Het onderzoek is er, en de cijfers zijn niet opwekkend. In de kunstsector is het onderbetalen van vooral ZZP’ers en het niet honoreren van overwerk staand beleid. Als dat vanaf nu, met het bestaande budget, goedgemaakt moet worden, vallen vooral kleine instellingen en festivals direct om. Het onderzoek daarnaar werd gisteren gepresenteerd aan demissionair Staatssecretaris Uslu van Cultuur.
Opdrachtgever Kunsten ’92 is blij met het onderzoek, en stelt dat er minimaal 34 miljoen extra nodig is om de eerste nood te lenigen, 5 miljoen meer dan de door de huidige staatssecretaris toegezegde 29 miljoen. “Fair Pay is goed op weg. Met dit onderzoek, dat inzicht geeft dat er te weinig per uur wordt betaald en er te weinig uren worden betaald, is een belangrijke stap gezet in het weerbaar houden van de culturele en creatieve sector. De grote sprong moeten we echter nog maken, met meer onderzoek, instrumentaria en geld dat nodig is om Fair Pay overal te laten gelden.”
De bracheorganisatie, waar dus vooral werkgevers in zijn verenigd, gaat verder: “Kunsten ’92 ziet het bedrag dat wordt genoemd in het onderzoek als referentiebedrag. Duidelijk is ook dat dit bedrag niet allesomvattend is voor de gehele culturele en creatieve sector.”
34 miljoen is te weinig
De vraag om meer onderzoek moet dan een reactie zijn op de dramatische cijfers, die slecht zijn voor de lobby. De 34 miljoen waar Kunsten ’92 als branche-organisatie nu op inzet, is een druppel op de gloeiende plaat. Het werkt alleen voor komend jaar. En dan nog alleen voor de subsidie vanuit het Rijk. De Gemeenten hebben nog een bedrag van tegen de 70 miljoen nodig voor het eerste jaar. Dat is weer niets vergeleken met wat er in het gevreesde Ravijnjaar 2025 nodig zal zijn. In dat jaar, wanneer de gemeentekassen overal leeg zijn, kan wel eens een veelvoud van dat bedrag nodig zijn. Denk aan het getal ‘6’.
Het onderzoek stelt namelijk: “Gegeven de door het Centraal Planbureau verwachte ontwikkeling van de bruto lonen (inclusief sociale lasten van de werkgevers) is bovenop de meerkosten van € 29,2 mln. aanvullend een bedrag van € 149,0 mln. nodig voor indexatie om in 2025 Fair Pay te kunnen realiseren. Het bedrag bestaat uit € 5,4 mln. voor de indexatie van de meerkosten en € 143,6 voor de indexatie van de huidige personele lasten.”
Een kleine 180 miljoen tekort, en dat aan de vooravond van verkiezingen die een meerderheid beloven voor partijen die het liefst minder tot geen subsidie meer willen voor de kunsten. Alleen al door de eigen eis voor eerlijke betaling te volgen, zou een gelijk blijven van het totale subsidiebedrag van 900 miljoen, betekenen dat er bijna een kwart minder geproduceerd kan worden.
Kaalslag afgewenteld op personeel
Er is een interessante overeenkomst tussen het bedrag waarmee het eerste rechtse Kabinet-Rutte de aanval op de kunsten opende (200 miljoen) en de huidige schuld die culturele instellingen hebben opgebouwd bij hun personeel. Subsidiënten hebben in de jaren na 2012 vooral ingezet op behoud van het aanbod, tegen de minder subsidie. Het fonds podiumkunsten bleef de verlaagde subsidie verstrekken op basis van het aantal verkochte voorstellingen, ongeacht hoeveel producties een gezelschap daarvoor maakte. De kosten zijn op die manier afgewenteld op de zwakste schouders: die van mensen op de werkvloer, zeker bij de kleine instellingen, die merendeels met zelfstandigen werken.
Deze actie van de subsidiërende instellingen heeft dus geleid tot uitstel van executie. Ook het ministerie van OCW doet immers mee aan de onderbetaling, blijkt. Dat is slecht nieuws in een tijd dat de cultuursector alle zeilen moet bijzetten tegenover een Kamer die weinig hart lijkt te hebben voor kunst. Men zal zeggen dat de sector zijn eigen boontjes dan maar moet doppen. Een drastische vermindering van het aanbod is onafwendbaar. Dat zal leiden tot een kaalslag op de lange termijn, omdat vooral jonge, kleine instellingen, waar vaak nieuwe kunst ontwikkeld wordt, getroffen zijn. Kabinet Rutte 1, waar de PVV een prominente rol in speelde, zal dan na 13 jaar alsnog zijn zin krijgen.
Nu gebeurt het dus al dat betaling voor vaak jonge professionele muzikanten bij een klassiek NPO-programma heeft geleid tot canceling van dat programma. Tot nu toe traden zij gratis op. Tijdens een bijeenkomst in TivoliVredenburg reageerde Peter Kwint van de SP woensdag 15 november helder op de ontstane situatie: “Het is vooral ook een signaal dat de sector veel te lang akkoord is gegaan met een pervers verdienmodel.”