Een nieuwe dag, dus nieuwe kansen voor het vinden van de grootste parel van de Fringe. Vandaag word ik vanaf Theater Bellevue meegevoerd naar een nabijgelegen steegje. Opeens zie ik haar liggen. Een junk, zoals er in Amsterdam meer rondlopen. Het liefst loop ik er dan snel omheen. Bang ze te ruiken of aangesproken te worden.
Metro, een stuk van Cat Smits en Anne Verheij, is een onaangename voorstelling. Dit keer kan ik niet doorlopen. Ze ligt op wat stukken karton in een hoekje van een sloopwoning. De regen drupt vlak naast haar been. Ze neemt een slok uit het blikje bier en krabt zich. De jeuk blijft en dus krabt ze weer. En weer. Smits speelt zo realistisch dat je bijna vergeet dat het om een voorstelling gaat. Haar pop houdt haar op de been. Dan staat ze op. Ze komt op me af. Ze komt te dicht bij. Wat gaat ze doen? Als ik niet inga op haar avances kijkt ze me zo vol haat aan dat het me naar de keel grijpt. Als het overige publiek niet ingaat op het bedelende handje van haar pop weet ze hoe laat het is. Ze pakt snel wat spulletjes bij elkaar en vertrekt. Iedereen kijkt zwijgzaam toe. Net als in het echte leven.
Metro is een performance die je hard in het gezicht slaat door je iets te laten zien waar je je ogen liever voor gesloten houdt. Een uur na afloop denk ik nog steeds aan het meisje. Wat een confrontatie en wat fantastisch gespeeld.
Metro van Cat Smits en Anne Verheij. Theater Bellevue, Amsterdam, 10 september 2010. Nog te zien tot en met zaterdag 11 september 2010.
Reacties zijn gesloten.