Je kunt meerdere redenen bedenken om MIRROR MIRROR van Conny Janssen Danst in de RDM Onderzeebootloods te gaan zien. Maar er is er vooral een.
Conny Janssen Danst is met MIRROR MIRROR terug in een voormalige onderzeebootloods in Rotterdam. Die loods ligt aan het water vlakbij de Rotterdamse Academie van Bouwkunst én een Innovatielab. Een industriële setting die ook terugkeert in de voorstelling. Dat zie je aan de cirkelvormige, centraal hangende spiegel die een technische illusie oproept. Maar ook aan de oude loods zelf.
Decorontwerper Thomas Rupert, partner van Conny Janssen, zegt dat de loods onlangs is gerenoveerd. Toen MIRROR MIRROR drie jaar geleden met veel succes uitkwam leek de hal nog meer een grote roestbak. Een die extra fraai afstak tegen het glasheldere water.
Maar het is nog steeds een imposante setting.
Even tussendoor: Conny Janssen Danst viert dit jaar een jubileum. Toen ze 25 jaar geleden begon ontstond er al snel een hype. ‘Dit is anders, modern en fris’, wist iedereen te vertellen. De choreograaf met een doorsnee achternaam die magische werelden creëert is inmiddels een heel eind gekomen. De gemeente Rotterdam bekroont daarom in 2018 haar monumentale oeuvre met een nieuw onderkomen in de voormalige Fenixloodsen op Katendrecht: het Huis Conny Janssen Danst.
MIRROR MIRROR
Yanaika Holle zit in een okerkleurige jurk in een hoekje op de stalen trap. Dat ze 39 jaar is zie je niet. Maar je ziet wel meer niet; het is donker in de massale hal. Het spotje licht Yanaika op als een Madame Butterfly en de zaal loopt intussen tjokvol tijdens de eerste try-out. ‘Het oogt als een muur van publiek’ zegt Conny na afloop. Voor de dansers is deze herneming weer even wennen. De enorme belangstelling voor de productie overweldigt een beetje.
Dan lichten langzaam de contouren op van Sinfonia Rotterdam. Het dynamische orkest dat in een kantoorlaag boven de dansvloer zit, speelt dramatische en sfeervolle muziek van onder andere Philip Glass, Joby Talbot en John Adams. Dirigent Conrad van Alphen zweept zijn spelers op, klotst later bij de buiging door het water en drinkt na afloop tussen het publiek een biertje. Fantastisch dat dit orkest de voorstelling live ondersteunt.
Toch blijft dans in een grote ruimte een moeilijk concept. ISH probeerde het bijvoorbeeld in een Zuiveringshal, Lonneke van Leth in een vliegtuighangar. Het probleem is dat dansbewegingen er moeilijker zijn waar te nemen en gauw plat vallen in de lege ruimte. Je moet een soort Vis à Vis zijn om met wisselende disciplines de aandacht vast te houden. Extra handicap is bovendien dat het water vertragend werkt op de bewegingen. Zeker met gympies aan.
“En voelt er iemand wat voor spiegels, zo groot als dit marktplein?”
Maar dan ontstaat als een klap bij onweer een stormloop van dansers. Van achter komen ze naar voren rennend in schitterende kleuren in het water. Een oogverblindend moment dat je zintuigen overspoelt. Zo moet ook de rijke bramenplukker in het verhaal van Bomans in vervoering zijn geraakt van parels en spiegels in een bos, dat gewoon dauw en vijvers blijken te zijn. In het eenvoudige is veel schoonheid te vinden.
Er zijn nog genoeg andere fraaie elementen (Esther Williams-patronen, drie post-moderne priesteressen met hoofdtooi, het gesis, een klankschaal die signaleert), toch is het de stormloop die de voorstelling doet kantelen naar een waardevolle ervaring. Bevrijd van het eerste, tragere deel herneem je namelijk je aandacht voor het bijzondere waterballet.
MIRROR MIRROR is eigenlijk bloedserieus. Er wordt nauwelijks gelachen en er is niets erotiserend. Maar de abstracte aanrakingen en relaties zonder echte verbinding maken steeds meer plaats voor een groter geheel. Eenmaal van alles doordrongen kun je zo aan het eind genieten van de laatste pas de deux en de eenzame, poëtische solo van Davide Bellotta. En blijf na afloop nog even na: als het water tot rust gekomen is, weerspiegelt de oppervlakte volmaakt.
Tip: lees hier een mooie voorbeschouwing door Maarten Baanders en waarom de dansers door een groot waterbassin waden.