‘Mijn show raakt, zet aan tot zelfreflectie en krijgt al best veel aandacht van de pers; een inhoudelijke recensie zat daar helaas niet bij tot op heden. Want welke recensent komt er nu kijken naar een wild onbekende 58-jarige debutant?’ Rata Kloppenburg- theatermaker, cabaretier & cellist- barst direct los aan haar tafel in Zwolle. Terwijl ik nog geen vraag gesteld heb over one woman show God, Sex en Shostakovich. ‘
Klassieke muziek met aandacht voor oor én oog
Om de tafel zitten we vaker; we kennen elkaar sinds 2011. Bij elkaar gebracht door een ‘opvallend vrolijke persfoto mét een verhaal van klassieke muzikanten’, aldus Rata. Het ging om een foto van één van mijn ensembles (Zimbello- 2004-2010) en Rata wilde die graag bij een interview van haar laten plaatsen. Ze vroeg me keurig om toestemming. Het onderwerp ‘verhalende (klassieke) muziekprojecten maken met aandacht voor het oor en oog’ is wat ons sindsdien bindt.
Tot 2013 werkte Rata vooral als artistiek leider en regisseur onder de vlag van eigen stichting Schatkameropera en gaf ze workshops podiumvaardigheden aan klassieke muzikanten. Op dit moment toert ze als cabaretier en cellist door het land met side kick René Veen op piano. Daarnaast heeft ze een celloschool in Zwolle en wordt ze ingehuurd door conservatoria en klassieke muzikanten voor haar expertise op het gebied van podiumpresence.
Geil onderwerp
‘Ik heb best aandacht gekregen van de pers, want het onderwerp was toevallig geil tijdens de eerste tour dit najaar: precies het tijdstip dat de documentaire ‘De kinderen van Ruinerwold’ (link) landelijk nogal wat reuring veroorzaakte. Op het eerste gezicht een link met mijn jeugd in sekte de B’ulah Hoeve, die werd opgericht door mijn vader. In Steenwijk, om de hoek van Ruinerwold. Dat is waar de basis is gelegd voor dit eerste deel van mijn one woman show-trilogie: God, Sex en Shostakovich.’
‘Op het tweede gezicht zijn er weinig overeenkomsten. Teleurstellend voor veel journalisten, want wat ze ook probeerden en suggereerden: ik ben niet geslagen, verkracht of in een hok gestopt. Mijn jeugd was vrolijk met een beklemmende ondertoon.’
Wat drijft je als podiummens?
‘Zoals mensen moeder, vader of rijk willen worden, zo wil ik vertellen. Live. Al is het aan één mens. Het drijft me zolang ik me herinner. Een oerdrang. Via muziek vertellen is ultiem. Music is my first love. Theater is my second. Als tiener ontvluchtte ik de onvrijheid die ik thuis in de sekte steeds meer voelde via muziek. Aan het conservatorium kwam ik thuis. Met muziek en soortgenoten.’
‘Helaas ben ik afgebroken door mijn Russische cellodocent in Utrecht. Waarschijnlijk herkende hij mijn verhalende kwaliteit en dacht hij me technisch te kunnen kneden. Dat mislukte, waardoor ik mijn vertelkunst ook verloor. Uiteindelijk kwam ik in Zwolle terecht waar ik fantastische try outs had, maar volledig blokkeerde op het eindexamen (1991). Ik haalde het nét.’
Het gebeurt nu
‘Sindsdien vermeed ik solo cellospelen. Tot vrij recent, want in mijn soloshow – die jaren is blijven liggen – moest ook muziek komen. Zelf gespeeld natuurlijk. Dankzij EMDR therapie zit ik nu behoorlijk zelfverzekerd te spelen. Take it or leave it. Ik ben niet per se beter gaan spelen, maar accepteer de dingen die ik beter had willen laten klinken. Wat er nu ook gebeurt: mijn verhaal stroomt door. Dit ben ik nu. Morgen klinkt het weer anders. Zo werkt dat bij live podiumkunst. Het is nu.’
‘Na mijn eindvoorstelling van mijn tweede studie (Theaterschool HKU 2001, BR) tipte mijn toenmalige vriend me ‘een one woman’ show te maken, want je kunt een beetje spelen, beetje acteren, beetje zingen en hebt humor. Dat wordt dus cabaret.’
Waarom pas in 2021 gemaakt?
‘George Groot (docent theaterschool, BR) reageerde destijds niet op mijn brief met mijn one woman show idee. Want ik ben vast niet goed genoeg. Dacht ik. Hij kende me en vond het vast te pijnlijk te reageren. Dacht ik. Want ik kan alles een beetje en niks echt goed. Kan geen plots schrijven, durf geen solo-cello te spelen. Dacht ik. Ik liet het idee liggen. Aantekeningen ben ik altijd blijven maken.’
