Wie subsidie aanvraagt, maar die niet krijgt, moet inzicht krijgen in de aanvragen van anderen die wel gehonoreerd zijn. Dat is opmerkelijkste ruling van de Raad van State in de door Holland Opera gewonnen zaak tegen het Fonds Podiumkunsten. Voor het gezelschap zelf uiteraard veel belangrijker: het Fonds Podiumkunsten heeft volgens ons hoogste rechtscollege in 2012 op verkeerde gronden besloten Holland Opera geen meerjaarlijkse subsidie toe te kennen en moet dit nu alsnog compenseren. Of toch niet?
Het is feest bij Holland Opera en terecht. Het gezelschap brengt vanuit Amersfoort al jaren de ene prachtproductie na de andere, voor verschillende doelgroepen. Dit jaar scoorde het bijvoorbeeld flink met zowel Suikertantes and The day after. Artistieke kwaliteit was dan ook niet het struikelblok voor het Fonds, integendeel: de aanvraag van Holland Opera werd positief beoordeeld.
Ranking
Probleem was alleen dat er meer positief beoordeelde aanvragen lagen dan er geld beschikbaar was. En dan maakt het Fonds een ranglijst, waarbij het punten toekent aan:
- artistieke kwaliteit;
- ondernemerschap;
- pluriformiteit van het podiumkunstenaanbod in Nederland;
- geografische spreiding in Nederland;
- aanwezigheid financiële bijdrage van provincie of gemeente
Op ‘ondernemerschap’ scoorde Holland Opera volgens het Fonds ‘goed’, terwijl andere gezelschappen daar ‘zeer goed’ kregen, en dus zakte Holland Opera op de ranglijst en kreeg geen meerjarige subsidie, waar Veenfabriek en Tafel van Vijf die wel kregen.
Holland Opera liet het er niet bij zitten, en wilde zien waarom zij daar dan minder scoorde. Niet omdat het die andere gezelschappen de subsidie niet gunde, maar Holland Opera wilde weten wat zij zelf beter moesten doen. In het kort: het Fonds plaatste vraagtekens bij het aantal producties, inclusief reprises, dat het gezelschap zou kunnen realiseren.
Procedure op procedure volgde, waarbij Holland Opera in hoger beroep gelijk kreeg. Het kon namelijk wel. En dus verviel de beoordeling over ‘ondernemerschap’. En kon uiteindelijk de Raad van State niet anders dan besluiten dat Holland Opera evenveel recht had op subsidie als de andere aanvragers.
And now?
Nu moeten Holland Opera en het Fonds in gesprek, want Holland Opera kon nog voortbestaan op subsidie uit andere potjes en van andere overheden. De Raad van State concludeert ook niet dat Holland Opera met terugwerkende kracht subsidie moet krijgen. De uitspraak houdt in dat het Fonds Podiumkunsten een nieuw besluit moet nemen over de subsidieverlening aan Holland Opera, maar dan met een juiste rangorde, met voor het Fonds als pijnpunt dat Holland Opera met een ‘zeer goed’ boven Tafel van Vijf zou zijn geëindigd.
Enfin, een lastig overleg en veel rekenwerk zal volgen. Daarbij raakt de bodem van het potje ‘onvoorzien’ van het Fonds na het debacle bij Grand Theatre in Groningen aardig in zicht, dus geld voor Holland Opera zal hoe dan ook elders vandaan moeten komen, misschien niet nu meteen, maar zeker in de nabije toekomst. Cash transfers dus.
Inspection of documents competitive applicants
Interessant is dat Holland Opera vanaf het begin inzage vroeg in de aanvragen die wel gehonoreerd waren. Niet nodig, stelde het Fonds:
“Met de uitgebreide motivering van het besluit op de aanvraag van Holland Opera en de ruime inzage in de besluiten op de aanvragen van Tafel van Vijf en anderen en de daaraan ten grondslag liggende adviezen van de adviescommissie is voldoende inzicht gegeven in de totstandkoming van de rangorde van alle aanvragen en kan de rechtmatigheid daarvan worden gecontroleerd.”
Het Fonds voerde verder aan:
“Het is niet wenselijk om Holland Opera inzage te geven in de aanvragen anderen. Dit zal er immers toe leiden dat in de toekomst aanvragers terughoudender zullen worden met het verstrekken van informatie over hun voorgenomen plannen teneinde hun artistieke ideeën en hun onderhandelingspositie te beschermen, hetgeen ten koste zal gaan van de kwaliteit van het beoordelingsproces.”
Die argumentatie is door de Raad van State ook verworpen, met als gevolg dat wie subsidie aanvraagt, maar die niet krijgt, inzicht moet kunnen krijgen in de aanvragen die wel gehonoreerd zijn.
Total openness
Totale openheid, klinkt goed. Maar de gevolgen voor de hele sector zijn groot. Effectief liggen je plannen op straat als een concurrent daar om vraagt. Ook de plannen voor fondsenwerving en marketing. En dat staat dan weer op gespannen voet met de vereiste marktwerking die Bussemaker met slechts een enkele accentverschuiving heeft overgenomen van Zijlstra. Want waarom investeren in dure marketeers en fondsenwervers als succesvolle plannen meteen tot in detail gekopieerd kunnen worden?