Vlak na het einde van het Festival Oude Muziek start in Utrecht de Semaine musicale Gaudeamus, al zeventig jaar het Mekka van de allernieuwste noten. Vijf genomineerde componisten van onder de dertig strijden om de felbegeerde Gaudeamus Award, die eerder gewonnen werd door inmiddels gevestigde componisten als Unsuk Chin, Yannis Kyriakides en Michel van der Aa.
Voor het tweede jaar organiseert de Muziekweek ook een prestigieuze Academy, waar makers en uitvoerders elkaar ontmoeten tijdens workshops, reading sessions, masterclasses en presentaties. Nieuw onderdeel is een tweedaags symposium (‘muziek en politiek’), dat in plaats komt van de vroegere seminars. Het publiek wordt uitdrukkelijk – en veelal gratis – uitgenodigd deze bijeenkomsten bij te wonen. Vijf vragen aan programmeur Martijn Buser.
Voor wie is de Academy bedoeld?
‘We zijn vorig jaar gestart met een Gaudeamus Muziekweek Academy voor de vijf genomineerde componisten. De werkweek moet de jonge kunstenaars op weg helpen in de dagelijkse muziekpraktijk. Samen met de uitvoerders studeren zij hun stuk in en krijgen zo waardevolle feedback over wat wel en niet werkt. Voorheen bleef het toch vooral een papieren aangelegenheid: de geselecteerde en genomineerde partituren werden door het ensemble van dienst uitgevoerd, maar van enige interactie met de maker was geen sprake.
De formule bleek enorm aan te slaan, maar doordat we de werkweek alleen aanboden aan de vijf genomineerden, vielen andere belangstellenden buiten de boot. Daarom hebben we de Academy dit jaar breder getrokken: nu zijn de workshops, reading sessions, masterclasses, een presentatie en het tweedaags symposium over Muziek en Politiek voor iedereen toegankelijk. Wie niet genomineerd is, moet de kosten zelf dragen, maar er is een enorme belangstelling – er zijn ook veel buitenlandse deelnemers.
‘
Wat houden de workshops in?
‘
Dat verschilt per onderwerp en per docent. Er zijn vier workshops: voor cello, contrabas, harp en live elektronica. Het is de bedoeling dat de deelnemers worden uitgedaagd te gaan schrijven voor het betreffende instrument – of medium in het laatste geval. Belangrijk is dat er al in een vroeg stadium contact is tussen de componist en de uitvoerder, waardoor er meer collaboratie en interactie is. Dat is veel inspirerender dan wanneer je een stuk instuurt dat vervolgens door een jou onbekende musicus of groep wordt uitgevoerd.
De cellist Katharina Gross presenteert in haar workshop het lang lopende project Cellomondo, waarbij zij componisten van over de hele wereld vraagt nieuwe werken voor haar instrument te schrijven. Afgelopen zomer hebben we een oproep gedaan partituurschetsen in te sturen en op basis daarvan is een aantal componisten uitgenodigd deel te nemen. Gross zal dieper ingaan op hun composities en tegelijkertijd laten zien hoe je goed voor cello schrijft. In 2016 hopen we de resultaten van haar workshop te presenteren.
Een vergelijkbare werkwijze hanteert de contrabassist Dario Calderone. Ook voor zijn workshop werd een selectie gemaakt uit door gegadigden opgestuurde schetsen. Calderone zal die bespreken en tegelijkertijd alle mogelijkheden van zijn instrument belichten. Hij gebruikt hierbij speciaal voor hem gecomponeerde werken én bestaande stukken, die inmiddels gelden als klassiekers voor zijn instrument.
De workshop harp is iets anders van opzet. De harpisten Miriam Overlach en Sabien Canton demonstreren verschillende speeltechnieken en bespreken de notatie van allerhande geluiden. Bijvoorbeeld: hoe klinkt een staccato op de harp en hoe bereik je dat? De deelnemers nemen een schets mee van vier maten, die in samenspraak met de musici wordt uitgewerkt, zo ontstaat dus een directe uitwisseling tussen de maker en de uitvoerder.