‘Daarbij was er werk zat op ander gebied. Mijn afstudeerscriptie aan de theaterschool noemde ik ‘Toeters & Bellen- de noodzaak van theatrale vaardigheden voor klassieke muzikanten’. Binnen dat kader werd ik gevonden. Ik gaf jarenlang lessen, workshops en trainingen podiumvaardigheden aan klassieke muzikanten in binnen-en buitenland.’
Ironisch dat jij met je cello-solo-speel-angst podiumvaardigheden geeft.
‘Die angst begrijp ik dus én heb ik trouwens totaal niet als ik met een strijkkwartet speel. En als acterend musicus voelde ik de angst ook niet. Dan verschool ik me achter mijn personage.’
Hoe kwam je aan werk op dat (nog steeds behoorlijk) onontgonnen gebied van de podiumvaardigheden?
‘Eén keer mijn gezicht laten zien op de ESTA conferentie (2004) in Rotterdam heeft al mijn werk op dat gebied gegenereerd.’
‘Daarnaast ontwikkelde ik kleinschalige klassieke muziekproducties met zang bij Schatkameropera. Idiote verhalen op idiote locaties met een vast droomteam van makers en musici. Veel werk voor weinig geld. Maar het gaf me ontzettend veel energie. Kon er veel van mijzelf in kwijt. Ik leerde dankzij regie alle hoeken en gaten van mijn artistieke brein kennen.’
‘En als ik voor elk compliment een tientje had gekregen was ik nu een rijk vrouw. Het maken van deze projecten bevredigde zeer. Mijn artistieke energiepeil was hoog. Maar al het organisatorische gedoe zoog me leeg. We moesten leuren om geld. En kregen structureel te weinig. In 2013 rende ik tussen de theatermaakbedrijven door naar de dokter voor een knobbeltje. Kanker. ‘Ik regisseer nu nooit meer’ was het eerste wat ik dacht. Teveel geldstress is ziekmakend. Ik stopte er direct mee.’
Luchtig over sex
‘Ik had toen net de cursus monologen schrijven bij Theater van de Ziel afgesloten (2012, BR). Daar rolde het luchtige deel Sex vrij makkelijk uit mijn pen. Wat voorwerk deed ik al eerder tijdens mijn maandenlange vakantie in Nieuw- Zeeland (2009, BR) waar ik autobiografische pornografische verhalen schreef. Vol luchtige zelfspot over mijn blubberbenen en de schaamte tussen de lakens. Op vrolijke toon, want ondertussen kozen de jonge dudes mooi wel mij uit- de veertiger die het won van de jonge, strakke deernes. Dankzij mijn vrolijkheid, openheid en podiumpresence.’
‘Heb Sex als onderdeel van het cursustraject twee keer besloten uitgevoerd en kreeg goeie reacties van profs die toevallig in de zaal zaten. Het leefde en bewoog. Totdat ik ziek werd. Opgekrabbeld in 2015 ‘moest die show er komen voor mijn dood’. Tijdens het hele ziekteproces leefde ik van het lesgeven aan kids en volwassenen in Den Haag waar ik inmiddels voor de liefde vanuit Zwolle naar toe was verhuisd.’
Je vrolijke toon over heftige zaken is me altijd opgevallen. Serieus luchtig doen over triestige zaken. Hoe lukt je dat?
‘In mijn jeugd ontdekte ik dat jezelf te kakken zetten lonend is. Ik kon de strenge regels in mijn jeugd omzeilen door er een act van te maken.’
‘Op zondag mochten we bijvoorbeeld één klein chocolaatje. Zo’n Droste vierkantje. Dan ging ik met de volle schaal- we woonden met tachtig man in huis- middenin de huiskamer op een stoel zitten en gaf een show weg: ‘op zich snap ik de regel wel dat iedereen maar één chocolaatje mag, want het zou toch wat zijn als iedereen er vier zou nemen- en dat deed ik dan- of acht- en ook die stopte ik in mijn mond- want dan is er niet genoeg voor de rest.’ Iedereen lachen en ik had ondertussen de buit binnen.’
‘Idem met die pornografische verhalen- die trouwens te expliciet waren voor mijn vrienden die ze destijds per brief ontvingen. Ironisch zijn over je tekortkomingen.’
Show must go on
‘Die show moest er dus komen voor mijn dood. Want kanker maakt onzeker over de toekomst. Maar schrijven over God, het deel over mijn jeugd. Over bang zijn- niet durven- toch doen, was lastiger. Ik moest het nu wel over mijn vader hebben. En kreeg een writers block. Nogmaals (2019, BR) schreef ik George Groot die nu wel reageerde. Samen met Allan Zipson (regisseur, BR) kreeg hij me aan de praat. Zij hielpen me het persoonlijke universeel te maken. Onderliggende thema’s liefhebben en loslaten herkent iedereen. Merkbaar aan de emotionele publieksreacties op God.’
