Something Raw is al meer dan tien jaar een van de weinige plekken in Nederland, waar de vraag naar artistieke en maatschappelijke urgentie van het lichaam op de bühne wordt uitgezocht, met alle lol en risico van dien. Veel voorstellingen worstelden met de ‘impasse van het vertoon’: zijn mensen dan louter dingen geworden om naar te kijken? Porno is het ene uiterste, de brave danser van het grote gezelschap (modern, klassiek, het maakt allemaal niets meer uit) vertegenwoordigt het andere uiterste op de schaal van dingen die geen kwaad kunnen – een schaal die als enige lijkt te worden gehonoreerd na afloop van de komende rijksbezuinigingen.
Angela Schubot en Jared Gradinger vochten drie kwartier lang met hun ademhaling, die in pre-orgastisch tempo de maat sloeg voor een gymnastische uitwisseling tussen twee mensen in spijkerbroek. Eleanor Bauer concentreerde zich met vijf collega-dansers op de pure vorm die het lichaam kan aannemen, als het zich loszingt van psyche en menselijk handelen. Trillingen, materie, symmetrie en kettingreacties leidden tot een wonderbaarlijk doorleefde esthetiek. Ivo Dimchev deed zijn naam als fantastische performer eer aan, ook al vervielen hij en zijn drie copycats in herhaling (sic). Waar in Nederland krijg je dit soort actueel en fris theater nog te zien?
Op zoek naar noodzaak en gevoel, menselijke schaal en zeggingskracht, stellen de kunstenaars in Something Raw de vraag naar wat hen beweegt. Hoewel oudtestamentisch hippy-gedoe (sex, bloot, happening) nooit ver weg is, vertoont de programmering dit jaar een opvallende neiging om de individuele genoegdoening en de ooit zo populaire identity politics (sex, gender, race) terzijde te schuiven. De aandacht voor ‘ik en mijn lijf in verzet’ verschuift naar meer maatschappelijke vragen. Het festival heeft als motto ‘explorations in solidarity’, dat eveneens de titel is van een symposium waar de professoren Rudi Laermans en Pascal Gielen de degens zullen kruisen met Artists in Occupy Amsterdam. Het gaat dan over de vraag hoe het creatieve bestaan, werk en leven van kunstenaars, kan bijdragen aan een herstel van het publiek domein.
Het nadeel van conceptueel werk is dat het idee domineert en de voorstelling soms pas na afloop genoten kan worden. “What they are instead of” van Schubot en Gradinger had daar last van. Voor wie door de dreun van het gehijg heen kon kijken, ontvouwde zich een bizarre combinatie van seksueel handelen zonder erotisch effect. De heftigheid van echte seks werd zorgvuldig gereconstrueerd, maar door het ontbreken van bloot en andere pornofernalia, was het de toeschouwer die hijg en handeling moest optellen. Seks is niet om naar te kijken, maar om te doen, leek de boodschap. Tijdens schaarse momenten van stilte keerden de performers even terug naar de wereld van het publiek, als lieve uitgeputte mensen, voor wie je zo een glaasje water of een handdoek zou gaan halen.
“A dance for the newest age” van Eleanor Bauer maakte onmiddelijk indruk als een bezwerend groepswerk, dat zo gedetailleerd was in het toepassen van meetkundige principes dat het een lust voor het oog was. Het zijn geen waterwerkjes van DaVinchi, het is geen tekening van Escher, maar het komt in de buurt. Op zoek naar basiswaarden, ademde de voorstelling een wonderlijk soort futurisme, waarbij het oude ideaal van de pure beweging nieuw leven werd ingeblazen. De zes dansers gingen op in een kluwen van complexe verhoudingen en afstemmingen, die de individuele presence geheel naar de achtergrond verdringen. Jammer genoeg eindigde Bauer dan toch met een scene op basis van individuele associaties, veel te voor de hand liggend.
Dimchev speelde in “X-ON” opnieuw een prachtig spel door zichzelf als kunstwerk te koop aan te bieden naast het werk van Biennale-laureaat Franz West. Deze maakte in de jaren zeventig disfunctionele objecten, die de wereld zijn overgegaan. Dimchev zet ze op het toneel en gebruikt ze. Bijna naakt en op hoge hakken, in de gedaante van zijn alter ego Lili Handel, persifleert hij het kunstaarsbestaan en de kunst, die in een spektakel van geleende en gekopieerde ervaringen ten onder gaat. In plaats van “uit in eigen land” is het nu “toerist in eigen bestaan.” Melodrama en ouderwets actionisme, meer kicks, bloed en seks, lijken de enige rituele remedie. Ondanks het voorspelbare karakter van dit verloop, eindigt Dimchev heel helder: kunst is wat de gek er voor geeft en dat kan ook heel eenvoudig en ontroerend zijn.
Voor het hele programma zie: theater frascati en de brakke grond