Hoe Roodkapje precies door de boze wolf werd opgegeten, vertelt het sprookje niet. Sprookjesvertellende ouders beperken zich tot het ervoor en het erna. En dat de boze wolf door de jager opengesneden wordt, van Roodkapje bevrijd en met stenen gevuld uiteindelijk in een waterput belandt om te overlijden hoort bij de af te raffelen afsluiting van het happy end. Genoeg gruwels voor de kleintjes.
Zolang de werkelijkheid het sprookje maar niet inhaalt.
Toneelschrijver Wajdi Mouawad zit met dat probleem. Hoe vertel je dat een vader een stok in zijn aarsgat gestoken krijgt, waarna op het door die handeling hopeloos stijf geworden lid van de man zijn doch… Hier houd ik zelf op. Doorschrijven zou zorgen voor een banvloek op het internet, verwijdering van Facebook en meer van dat soort dingen. Maar het zijn dingen die mensen in het toneelstuk Kust van Wajdi Mouawad vertellen omdat ze gebeurd zijn en omdat die gebeurtenissen voor hen ieder verder normaal bestaan in het heden belemmeren.
Maar hoe vertel je dat nou? Als je die teksten al uit je strot kunt krijgen? Interessante kwestie voor de spelers van het Ro Theater, die onder leiding van regisseur Alize Zandwijk inmiddels wel wat gewend zijn aan toneelgruwelen. In ‘Branden’, een stuk van Wajdi Mouawad dat na een wereldwijde zegetocht uiteindelijk ook hier werd gebracht door Zandwijks gezelschap, bereikten ze uiteindelijk een subliem niveau. De kunst, die uiteindelijk nodig is om het verhaal verteerbaar te maken, ging een prachtig huwelijk aan met de authenticiteit van de niet altijd even professionele acteurs die Zandwijk graag in haar voorstellingen laat optreden.
Achteraf is wat er in Branden werd verteld kinderspel in vergelijking met het verhaal van Kust. In dat stuk dat nu in het eigen Ro Theater is te zien, vertelt Wilfried, een verwesterd kind van Libanese ouders en mooi gespeeld door Nasrdin ‘fokking gouden kalf’ Dchar, hoe hij er niet in slaagt zijn dode vader te begraven. Niet in het westen, waar zijn vaders schoonfamilie hem van moord beschuldigt, niet in Libanon, waar de bergen waar zijn vader geboren werd vol liggen met de lijken van de burgeroorlog.
De vormgeving is als vanouds doeltreffend, maar dit keer slaagde de roadmovie die het stuk eigenlijk is, er niet in mij werkelijk te raken. Het bleef steken in nogal langdradig gezeul met een overigens buitengewoon aanstekelijk spelend lijk. Terugdenkend over het waarom van die slechte ervaring kan ik niet anders dan concluderen dat de vertellers dit keer niet opgewassen waren tegen hun verhaal. Ze vinden het zelf nu al zo erg wat ze vertellen, dat ze het eerder aanzetten, dan dat ze het afzwakken. Dat is moordend voor het effect, omdat het ons, aan de zijlijn, geen ruimte meer biedt hun gevoelens op onze eigen manier te beleven. We moeten mee met hun methode van verwerken, en die is vreemd. Zo schept de voorstelling onbedoeld afstand.
Een jankende accordeon blijft dan een jankende accordeon, ook al wordt die virtuoos bespeeld door Oleg Fateev. Wil het eerste deel nog effectief eindigen in een smartlap op het randje, deel twee loopt van larmoyant via shockering naar voorspelbaarheid.
Dat ik liever een verhaal te horen krijg van iemand die boven zijn leed wil blijven staan, van iemand die met luchtigheid zijn gehoor niet teveel wil belasten, kan natuurlijk iets heel persoonlijks zijn. Maar het is voor mij wel de enige manier waarop ik zo’n verhaal binnen laat komen. Dat lukte bijvoorbeeld met de verhalen en powerpoint-voorstellingen die een aantal in Beiroet wonende theatermakers de afgelopen jaren in de Nederlandse theaters hebben laten zien. Ze bleven verbaasd-neutraal onder hun verhaal. Uit respect, omdat geen enkel getoond gevoel, hoe authentiek misschien ook, er recht aan kan doen.
Die bescheidenheid miste ik de vrijdagavond dat ik de voorstelling ‘Kust’ bezocht.
RT @cultuurpers: Gruwelverhaal van theatervoorstelling Kust overweldigt zijn vertellers http://t.co/qARtMmCB
Reacties zijn gesloten.