Utrecht, 22-12-2013 – Na de slotnoten van het motet Reges Terrae van Pierre de Machicourt stond het publiek in Vredenburg Leeuwenbergh als één man op om het Egidius Kwartet te belonen met een welverdiende ovatie.
Het voor de gelegenheid tot zes man/vrouw uitgebreide ensemble bracht een wervelend concert rond de viering van Kerstmis in de Leidse Pieterskerk in de zestiende eeuw. Rode draad in het programma was de Missa pastores loquebantur van Cornelius Canis (ca 1515-1562), jarenlang de hofcomponist van Karel V.
De vier misdelen van Canis werden gelardeerd met motetten van componisten als Ioannis Lupi, Clemens non Papa en Thomas Crecquillon, die allemaal werden geschreven voor het ‘getijdencollege’ van de Pieterskerk. Deze werden vastgelegd in acht koorboeken, waarvan er zes bewaard bleven – uniek in Nederland, want de meeste koorboeken zijn verdwenen. In 2010 begon het Egidius Kwartet aan de tijdrovende klus om de in totaal 350 gezangen en missen op hun muzikale waarde te schatten en vast te leggen op cd. Inmiddels zijn drie dubbelcd’s met een selectie uit de eerste drie boeken verschenen, de overige drie worden in de komende jaren vastgelegd.
- Voor wie de cd’s al in huis heeft, was dit concert in de serie Oude Muziek een feest der herkenning, waarbij opviel dat vooral de Mis van Canis live nog sprankelender klinkt dan op de opname. Wat een vernuftig contrapunt schreef deze componist, en wat een heerlijk levendige ritmiek, het was af en toe bijna swingen geblazen. De vier zangers van het Egidius Kwartet werden voor de zesstemmige zetting van deze Kerst-mis bijgestaan door de tenor Joao Moreira en de sopraan Maria Goetze.
Goetze verving op het allerlaatste moment een zieke Michaela Riener. Wat aarzelend in het begin, wist de sopraan steeds beter te mengen met de stemmen van haar mannelijke collega’s, zodat een mooi homogeen klankbeeld ontstond. Een indrukwekkende prestatie, want de vaak ingewikkelde melodielijnen vormen bepaald geen simpele meezingers.
Bijzonder ook waren de gedeclameerde teksten in Middelnederlands, van onder anderen Hadewych en Liesbet Goeyvaerts, die reflecteren op de geboorte van Jezus. Zo kregen we en passant een mooi beeld van de denkwereld waarin de componisten leefden en werkten. Dat het allemaal niet zo heilig en plechtig was, bleek uit het gegeven dat er vaak wat viel te lachen. Niet alleen door de soms snaakse teksten, maar ook door de vermakelijke voordracht van de zangers.
Al tijdens mijn inleiding had altus Peter de Groot tot hilariteit van het publiek voorgedaan hoe de zangers destijds in een ijskoude Pieterskerk rillend op stoofjes stonden, onderhand denkend aan de warme soep die hen na afloop te wachten stond. Hij kraakte echter ook een kritische noot over het opheffen van onze instituten voor cultureel erfgoed, zoals Muziekcentrum Nederland en het Nederlands Muziekinstituut.
Zoals bijna alle koorboeken uit de zestiende eeuw verdwenen zijn, gaat nu een vracht aan Nederlandse muziek verloren die in later eeuwen werd gecomponeerd. Een droevige kanttekening bij een verder feestelijk concert. Jammer dat onze vaderlandse politici weer eens schitterden door afwezigheid….