Een kraakje. Een piepje. Een plopje. Een kuchje. Geneurie. De zangers van Silbersee omringen ons in de Utrechtse Pieterskerk met bijna onhoorbare, mysterieuze klanken. De verbrokkeldheid roept een sfeer op van een onrustig nachtelijk bos. Krijst daar een uil? Het weefsel verdicht zich en de klank verschiet van kleur als de zangers door kartonnen kokers zoemen, mini-mondharmonica’s aanblazen en schelle fluitjes bespelen. Krijgen de apen ruzie? Politiesirenes klinken op, een plots forte van schurend dissonante samenklanken wordt doorsneden met wonderschone polyfone samenzang. Dan keert de geheimzinnige, betoverde stilte weer terug.
Korsun lost ‘great expectations’ niet in
De Oekraïense Anna Korsun (1986) won twee jaar geleden de Gaudeamus Award met een aantal bijzondere composities die haar grote affiniteit met de menselijke stem verraden. Ook Ulenflucht, dat ze componeerde met het prijzengeld en dat vrijdag 9 september zijn wereldpremière beleefde, grijpt je als luisteraar meteen bij de strot. Je spitst je oren en schuift onwillekeurig naar het puntje van de kerkbank: klinkt hier al muziek of maakten de zangers per ongeluk geluid terwijl ze zich voor, naast en achter ons opstellen?
Zo trekt Korsun je onvermijdelijk haar eigenzinnige klankwereld in. Jammer genoeg blijft het twintig minuten durende stuk een beetje hangen in zijn belofte: we gaan van super zacht naar super luid en weer terug, maar van ontwikkeling is nauwelijks sprake. Ulenflucht eindigt net zo onbestemd als het begon. Zij weet de ‘great expectations’ uit de titel van dit concert niet in te lossen.
Dadaïstische nonsensklanken
Een mooi contrast met de verstilde klankwereld van Korsun vormen de doldwaze, energieke stukken Up en Down van de Poolse componist Jerzy Bielski (1984). Zijn aanpak is uitgesproken theatraal. Een zangeres (Sterre Konijn) ligt op de trap bij het altaar, terwijl drie zangers achter haar dreigend boven haar uittorenen. Een paar trapjes lager zit de gambiste Salomé Gasselin, die haar instrument geselt met woedende, elektronisch versterkte slagen. De zangeres daalt af en zingt een tekstloze, maar virtuoze aria vol glissandi, waardoorheen de mannen een ritmisch spreekkoor van nonsensklanken weven. Het roept de anarchistische performancekunst van dadaïsten als Kurt Schwitters in herinnering.
Lyriek en engelengezang
De Taiwanees Shih-Wei Lo (1985) is de enige genomineerde op dit concert van Silbersee. Hij maakt indruk met Madhye II, waarin hij korte erupties van de koorzangers paart aan zware elektronische donderklanken en etherisch engelengezang van langgerekte samenklanken. Daarnaast horen we ook in zijn compositie veel gefluister, geneurie, geklak en andere ‘onmuzikale’ klanken. Het lijkt wel alsof jonge mensen bang de menselijke stem natuurlijk en vloeiend te laten klinken.
Het mooiste werk van de avond is Look Up van de Britse Samantha Fernando (1984). Zij is net iets te oud om nog mee te dingen naar de Gaudeamus Award, bedoeld voor componisten onder de dertig. Zij presenteert als enige lyrische zanglijnen op verstaanbare teksten en durft de uitvoerders ook te laten klinken als een Gregoriaanse of Grieks-orthodoxe voorzanger. Geestig is de vondst om de aan oude muziek herinnerende koorzang vóór in de kerk te laten contrasteren met minder zangerige en meer ritmische, ‘moderne’ antwoorden van achter ons, een aangenaam vervreemdend effect.
Theatrale aanpak werkt
Op verzoek van dirigent Manoj Kamps applaudisseerden we niet tussen de stukken door, zodat de avond één samenhangend geheel werd. Kamps voerde ensemble Silbersee soeverein door de vaak lastige partijen, die een enorme concentratie en stembeheersing vergen. Ook de theatrale elementen kwamen goed uit de verf. Silbersee bewees met dit concert in de Gaudeamus Muziekweek eens te meer zijn kwaliteit als pleitbezorger van de nieuwe muziek. De uitgevoerde componisten mogen in hun handjes knijpen.
Meer info en speellijst van de Gaudeamus Muziekweek vind je hier.
Dank voor de mooie recensie, al is de ondertitel wat in strijd met de grotendeels lovende woorden voor Korsuns compositie.
Eén correctie: de zangeres in de twee composities van Bielski was niet Marine Fribourg maar Sterre Konijn.
Dank voor je reactie Wout, jammer dat de namen van de solisten niet bij de stukken vermeld werden. Ik had op internet nog speciaal naar foto’s gezocht om de juiste naam te checken. – Schijnbaar lijkt Sterre Konijn op internet meer op Fribourg dan op zichzelf 🙂
Reacties zijn gesloten.