De workshop live elektronica van klankkunstenaar Jorrit Tamminga heeft meer het karakter van een les. Hij zal demonstreren hoe je autonome elektronische muziek kunt maken, en hoe je elektronica in kunt zetten in elektroakoestische muziek [muziek waarbij de klanken van akoestische instrumenten, bijvoorbeeld fluit, hobo, of viool, door elektronica worden bewerkt en teruggekaatst TD]. Hij werkt met het softwareprogramma Super Collider.
‘
Wat moeten we ons voorstellen bij reading sessions?
‘Die leessessies volgen op de workshops violoncelle et contrabas. De componisten gaan aan de slag met de kanttekeningen en suggesties die ze van Gross en Calderone hebben gekregen, en schaven in een paar dagen tijd hun compositie bij. Per componist wordt een half uur uitgetrokken om het resultaat door te spelen. Dat is een echte wisselwerking, want al spelende ontdekt zowel de musicus als de componist of het iets bijzonders gaat worden of niet. Wie door deze selectie komt, krijgt een opdracht voor een nieuw werk in de Muziekweek van volgend jaar.’
Yannis Kyriakides geeft een masterclass, waarover en voor wie?
‘Voor alles geldt dat iedereen welkom is, zowel het publiek als jonge componisten, maar de nadruk ligt natuurlijk op de laatsten. We streven ernaar de masterclasses te laten verzorgen door een oud-winnaar. Dit jaar is dat Yannis Kyriakides, die in 2000 de Gaudeamus Award won met a conSPIracy cantata voor twee zangeressen, piano en elektronica. In zijn oeuvre spelen live elektronica en video een prominente rol. Hij gaat demonstreren hoe je multimedia kunt gebruiken in composities en zal ingaan op de relatie tussen multimedia en muziek. Zijn eigen werk dient als illustratiemateriaal. Een van de deelnemers is iemand uit de theaterwereld die helemaal geen achtergrond heeft in muziek. Mooi, want we richten ons ook op de geïnteresseerde leek.’
Last but not least is er een tweedaags symposium, onder de titel For Crying Out Loud: Music and Politics
‘ Ja, we wilden af van de toch wat kortademige seminars die we voorheen organiseerden. In één middag of ochtend kun je een onderwerp niet werkelijk uitdiepen, daarom hebben we dit keer gekozen voor een tweedaagse conferentie. Die gaan we voortaan elk jaar organiseren, samen met de afdeling Muziekwetenschap van Universiteit Utrecht. Robert Adlington, auteur van Composing Dissent: Avant-garde Music in 1960s Amsterdam hebben we uitgenodigd als keynote spreker.
Naast Adlington zijn er zo’n twintig andere sprekers. Die hebben we gerekruteerd via een oproep om artikelen in te sturen over het thema muziek en politiek. Het hoefde niet per se klassiek te zijn, het mocht ook pop of jazz betreffen. Het onderwerp is enorm breed en gaat van de vraag hoe opera na 1989 de Tsjechische identiteit belichaamt, tot een lezing over Apartheid in de muziekjournalistiek.
Eén lezing spreekt mij persoonlijk erg aan: Rebekka Meyer van de Universiteit van Bern zal spreken over de Duitse componist Johannes Kreidler, die eerder in de Muziekweek te gast was. Hij gebruikte 70.200 samples in een stuk van 33 seconden en vroeg zich af of hij die allemaal moest melden bij de GEMA, de Duitse auteursrechtenorganisatie. En ja, voor elke sample, hoe miniem ook, bleek hij een uitgebreid formulier te moeten invullen.
Kreidler besloot hiervan een performance te maken. Met een vrachtwagen liet hij de 70.200 bijbehorende formulieren naar de GEMA brengen, om zo aan de kaak te stellen hoe verouderd de gangbare opvattingen over componeren zijn. Hij wordt wel de ‘Che Guevara van het copyright’ genoemd en met zijn politieke stellingname belichaamt hij voor mij het wezen van Gaudeamus: altijd op zoek naar de muziek van morgen.’