De komst van een internationale onderzoeksfaciliteit ten behoeve van Holocaustonderzoek – met de hoofdzetel in Nederland – is een stap dichterbij. Dat schrijven minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) in een brief aan de Tweede Kamer. Het kabinet heeft het plan hiervoor namens verschillende landen, en in samenwerking met onder andere het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD) naar de Europese Commissie gestuurd. De onderzoeksfaciliteit, voluit European Holocaust Research Infrastructure (EHRI) getiteld, heeft als doel openbare informatie over de Holocaust uit een groot aantal landen te verzamelen en toegankelijk te maken, zodat er meer onderzoek mee gedaan kan worden.
Minister Bruins: “Wie zijn toekomst wil verbeteren, moet zijn verleden kennen. We zien in heel Europa een stijging van het aantal antisemitische incidenten. Dat vind ik onacceptabel en een grote zorg. Het EHRI verzamelt openbare informatie over de Holocaust waardoor dit toegankelijker wordt voor onderzoekers en andere geïnteresseerden. Belangrijk omdat meer kennis en onderzoek van ons verleden van groot belang is voor het tegengaan van antisemitisme in de samenleving.”
Staatssecretaris Karremans: ”Ik vind het ontzettend belangrijk dat we de rauwe en volledige werkelijkheid van de Holocaust overdragen aan de volgende generaties. Omdat we daarmee de slachtoffers blijven herinneren en we elkaar zo scherp houden op welke gevolgen antisemitisme, discriminatie en uitsluiting kunnen hebben. Nu er steeds minder ooggetuigen van de Holocaust zijn, vallen wij steeds meer terug op oorspronkelijke bronnen en archieven. Goed dus dat het EHRI die bundelt en toegankelijk maakt.”
Papieren en digitale archieven verzameld
Het European Holocaust Research Infrastructure (EHRI) is een initiatief van onderzoekscentra, archieven en musea uit een groot aantal landen. Naast Nederland gaat het om België, Duitsland, Israël, Kroatië, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slowakije en Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk. De onderzoeksfaciliteit bundelt de beschikbare openbare gegevens over de Holocaust uit de betreffende landen. Dit ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek, herdenken en educatie over de Holocaust. Het gaat onder meer om foto’s, video’s, papieren en digitale archieven. Bijvoorbeeld over de treintransporten in de Tweede Wereldoorlog, brieven van mensen uit concentratiekampen en recent wetenschappelijke onderzoek over de Holocaust.
Hoofdzetel in Nederland
Er is veel informatie over de Holocaust beschikbaar, maar deze informatie is verspreid over duizenden archieven, bibliotheken, musea en andere onderzoeksinstellingen in Europa en daarbuiten. Deze verspreiding maakt het voor onderzoekers lastig om de informatie die ze nodig hebben te vinden en er toegang toe te krijgen. Het EHRI lost dit probleem op door informatie te verzamelen over alle bronnen die de Holocaust documenteren en biedt onderzoekers en burgers gemakkelijke toegang tot die bronnen. De nieuwe onderzoeksfaciliteit krijgt, na goedkeuring van de Europese Commissie, zijn hoofdzetel in Nederland en wordt gevestigd bij het NIOD. Een groot deel van de bronnen bij EHRI zal straks digitaal te doorzoeken zijn. Ook voor het algemene publiek, bijvoorbeeld mensen die onderzoek doen naar hun familiegeschiedenis, wordt de onderzoeksfaciliteit toegankelijk.
Volgende stap
Het verzoek voor de oprichting en opzet van EHRI is op 11 juli jl. ter goedkeuring naar de Europese Commissie gestuurd. Na goedkeuring kan EHRI meteen van start, naar verwachting begin 2025. De opzet bevat belangrijke details, zoals de locatie van de hoofdzetel in Nederland, de invulling van de op te zetten rechtspersoon en de overeengekomen concept statuten. Het kan enkele maanden duren tot de Europese Commissie dit plan goedkeurt. De onderzoeksfaciliteit kan daarna snel van start, de betrokken wetenschappers binnen de deelnemende landen zijn al begonnen met het verzamelen en doorzoekbaar maken van de openbare informatie. Het opzetten van deze onderzoeksfaciliteit en werven van personeel wordt betaald door de lidstaten zelf. Het kabinet heeft tot 2035 jaarlijks een bedrag van €300.000 gereserveerd voor de Nederlandse bijdrage aan EHRI. Dit wordt gefinancierd vanuit de begrotingen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.