striptekenaars in dienst om zijn personeel van inspiratie te voorzien.
- Uit onderzoek is gebleken dat patiënten in een aantrekkelijker ingerichte ziekenhuiszaal minder medicijnen nodig hebben en gemiddeld 2 dagen eerder naar huis mogen.
Als afsluiter beschrijft hij 6 vaardigheden die in het conceptuele tijdperk veel belangrijker gaan worden:
Design: het vermogen om dingen vorm te geven en mooier te maken
Story: het vermogen om een verhaal te vertellen
Symphony: het vermogen om samenhang en harmonie te creëren
Empathy: het vermogen om mee te voelen met anderen
Play: het vermogen om dingen leuker te maken
Meaning: het vermogen om betekenis te geven
Voor elk van deze vaardigheden geeft hij oefeningen die helpen om deze vaardigheden in jezelf te versterken. Voor kunstenaars zijn deze oefeningen natuurlijk niet nodig. Zij zijn geboren “rechter-hersenhelfters”.
Mij heeft het boek van Daniel vooral nog meer hoop gegeven. De talloze voorbeelden en de wetenschappelijke onderbouwing verwoorden iets dat ik al veel langer wist en voelde. Er zijn volop kansen voor creatieven. Heb jij een mooi voorbeeld van een verrassende manier om als kunstenaar waarde toe te voegen? Dan lees ik je reactie graag.