‘Ik speelde God voor vrienden in 2019. ‘Te zwaar en te lang’ was de kritiek. Ik schaafde. Het werd luchtiger en vrolijker. En ik besloot dat de voorstelling een trilogie werd. God zou als eerste aan de beurt komen. De eerste probeersels (op eigen kosten en initiatief- met begeleiding op tape want geen geld voor een pianist – zelf georganiseerd) zouden in het voorjaar van 2020 plaatsvinden. Die werden uitgesteld en uitgesteld en uitgesteld door corona. Én door mijn heftige relatiebreuk rond diezelfde tijd.’
‘Ik verhuisde hals over kop terug naar Zwolle en er was tijden nul ruimte voor creativiteit en schrijven. Alles lag stil. Ik zat op de bodem van mijn ziel. Uiteindelijk regelde ik eerst bad & bed. Later regelde ik het brood door het opzetten van een nieuwe celloschool. De Tozo-uitkering ontvangen was ook fijn.’
Hoe heb je de coronatijd ervaren?
‘De rust van corona was uiteindelijk louterend. Kon zoetjesaan weer aan schrijven en spelen denken. In 2021 werd ik getipt over een corona subsidiepot en de bestuurders (waaronder een ex-theaterdirecteur) van Schatkameropera pakten de aanvraag op. Gelukkig. Want de taal die nodig is bij de vraag ‘waarom moet deze voorstelling op de wereld gezet worden’ spreek ik als maker niet. Bezorgt me acute paniek. Geen idee wat er geantwoord is door, maar er kwam geld voor een werkperiode. Voor George Groot en Allan Zipson. Voor René. Voor mijzelf. Voor de locaties. De PR. Het drukwerk. De productie. Voor de tour. Deze onbekende 58-jarige kon de boer op met God, Sex en Shostakovich en kwam -dankzij eerder genoemde documentaire- in beeld bij kranten en media. Niet per se om de juiste redenen wat mij betreft, maar het prikkelde publiek te komen. En trouwens: fijn dat jij wel vraagt naar mijn denk- en maakproces!’
Merkte je eigenlijk in de zaal dat er rampmuziektoeristen waren?
‘Gelukkig kwam publiek echt voor de show. Op die in Steenwijk na. Daar zaten ook (oud-) bewoners van de B’ulah Hoeve in de zaal die me na afloop specifieke vragen stelden over de sekte. Dat begrijp ik wel.’
‘Dankzij Corona speelde ik op kleine locaties voor een klein publiek. Precies wat ik wil. Hoe kleiner hoe beter. Al is dat normaal gesproken geen goed verdienmodel. Publiek kunnen aankijken. Letterlijk contact maken en hebben is erg belangrijk voor mij als speler. De eerste tour is gesubsidieerd. De tweede tour die nu nog loopt is vooral via uitkoop gelukkig. De shows in Den Haag en Dalfsen organiseer ikzelf. En daar kan ik alle hulp (lees: aandacht) bij gebruiken, want pr-werk is energievretend. Energie die ik liever op het podium aan publiek geef. We Are Public heeft de show op 10 juni in Den Haag trouwens opgenomen in hun aanbod, wat fijn is.’
Wat zijn je dromen over je toekomst als cabaretier?
‘Ideaal gezien komt veel publiek mij tegen op die kleine podia, in bibliotheken, binnenschepen, huiskamers, zolders. Daar waar een piano staat komen René en ik langs. Ideaal gezien heb ik een impresario die de cabaretwereld kent. Want ik ben een musicerend cabaretier en zie Lennette van Dongen, Katinka Polderman, Sanne Walle de Vries en Brigitte Kaandorp als mijn collega’s.’
‘Verder geef ik mijzelf de komende zomer veel ruimte: ik heb alle celloleerlingen een paar maanden vrij gegeven. En ga wandelen met Billy- mijn hond- en schrijven aan deel Shostakovich en Sex.’
‘Waarbij Shostakovich symbool staat voor de kunsten, maar dat bekte niet zo lekker in de titel. Goede kunst- zoals voor mij de muziek van Shostakovich -gaat over diepgang. Daar waar ik niet terecht kom met woorden. En daar zal het over gaan. Waarbij de Russische celloleraar om de hoek komt kijken. En, tot mijn verrassing, mijn moeder.’
‘Tegelijkertijd werk ik aan Sex, want dat krijgt door mijn treurige liefdesbreuk met terugwerkende kracht een andere lading. Het moet helaas herschreven worden.’
God, Sex en Shostakovich- een monoloog voor vrouw, cello en piano.
10 juni 20u Barth Kapel Den Haag
14 juni 20u Dalfsen (uitverkocht)
PS
Waarderen kan via donatie (hieronder) (ik was er een lange werkdag mee bezig en reisde af naar Zwolle ) of door het delen van het artikel of je vakantie slash schrijfresidentie, waarvoor dank! Ik heb nog meer interviews met pittige makers in gedachten.